Basisstof 4: Hoe wordt gedrag bepaald? Thema 6 Gedrag Basisstof 4: Hoe wordt gedrag bepaald?
Hoe wordt gedrag veroorzaakt? Aangeboren gedrag (erfelijke factoren) Aangeleerd gedrag (leerprocessen)
Aangeboren gedrag Voedselherkenning door kuikens
Leerprocessen Inprenting Gewenning Conditionering Imitatie/nabootsing. Klassiek conditioneren Operant conditioneren Imitatie/nabootsing. Inzicht.
Inprenting Lorenz
Gewenning
Klassieke conditionering De ene prikkel vervangen door een andere prikkel. (Pavlov)
Operante conditionering Selectie van de juiste reactie (als gevolg van een bepaalde prikkel). (Skinner)
Imitatie
Inzicht
Leerprocessen Koekoeken leggen hun eieren in het nest van een andere soort. De vogel die het nest heeft gemaakt treedt daarna op als pleegouder voor de jonge koekoek. Een koekoekvrouwtje legt haar eieren altijd in nesten van de pleegoudersoort waardoor ze zelf is grootgebracht. Door welk leerproces leren koekoeken welke soort als hun pleegouder is opgetreden? A door imitatie B door conditionering C door gewenning D door inprenting E door inzicht F erfelijk bepaald
Leerprocessen In 1997 verscheen in een dagblad een artikel over een adressenlijst en een nieuwsgroep over borstvoeding op Internet met de kop: "Kind aan de borst, muis aan de hand". Eén van de deelnemende vrouwen zegt in dat artikel het volgende: "zodra ik mijn computer aanzet en de nieuwtjes ga lezen, schieten mijn borsten vol". Welke van onderstaande termen past bij het verschijnsel dat melk toeschiet bij het lezen van nieuwtjes over borstvoeding? A gewenning B proefondervindelijk leren C conditionering D imitatie E inzicht F inprenting