Bevestiging golfkarakter van licht

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
De Wonderlijke Wereld van het LICHT
Advertisements

2 Materie in 3 toestanden: vaste stof, vloeistof en gas
Met energie kun je dingen doen.
Het atoom Natuurwetenschappen T4 - Marc Beddegenoodts, Sonja De Craemer - Uitgeverij De Boeck.
Hoofdstuk 1: De fijnstructuur van atomen
Spectral Analysis of the Chandra Comet Survey
Het elektromagnetisch spectrum
LICHT – SPECTRUM EN KLEUREN ZIEN
Deeltjestheorie en straling
Spectra en fotonen Buiging en interferentie Tralie Emissiespectra.
Elektrische en magnetische velden H16 Newton 5HAVO Na2
Gedeeltelijke terugkaatsing
Newton - VWO Kracht en beweging Samenvatting.
Cursus Stralingsveiligheid niveau L. Niesen
Stoffen en stofeigenschappen
De bouw van Stoffen Bestaan uit moleculen.
Interactie tussen stof en licht
FLUO IN DE DISCO WAT IS LICHT ? LICHT = elektromagnetische golven
Quantummechanica = golfmechanica
Kleuren van het spectrum. 2. van voorwerpen. 3. Einde.
Lichtgolven Sint-Paulusinstituut.
Relativiteitstheorie (2)
dr. H.J. Bulten Mechanica najaar 2007
Elektrische verschijnselen
Tralieconstante d = afstand tussen 2 spleetjes
Spectrum We gaan kijken naar het spectrum van de straling uit de ruimte. HiSPARC CROP.
Deeltjestheorie en straling
Samenvatting H 8 Materie
Deeltjestheorie en straling
Wat doet de dampkring met binnenkomende straling?
Elektromagnetisch spectrum
Natuurkunde Zien en gezien worden
Dennis Bakker Kai Molendijk H2B
1.2 Het atoommodel.
Deeltjes- of golftheorie
Duikboot Waarom brandt er ‘s nachts rood licht in een duikboot als er gevaar dreigt?
waarom plaatsen we onze verwarming onder het raam?
terug naar: de blauwe lucht
Kleurenleer Door Robert Goede.
Natuurkunde overal 3 HV Licht
Licht Hoofdstuk 5 paragraaf 5.1 en 5.2
De Dampkring Nikki, Bibi en Lieve
Sterrenlicht paragraaf 3.3 Stevin deel 3.
Wat is licht? Licht is een expressievorm van energie die vrijkomt door het terugspringen een atoom naar een schil met een lager energieniveau. Licht.
Soortelijke warmte van gassen
Natuurkunde Paragraaf 5.1 & 5.2 Gemaakt door: Martijn van den Berg
Scheikunde 4 Atoombouw Kelly van Helden.
Samenvatting CONCEPT.
Periodiciteit en de Structuur van Atomen
Straling van Sterren Hoofdstuk 3 Stevin deel 3.
Het atoommodel van Rutherford-Bohr (1913)
Eenheden van Licht Basisbegrippen
Spectrofotometrie Interactie tussen stof en licht.
Hoofdstuk 6 ‘Licht’ Paragraaf 6.1 antwoorden.
HOOFDSTUK 1 STOFFEN.
Quantumwereld Vwo – Hoofdstuk 4 (deel 3).
Wat is licht? deeltje, want licht gaat in een rechte lijn (Newton) golf (Huygens), want er komen dingen voor die ook je ook bij watergolven ziet (buiging.
Thema Zonnestelsel - Heelal
Elektromagnetische golven
Natuurkunde Overal Hoofdstuk 11: Bouw van ons zonnestelsel.
Hoofdstuk 2 Licht en kleur.
Paragraaf 2 – Van infrarood tot ultraviolet
Atoommodel Atoommodel Rutherford He.
§11.3: Spectraalanalyse In de wereld om ons heen treffen we twee soorten objecten aan: straling materie Straling is opgebouwd uit stralingsdeeltjes: fotonen.
H8 Licht Nova Licht en kleur.
LICHT – SPECTRUM EN KLEUREN ZIEN
Atoommodel.
De bouw van Stoffen Bestaan uit moleculen.
Natuurkunde Overal: hoofdstuk 11
Atoommodel Atoommodel Rutherford He.
Transcript van de presentatie:

Bevestiging golfkarakter van licht Waarom afstand? Niet terugkomend in de formule Er verschijnen lichte en donkere strepen op het scherm. De afstand tussen de strepen hangt af van 1) de frequentie/kleur van het licht, 2) de afstand tussen de spleten 3) de afstand van scherm tot spleten.

Licht en spectra “Wit licht”, bv. van een gloeiend materiaal, wordt door een glazen prisma opgesplitst in een continu spectrum van verschillende kleuren Licht van elementen, zoals waterstof, bestaat uit een lijnenspectrum (discreet)

Atoombouw en spectra Een planetair systeem kan stabiel zijn door evenwicht tussen aantrekking door bv. zon en beweging van de planeten Dit zou voor een atoom ook moeten gelden Behalve: Een versneld electron zou EM straling moeten uitzenden, daardoor snelheid verliezen, en uiteindelijk op de kern terecht komen! Bovendien: Waarom alleen maar straling met bepaalde frequenties (lijnenspectrum)? Waarom geen arbeid w=f*s cos a (cos 90) Een atoom bestaat uit een positief geladen kern met negatieve electronen die om de kern draaien (planeetmodel uit eind 19e eeuw)

Atoommodel van Bohr 1913 Electronen draaien in cirkels rond kern Er is maar een beperkt aantal cirkels mogelijk (n = 1, 2, …) De energie van een electron in baan n is vast (En). Een cirkel is een vaste energietoestand Een electron kan van één baan naar een andere springen (bv. van 3 naar 2); een quantumsprong De energiewinst wordt uitgestraald als licht met een vaste frequentie f, die volgt uit E1 E2 E3 N is quantumgetal

Bohrmodel en lijnenspectra Kan maar bepaalde energie toestand hebben, kwantiteit ; hoevelheid Model van Bohr verklaart lijnenspectrum Lijnenspectrum is gevolg van kwantisering van energietoestanden

Kleuren Violet 700 – 790 430 – 380 Spectrale kleur Frequentie in THz Golflengte in vacuüm in nm Rood 400 – 470 750 – 640 Oranje 470 – … 640 – 600 Geel … – 540 600 – 555 Groen 540 – 620 555 – … Blauw 620 – 700 … – 430

Kleuren

Licht = energie Efoton = h . f Wet van behoud van energie Licht elektriciteit, chemische energie Energie licht lichtbron Lichtbron = toestel/voorwerp dat energie omzet naar zichtbaar licht

Fluorescentie - Fosforescentie Fluorescerende stoffen worden bestraald en stralen onmiddellijk zichtbaar licht uit. Fosforescerende stoffen worden bestraald en stralen ook als de bestraling opgehouden is nog zichtbaar licht uit. Sterren hemel, blacklight/geld

Fluorescentie - Fosforescentie Fosfor zelfs licht na bestraling

Fluorescerende inkt Rode inkt Rode fluorescerende inkt

TL lampen Applet

Specttraallampen: Natrium

Kalium

Kwik

Thallium

Zink

Neon

Cadmium

1. Spectrum stilstaande bron  f Dopplereffect 2 1 3 1. Spectrum stilstaande bron  f 2. De ster nadert. Blauwverschuiving! 3. De ster verwijdert zich dus fw<fb. Roodverschuiving!

Absorptie en emissie Absorptie-l = emissie-l Aangeslagen atoom Absorptie van een foton met een geschikte golflengte (energie) Emissie van een foton met dezelfde golflengte (energie) Absorptie-l = emissie-l

De snelheid van een foton = Fotonen De snelheid van een foton = c c = lichtsnelheid = 3,0.108 m/s (T7) De energie van een foton Ef = h.f (T35) h = constante van Planck = 6,6.10-34 Js (T7) 1 eV = 1,6.10-19 J (T6) De frequentie f = v/l of f = c/l (T35)

Golflengte rode laser is 628 nm. Voorbeeld. Golflengte rode laser is 628 nm. Bereken de fotonenergie in eV. Ef = h.f = h.c/l = 6,63.10-34 . 3,00.108/628.10-9 = 3,157.10-19 J 1 eV = 1,6.10-19 J Ef = 3,16.10-19/ 1,60.10-19 eV = 1,97 eV