Lemmensinstituut Leuven academiejaar 2010-2011 PEUter en KLEUTER Lemmensinstituut Leuven academiejaar 2010-2011
Peuter en kleuter Lichamelijk Trager, eerst asynchroon geleidelijk aan synchroon Melkgebit 115cm, 20 kg Hoofd groeit trager, babyvet weg
Peuter en kleuter 2. Motorisch Fundamentele bewegingactiviteitenruimte voorzien Steeds fijnere motoriek, kwalitatieve verbetering Zelfstandigheid - zelfredzaamheid Zindelijkheidstraining: vanaf 2j (tot 5 à 6j) Vanaf 2j mogelijk controle over sluitspieren Normaal zindelijk ‘s nachts op 5 à 6 jaar Fijne motoriek, knutselen, puzzles Zelfredzaam naar de kleuterklas Kleuters : handvoorkeur,
Peuter en kleuter 3. Tekenen
Peuter en kleuter 3. Tekenen Tot 4j : bewegingsspel, (beheerst) krabbelen Kleuter : krabbels en vormen met betekenis Fasen: Toevallig realisme (achteraf benoemen) Mislukt realisme (bijv. kopvoeter) Verstandelijk realisme Visueel realisme (zie basisschoolkind) Mislukt realisme 3 a 4 jr Verstandelijk realisme 5 a 6 jaar Visueel realisme basisschool
Peuter en kleuter
Peuter en kleuter
Peuter en kleuter 4. Perceptueel Herkennen van object met een ander zintuig Globale waarneming analytisch (cf. tekenen) Gestuurd vanuit psycho-emotionele factoren
Peuter en kleuter 5. Cognitief Piaget: kennis wordt gecreëerd i.p.v. gekregen
Peuter en kleuter LEERLING=KENNISARCHITECT Hoe verloopt dit proces? 2 mechanismen : ADAPTATIE en EQUILIBRATIE Assimilatie Accommodatie Voorbeelden van inductief lesgeven : bijv. kenmerken van menuet
Peuter en kleuter Stadium 2 : pre-operationeel denken Mentaal experimenteren (Uitgestelde) imitatie - geheugen Beginnend symbolisch denken – fantasie Geboeid door sprookjes, liedjes Anticiperen Aanzet zelfbeeld Preconceptueel (P)intuïtief denken (K) 1 op 1 abstraheren, categorieën Grote opslagcapaciteit, nog niet selectief functioneel ingezet Bijv. beginnend symbolisch denken : blokje is auto
Peuter en kleuter Denkfouten Conservatie o.w.v Centratie van denken Nog geen reversibel denken Statisch gericht
Peuter en kleuter Denkfouten 2. Egocentrisme
Peuter en kleuter Denkfouten 3. Verwarren van deel en geheel
Peuter en kleuter Verwarring tussen fantasie en werkelijkheid Antropomorfisme of animisme (Tafel is stout) Fysiognomisch waarnemen Artificialisme (De engeltjes wenen) Finalisme (Waarom? Waarom? Waarom?) Onlogische verbanden (Als de zon schijnt, krijg ik ijs) (Egocentrisch) magisch denken Fantasie draaft soms door Onlogische verbanden : tweeling, die bestaat twee keer! Magisch denken : foutief idee controle te hebben op de wereld: nu moet een tv programma beginnen Kleuter: beter onderscheid fantasie werkelijkheid geheugen neemt toe, nog weinig functioneel geleidelijk sociocentrisch en minder magisch denken besef van tijd
Peuter en kleuter 6. Taal : betekenisvol
Peuter en kleuter peuter kleuter Bedmonologen Woordenschat syntaxis Zingend brabbelen Egocentrisch taalgebruik Zelfbesef”ik”, “mijn”, eigen naam Bedmonologen 3000 woorden, langere zinnen, maar niet foutloos Aarzelend spreken Praten met en beschrijven van anderen Zelfbeschrijvingen 10 woorden per dag Aarzelend spreken in emotionele situaties
Peuter en kleuter Belang van taal: Ouders zijn rolmodel gevarieerd taalgebruik Verband met intelligentie Verband met economische welvaart Invloed van educatieve programma’s
Peuter en kleuter 7. Sociaal-emotioneel Ontstaan zelfbeeld (spiegel) Knuffel als vervanging van ouders Drang naar zelfstandigheid koppigheidsfase Uitbreiding emotioneel palet: schaamte, trots, jaloezie, agressie Invloed van gehechtheidstype op verdere relaties Oppervlakkige (P) meer duurzame vriendschappen (K) Uitbreiding sociale omgeving verschillende rollen
Peuter en kleuter 8. Seksueel Ontwikkeling sekse-identiteit, eigen en ander lichaam verkennen Behoefte aan lichamelijk contact Freud : anale (P) - fallische fase (K) lustgewin ♂ Oedipuscomplex (castratie-angst) controle ♀ Elektracomplex (penisnijd)
Peuter en kleuter 9. Persoonlijkheid Peuter Kleuter Elementair zelfbeeld Meer (uiterlijke) details uit zelfontdekking en beschrijving door anderen egocentrisch Beginnende empathie koppig Positief willen, taakbewustzijn Autonomie vs. schaamte, twijfel Initiatief vs. Schuld + ontwikkeling van genderidentiteit
Peuter en kleuter 10. Moreel Het Heinz-dilemma. (Naar L. Kohlberg) 'Ergens in Europa lag een vrouw op sterven omwille van een zeldzame ziekte. Er was echter een nieuw geneesmiddel waarvan de dokters dachten dat het haar leven kon redden. De bereiding van het geneesmiddel was duur, maar de apotheker vroeg nog eens tienmaal zoveel. Heinz, de echtgenoot van de zieke vrouw, ging bij al zijn kennissen langs om het geld te kunnen lenen. Hij kon echter maar de helft bijeenkrijgen. Hij vertelde de apotheker dat zijn vrouw stervende was en vroeg hem het geneesmiddel aan een lagere prijs te verkopen of hem toe te staan om later het verschil bij te betalen. Maar de apotheker zei: “Neen, ik heb het geneesmiddel ontdekt en ik wil er geld mee verdienen”. Heinz werd wanhopig en overwoog om in de apotheek binnen te breken en het geneesmiddel te stelen voor zijn vrouw.'
Peuter en kleuter 3 fasen in morele ontwikkeling (Kohlberg): pre-conventioneel conventioneel postconventioneel Gericht op gevolgen algemene gedragscodes prioriteiten leggen Straf vermijden (P) normen, wetten universele mensenrechten Beloning nastreven (K) NB : niet zonder kritiek : oordeel hangt af van situatie, vooral bij jongens, …
Peuter en kleuter morele ontwikkeling volgens Freud:
Peuter en kleuter 11. School spelenderwijs ervaringsgericht LEREN zorgverbreding basisbehoeften bevredigen : lichamelijk, affectie, erkenning, competentie, moreel Vanaf 2,5 jaar
Peuter en kleuter 12. Spel Bewegingspelletjes “Doen alsof”, rollenspel : inspiratie uit realiteit of fantasie Constructiespellen Solitair/parallel (P) associatief en coöperatief spel (K) regels! Associatief : nog zonder echte taakverdeling
Peuter en kleuter
Peuter en kleuter 13. Muzisch Hargreaves : 2-5j : figurale fase : globale vormen, weinig details Mix van gekende fragmenten en improvisatie Egocentrische kunstbeleving 5-8j : schematische fase : streven naar conventies “tonale stabiliteit”, metrum, toonhoogte- en tempovariaties Muzikale conservatieproeven Voorkeur voor hoog realiteitsgehalte van (beeldend) kunstwerk