Aantekening §1 B-nummers.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Arm en rijk in Nigeria.
Advertisements

India als opkomend land
Transport en Infrastructuur
Nationale rekening DEEL 1 Productie meten.
Aardrijkskunde.
Hoofdstuk 1 Genoeg voor iedereen?
Mexico - vs.
Hoofdstuk 4 Azië en globalisering (voortdurend proces van wereldwijde economische, politieke en culturele integratie)
ZOU JIJ DAAR WILLEN WONEN?
In de vaart der volkeren
Hoofdstuk 5 Werelden van verschil
2.6 Ontwikkelingssamenwerking
HOOFDSTUK 10 ONTWIKKELINGSPEIL.
H6 werken Paragraaf 1+2.
1 havo/vwo H3 ontwikkeling §2
Veel verschillende ziekten
BBP = Bruto Binnenlands Produkt of BNP = Bruto Nationaal Produkt Dat zijn alle inkomens opgeteld gedeeld door het aantal inwoners. Uitkomst = gemiddelde.
H6 werken Paragraaf 1+2.
Bestaansmiddelen in Indonesië
India als opkomend land
Indonesië.
Indonesië.
Indonesië.
Hst 4: De wereld indelen.
Onderwerp: De verschillende economische sectoren opsommen, met voorbeelden illustreren, hun relatief belang inschatten.
Kappen, graven en planten rond de evenaar.
Inkomen les 14 Begrippen & 65 t/m Begrippen Primaire sector Bedrijven die zaken aan de natuur onttrekken (landbouw, jacht, bosbouw, visserij)
Aantekening §2 Aids in Afrika.
AFRIKA.
Hoofdstuk 3 Gebieden: Indonesië Paragraaf 7 t/m 12
Herhaling 1.De slow food-beweging is een reactie op de globalisering en zij willen meer streekgebonden producten. 2.Bij een boer die ook verdient aan toerisme.
Terra Tweede Fase havo © Wolters-Noordhoff bv
Terra Tweede Fase vwo © Wolters-Noordhoff bv Make poverty history In 2000 zijn millenniumdoelen vastgesteld, bijvoorbeeld: in 2015 moeten armoede.
ZUID AFRIKA, EEN ONTWIKKELINGSLAND?
Hoofdstuk 2 Verbanden tussen patronen Paragraaf 6 t/m 9
Hoofdstuk 4 Aardrijkskunde, economie en maatschappij
Internationale welvaartsverschillen
Kenmerken en gevolgen van onderontwikkeling
Hoofdstuk 2 Arm en rijk in Nederland en Europa.
3/4 vmbo 1 Arm en Rijk § 2-4.
8.4 Hoe help je een ontwikkelingsland?
8.1 Waarom handel met het buitenland?
Hoofdstuk 3 Arm en rijk in de VS en Nigeria.
8.3 Hoe is de welvaart verdeeld?
Aardrijkskunde Blok 4.
Landbouw, goederen en Diensten B 125 B 126 B 127 B 128.
Economie.
WERELD 2 h/v Ontwikkeling, arm en rijk par 2.
Arbeidsmarkt Als je op de markt loopt zie je om je heen verschillende kopers en verkopers. De vraag naar een product bestaat uit de mensen die een product.
3/4 vmbo 1 Arm en Rijk § 2-4.
2 th 1 Ontwikkeling § 2-3.
Wat voor inkomen heb je & waar blijft je geld?
2TH Hoofdstuk 3 Steden, van hier tot Tokyo §2 en 3
H o o f d s t u k 3 H e t W e l v a a r t s p e i l § 3.1 Werken en waar? Drie bestaansmiddelen of economische sectoren Primaire, secundaire en tertiaire.
1. globalisering. 1 Weg uit Nederland a Daar zijn de lonen lager. Daar is de productie dus goedkoper. Tot 1989 bestond het IJzeren Gordijn nog. De uitwisseling.
1. globalisering. 1.1 Het economisch wereldbeeld.
Waaraan herken je een ontwikkelingsland?
3.1 PRODUCTIE.
Verdienen en Uitgeven Hoofdstuk 2.
2 B.
Aardrijkskunde voor de 2e fase VWO 5 en VWO 6. Samenvatting
Cursus 4.1 Elk doet zijn werk Klas 2 BK Lesweek 4
Cursus 4.1 Elk doet zijn werk Klas 2 KGT Lesweek 1
Waaraan herken je een ontwikkelingsland?
Niet alleen op de wereld
Niet alleen op de wereld
Niet alleen op de wereld
Ontwikkelings-landen
Duurzaamheid C en D Hoofdstuk 2 People.
1BK Hoofdstuk 3 | Arm en rijk
Transcript van de presentatie:

Aantekening §1 B-nummers

B 160 Ontwikkelingspeil Met ontwikkelingspeil bedoelen we de mate van ontwikkeling van een land. Vaak bedoelt men dan kennis. Waarom? Heel veel andere zaken (gezondheidszorg, economisch inzicht, techniek etc.) zijn afgeleiden van kennis. Analfabeten: mensen van 15 jaar en ouder die niet kunnen lezen en schrijven. Ontwikkelingspeil is van grote invloed op de inrichting.

B 161 Ontwikkelde landen en ontwikkelingslanden Landen met een laag ontwikkelingspeil noemt men ontwikkelingslanden. Landen met een hoog ontwikkelingspeil noemt men ontwikkelde landen. Er is geen grens tussen die twee. Om te bepalen wat een land is moet je naar een aantal kenmerken kijken.

Onderontwikkeling 2 basiskenmerken van onderontwikkeling zijn: inkomen 1e levensbehoeften (voedsel, huisvesting, onderwijs en gezondheidszorg)

Onderontwikkeling Daarnaast een aantal overige kenmerken (deze moet je ook kennen): tempo bevolkingsgroei % werkers in de landbouw/ primaire sector % werkers in de industrie/ secundaire sector % werkers in de dienstensector energieverbruik % stedelingen kwaliteit infrastructuur

B 163 Basiskenmerk: inkomen Armoede is een relatief begrip. Je kunt pas zeggen dat je arm bent als je weet wat rijk is. Dus je moet vergelijkingsmateriaal hebben. Daarom een maat / eenheid om dat te vergelijken; de eenheid van inkomen is: BBP: Bruto Binnenlands Product of BNP: Bruto Nationaal Product = allebei hetzelfde; het geld dat alle inwoners van een land gezamenlijk in 1 jaar verdienen gedeeld door het aantal inwoners.

B 170 percentage beroepsbevolking in de eerste sector Eerste sector is landbouw: ook wel primaire sector Veel mensen in Afrika doen aan zelfvoorzienende / zelfverzorgende landbouw. Dus veel mensen zijn daar werkzaam. Want: Weinig machines dus handarbeid Weinig geld voor ontwikkeling in andere sectoren In rijke landen produceren de boeren voor de markt / handel. Zij zijn dus commercieel bezig.

Verschil in Landbouw Rijk en Arm Verschillen in landbouw tussen rijke en arme landen: Rijk: grote bedrijven, meer machines, gebruik kunstmest en chemicaliën, specialisatie Arm: kleine bedrijven, weinig machines, geen kunstmest en chemicaliën, meerdere gewassen door elkaar

B 172 percentage beroepsbevolking in de derde sector Derde sector is diensten: ook wel tertiaire sector Let op: 2 diensten sectoren: tertiair: winst maken (bedrijven) quartair: geen winst maken (overheid) Veel armoede, dus mensen creëren zelf een baan, zij verlenen “diensten” aan anderen voor weinig geld. Dit noemen we vlucht sector. Ook wel informele sector.

Verschil dienstensector Rijk en arm Verschil dienstensector rijk-arm; Rijk: hoge inkomens, hoge opleiding nodig Arm: lage inkomens, (soms) geen opleiding (zelf verzonnen baantjes)

B 174 percentage stedelingen In rijke landen 75-90% van de inwoners in de stad. In minder ontwikkelde gebieden 40 %. Minder stedelingen, toch problemen? Er komen steeds nieuwe mensen naar de stad met de hoop op een betere toekomst. Helaas is die er vaak niet. Dus veel armoede. Mensen bouwen zelf huisjes (slums of bidonvilles) waar de omstandigheden erg slecht zijn.