Verbinden van Onderwijs en Onderzoek Inleiding in de methode, Cop 2009 Steven Nijhuis Hogeschool Utrecht
Drie stromen, drie vragen, gecombineerd in één project n P: Oplossen van praktijkprobleem voor opdrachtgever n C: Ontwikkelen van competenties (opdrachtgever is student / opleiding) n K: Ontwikkelen van kennis voor kennisopdrachtgever
In schema Kennisvraag Praktijkvraag Competentievraag Kennis Oplossing Competentie Vraag ontwikkelen: advertentie gebaseerd op praktijkvraag, beroepsprofielen en onderzoeksagenda(s) Valideren: opdrachtgever(s) voor praktijk- en kennisvraag geven op producten commentaar (offerte, ontwerp, implementatie, oplevering) Criteria Review: tutoren en deskundigen reviewen producten op basis van (kwaliteits)criteria. Kennis mobiliseren Kennis opdoen/ toepassen Studenten vergaren kennis om in te zetten voor de praktijkvraag
Essentiële elementen n Praktijkprobleem met een opdrachtgever uit de praktijk: n Échte opdrachtgever n Docent is coach, niet de deskundige die vertelt hoe het moet n Innovatief probleem: niet zonder ontwerp en -toetsing te bereiken n Personeels-advertentie: student = gewenste competentieontwikkeling, docent = rollen / uitstroomprofiel n Veilige omgeving voor studenten: n Vraagontwikkeling, validatie en reviews n Student/team is zelfsturend: n Neemt beslissingen en gaat zelf achter informatie aan n Signaleert informatie- en coachingsbehoeften n Bepaalt zelf criteria voor het werk
Validatie De methodologie Praktijk- probleem Studenten- project Plan van aanpak Formele evaluatie halverwege Eindpresentatie / Lessons Learned Vraag ontwikkeling Kick-off Startup review Midterm review Endterm review Competentie- vraag Rollen / advertentie Kennisvraag Vraag ontwikkeling Kwaliteitscriteria Akkoord offerte Akkoord ontwerp Akkoord oplevering Ervaring implemnt.
Kennisvraag n Vraagt om ‘kennis tussen de regels door’ expliciet te maken n Praktijkvraag: maak een structuurvisie. Kennisvraag: hoe pak je dat aan? n Praktijkvraag: verbeter het imago van fietspad (HU 2006), ontsluitingsroute (HvA 2007) of winkelstraat (HRO 2007) Kennisvraag: wat bepaalt het imago van ….
Niveaus van aansturing ReproductieTaakgerichtProbleem- gericht Situatie- gericht De student weet precies wat hij nu (en morgen) moet doen De student weet wat hij binnenkort af moet hebben De student wordt ondersteund bij moeilijke situaties De student weet dat hij antwoord krijgt op goed gefor- muleerde vragen
De digitale coach Voor als we tijd over hebben…..
Current situation n Creating a plan of approach is difficult (especially for inexperienced students). n Students don’t experience the creation of a plan of approach is part of the ‘real’ work. n Bad PoA’s lead to troublesome projects. n Most students learn the importance of a PoA by failure. This is often not an appreciated lesson.
Trouble area’s (which most likely go wrong) n Client mostly validates (even if problem definition and/or results are bad) n Criteria are non existent or at best too global to be of any use n Competence growth is not what was expected / planned n Knowledge question get’s no (serious) attention n Solution usually doesn’t Knowledge Q (research q) Real-life Q (practical problem) Competence Q (generic) Knowledge Solution Competences Criteria
Laboratory testresults DC Worth the effort (would have helped me)91% Want to use it next time59% Would recommend it to others77% Should be at hand for everyone to use91% Should be obligatory45% Only useful if you get stuck36%
Field test UsersNon users Did it helpYes (50%), Little (25%), No (25%) - UsabilityEasy (33%), Doable (56%), Difficult (11%) - Will be using itYes (67%), No (33%) OrganizationWorkshop (67%), Obligatory (22%) Workshop (67%), obligatory (22%)
Second field test / bachelor thesis project n Tutors unanimously: better structure, better problem definition n Students ambiguous: most say it helps, but a large portion doesn’t appreciate the variety of slightly different questions. n More testing to come