Onderwerpsverkenning Mensen met een verstandelijke beperking Verheye Gwendoline 1 Ba SW c Vak: ICT
Handboek klinische ontwikkelingspsychologie Auteur: Petrus Johannes Maria Prins (1948-); Caroline Braet Jaar: 2008
Hoofdstuk 18: Verstandelijke beperking Geschreven door Albert Ponsioen en Jan Plas Hebben andere boeken geschreven ook.
Bespreking tekst Duidelijk en logische structuur van de tekst. Handboek: studenten moeten hieruit leren. Verschillende hoofdstukken, wel geen inhoudstabel. Geen doorlopende tekst makkelijk om te lezen.
Referenties worden gemaakt in de tekst zelf. zeer kort, alleen auteur en jaartal vb. Deze beperkingen vinden hun ontstaan voor het achttiende levensjaar. (Luckasson e.a. 2002) Een zeer uitgebreide bronnenlijst achteraan. vb. Aalsvoort, G.M. van der (2000). De ontwikkeling van kinderen. In G.M. van der Aalsvoort & A.J.J.M. Ruijssenaars (Red.), Jonge risicokinderen. Achtergronden, onderkenning, aanpak en praktijk. Rotterdam: Lemniscaat
In de tekst zitten er ook een aantal tabellen. Deze zijn zeer makkelijk te begrijpen Onder iedere tabel staat de bron Iedere tabel is genummerd.
Aanbevolen literatuur Cranenburgh, B. van (2004). Neurorevalidatie. Uitgangspunten voor therapie en training na hersenbeschadiging. Maassen: Elsevier Gezondheidszorg. Didden, R. (2006). In perspectief. Gedragsproblemen, psychiatrische stoornissen en lichte verstandelijke beperking. Houten: Bohn Stafeu Van Loghum Stor, P. & Storsbergen, H. (2006). Onveilig gehecht of een hechtingsstoornis. Het onderkennen van hechtingsproblematiek bij mensen met een verstandelijke beperking. Utrecht: LKNG/NIWZ Zorg/ Uitgeverij Lemma BV.
Organisaties betrokken bij het thema Activiteitencentrum de Rinkel in Tielt. Beschutte werkplaats ‘de waak’ in kuurne Dagcentrum ‘de regenboog’ in Kuurne Westlandia De pelgrim Den ommeloop www.desocialekaart.be
Moeilijke woorden en definities Een verstandelijke beperking: Mentale retardatie is een beperking die gekenmerkt wordt door significante tekortkomingen in zowel intellectueel functioneren als in adaptief gedrag, zoals tot uitdrukking komt in conceptuele, sociale en praktische adaptieve vaardigheden. Deze beperkingen vinden hun ontstaan voor het achttiende levensjaar. AAIDD: American association on intellectual and developmental retardation Intelligentiebepaling Van groot belang voor VB-kinderen blijft nog steeds een deugdelijke intelligentiebepaling. Kennis van het niveau is niet alleen cruciaal voor een goed begrip van de mogelijkheden van de cliënt, maar ook van het niveau waarop de cliënt kan aangesproken worden. Er zijn verschillende testen, maar ze verschillen in de mate waarin de aangeleerde kennis en vaardigheden gebruikgemaakt moeten worden. De IQ test is de meestgebruikte test van allemaal. Meestal is er een combinatie van de “Wechsler intelligence scale for children” en de “Wechsler adult intelligence scale”. Men mag een IQ-score niet als een eenduidige, betrouwbare, valide en stabiele maat voor intelligentie beschouwen.
Specifieke cognitieve functies: Cognitieve functies zijn het geheugen, de aandacht, de taal, de logica, het ruimtelijk inzicht enzovoort. Dankzij deze cognitieve functies kunnen we bijvoorbeeld een route uitstippelen, een telefoonnummer onthouden, een gezicht herkennen, hoofdrekenen, autorijden, pianospelen of gewoon lezen! http://geheugen.plusmagazine.rnews.be/brein/cognitieve-functies.html Comorbide psychopathologie Psychopathologie is de leer van de psychische ziekte (geestelijk en psychologisch) of lijden of van de handelingen en ervaringen die kunnen wijzen op een psychische ziekte of handicap. Psychopathologie is een deelgebied van de psychologie en de psychiatrie. Waar de ziekte vooral de persoon betreft, kan het lijden op de persoon zelf en/of op de omgeving betrekking hebben. De psychopathologie is een wetenschap die aan de basis ligt van behandelingen waarvan de psychotherapie een voorbeeld is. Het is deels ook een beschrijvende of descriptieve wetenschap van psychische ziektebeelden. Comorbiditeit is het tegelijkertijd hebben van twee of meer stoornissen of aandoeningen bij een patiënt. Dit gebeurt in het algemeen met het gelijktijdig hebben van lichamelijke, geestelijke en vaak de daaropvolgende sociale problemen bij een persoon.