De Zwarte Kraai Bewerkt door Jan, Stef, Hendrik en Stijn Les 4
Ken je die mooie vogel die zo lelijk krast? Dat is de zwarte kraai. 1
Je ziet hem overal in de stad, in de dorpen, op de velden en langs de weg. 2
Hij ziet er een beetje somber uit. Het lijkt alsof hij pikzwart is, maar kijk maar eens goed. Er ligt een groene glans over zijn zwarte veren. Zijn ogen zijn net kraaltjes. 3
Kijk eens hoe het dier loopt. Niet vooruit. Nee, opzij met onhandige sprongen. Hij trekt vaak alleen met zijn vrouwtje op. 4
En slim dat ze zijn! Soms hebben ze zin in een lekker hapje. En dan zoeken ze het nest van een duif. De één leidt de duiven af. De ander haalt snel een ei of een jonge vogel uit het nest. 5
De boer is niet zo blij met kraaien. Ze eten de zaadjes op. 6
Ook eten ze veel wormen en insecten. 7 In het voorjaar maken ze een slordig nest. Het vrouwtje legt dan vier tot zes eieren. Deze zijn blauwgroen met vlekjes.
Na drie weken komen de jongen uit hun ei. 8 Als je eens kra, kraa, kraaa hoort, dan weet je dat dat het lelijke gezang is van een mooie vogel.