Hoofdstuk 4 De economie in de Zilveren Eeuw

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Crises zijn van alle tijden
Advertisements

Organisatiekunde.
De economie in de gouden eeuw
Afbeelding: Vorstendom (Rijnland-Palts)
Transport en Infrastructuur
H3 Industralisatie en Ismen.
Scheepsbouw profiteert van opbloei
Plantagekolonies Transatlantische slavenhandel Abolitionisme
De Republiek in de Zilveren Eeuw
De economie in de gouden eeuw
Handel in de zilveren eeuw: verval/stagnatie/groei?
De Republiek in een tijd van vorsten De Republiek verliest haar voorsprong § 4.3.
P2.2 Landbouw en platteland in Europa
In de vaart der volkeren
Een goede Powerpointpresentatie
Economische Crisis Hoofdstuk 1, paragraaf 3.
De Republiek in een tijd van vorsten
Hoofdstuk 2 De Gouden eeuw De Rep
3.4 Immigratie en bevolkingsgroei
3. Periode De vestiging van de Republiek
4.4 Het einde van de Gouden Eeuw
2.4 Het begin van de Gouden Eeuw
3.4 De Gouden Eeuw.
Inzoomen op Zuidoost-Azië Astrid Cijsouw
H3 De Republiek in de Gouden Eeuw
De Republiek in een tijd van vorsten Centralisatie en reformatie § 2.4.
De Republiek in een tijd van vorsten
De Republiek in Europa Les 21: Concurrenten op zee
Nederland Les 9: De Gouden Eeuw
Hst 2: ZOA: Een regio in beweging Ifugao, een inheems volk op de Filipijnen. Kolossale rijstterrassen die dreigen te vervallen doordat boeren wegtrekken.
Indonesië.
De Republiek in Europa.
Paragraaf 2 Het cultuurstelsel.
Terra Tweede Fase havo © Wolters-Noordhoff bv
Goede tijden, slechte tijden
H2 De economie van de Gouden Eeuw
De burgemeester van Delft en zijn dochter
Hoofdstuk 4 Aardrijkskunde, economie en maatschappij
De economie in de Zilveren Eeuw
Het platteland in de Republiek
De tijd van regenten en vorsten
Hoofdstuk 2 Arm en rijk in Nederland en Europa.
Paragraaf 3.2 Nederland en Europa.
Schoolexamen dinsdag 13 januari
8.1 Waarom handel met het buitenland?
VOC, Grachtengordel, Rembrandt
De economie in de gouden eeuw
Paragraaf 2: Economische crisis
Wat de Nederlandse Opstand is
De economie in de Gouden eeuw
De koloniale relatie tussen Nederland(ers) en Nederlands-Indië
DE ECONOMIE IN DE GOUDEN EEUW Aantekeningen [DEEL 2]
Hoofdstuk 3: Regenten en Vorsten
De opkomst van Holland.
Bevolking van de Republiek
Hoofdstuk 4 De Nederlanden
Economische Crisis Hoofdstuk 1, paragraaf 3.
Antwoorden herhalingsopgaven
Regenten en vorsten H6.3 DE INTERNATIONALE HANDEL.
De Verenigde Staten. §1. Dertien Staten vormen één land. In 1607 stichtten de Engelsen dertien kolonies aan de oostkust van Noord- Amerika.
Instructie hoofdstuk 8 Internationale ontwikkelingen.
Paragraaf 6.3 Internationale handel Kenmerkende aspecten: 1)De bijzondere plaats in staatkundig opzicht en de bloei in economisch en cultureel opzicht.
Instructie hoofdstuk 8 Internationale ontwikkelingen
Burgers en stoommachines §5.1 Industrie en samenleving
Regenten en vorsten 3.2 Nederland en Europa
VROEG MODERNE TIJD Wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van de wereldeconomie.
Sociale zekerheid en verzorgingsstaat in Nederland
Hoofdstuk 2 Nederland als industriële samenleving § 4
Economische kringloop
Nederland en de rest van de wereld
Transcript van de presentatie:

Hoofdstuk 4 De economie in de Zilveren Eeuw Hoe ontwikkelden landbouw, nijverheid en handel zich in de Zilveren Eeuw?

4.1 De terugval van een handelsnatie

oorzaken: Oorlogen met Frankrijk en Engeland Mercantilisme Toenemende concurrentie Voorbijlandvaart; producten direct van producent naar afnemer gebracht. Stapelmarkt wordt overgeslagen

oorzaken Verzanding havens en rivieren Trage tempo trekvaart Veranderende vraag Hoge lonen, hoge belastingen

Graanhandel Teruggang doordat er meer graan geproduceerd werd terwijl de bevolking niet meer groeide→ dalende prijzen

Visserij Haringvisserij last van hoge lonen, opkomende concurrentie en verminderde consumptie. Walvisvaart groeit eerst nog wel maar daarna last van overbevissing en concurrentie

Conclusie: Het aandeel van de Republiek in traditionele producten als graan, haring en hout liep terug daarvoor in de plaats kwamen nieuwe producten en nieuwe markten Dus totale achteruitgang handel bleef beperkt. Handel bleef bron van welvaart en werkgelegenheid. Na 1750 zelfs weer opleving Wel groei in: Rivierhandel met Duitse achterland Financiële en Commissiehandel; handelsagent die in opdracht van koopman goederen verkoopt Koloniale handel (VOC)

4.2 Koloniale handel VOC Goederen stroom wordt groter maar ook het assortiment nam toe→ maar winsten namen niet toe door gestegen kosten.

Handelswaar VOC specerijen textiel suiker porcelein koffie en thee

Koloniale handel; WIC Steeds meer landen verboden hun planters om slaven van de WIC te kopen dus schakelde de WIC over op de ontwikkeling van suiker- en koffieplantages in Suriname. Maar de WIC is nooit echt een winstgevende onderneming geworden.

Geldhandel Er werd veel geld verdiend met geldhandel, vooral na 1750 groeide de Amsterdamse kapitaalmarkt In de tweede helft van de 17e eeuw ontstonden in de Republiek de eerste verzekerings-,bankiers- en commissionairshuizen opgericht door kooplieden die hun geld en internationale contacten gebruikten om naast de handel in goederen ook bezig te houden met financiële dienstverlening

Aantrekken geld beleggers voor bedrijven en planters Verstrekken leningen aan bedrijven (VOC en WIC) en planters (Suriname) Bank en -effectenwezen Verkoop aandelen buitenlandse bedrijven Firma Hope & Co Verzorgen internationale betalingsverkeer tussen staten Gaven leningen aan buitenlandse bedrijven en vreemde mogendheden Amsterdam wordt na 1750 hét Europese centrum voor verzekeringen, commissiehandel, internationale betalingen en kredietverlening

Geldhandel Elite bulkte van het geld. Wat ermee te doen? Binnen Republiek in 18e eeuw weinig investeringsmogelijkheden → obligaties Holland lost na 1750 schuld af→ geld gestoken in VOC, WIC en de Surinaamse plantages en in buitenlandse avonturen

Nijverheid Last van toenemende buitenlandse concurrentie Mercantilistische maatregelen Gewesten proberen eigen nijverheid te beschermen maar Nederlandse welvaart afhankelijk van export dus verval wordt niet tegengegaan Hoge lonen Technologische voorsprong gaat verloren Wel makkelijk aan grondstoffen te komen Grote beschikbaarheid wind, turf en water blijft VOC nog steeds belangrijk als opdrachtgever

Achteruitgang in: Textielnijverheid Scheepsbouw Wel groei in: jeneverstokerij papierindustrie suiker

Landbouw achteruitgang na 1660 door: Toename landbouwproductie in Duitse Rijk, Frankrijk en Engeland Afname bevolkingsgroei Hoge lonen, hoge pachtprijzen en hoge belastingen Paalworm Veepest Veel boeren gaan failliet maar commerciële structuur blijft bestaan. Boeren die de crisis overleefden gingen efficiënter produceren of schakelden over op andere producten

Landbouw in landgewesten Minder last van crisis: Produceerden voor eigen gebruik Lagere lasten; minder personeel, minder belasting, pacht vaak in natura betaald Gemengde bedrijven→ schakelen makkelijker over op andere producten

Na 1750 herstel landbouw Groei Europese bevolking Daling belastingen en pachtprijzen Introductie aardappel Steeds meer gewassen verbouwd die goed te eten zijn met aardappelen Republiek wordt grote exporteur van agrarische producten→ landbouw wordt drager economie

Economische bloei In Friesland, Groningen en oostelijke gewesten economische bloei door herstel landbouw Vooral streken die goede verbinding met Holland en Duitsland hadden profiteerden Opleving handel Oostzee→ Friese havens profiteren hiervan Gebieden met bloeiende plattelandsnijverheid deden het goed. Veluwe (papier), rivierenland (steen en dakpannen), Twente en Tilburg (textiel)

Wel groei in: Koloniale handel Financiële dienstverlening; bankieren en commissiehandel Groei handel met Duitse achterland Jeneverstokerij, papier- en suikerindustrie Landbouw na 1740

Einde bevolkingsgroei Met name nijverheidssteden krijgen te maken met de-urbanisatie, in het oosten en zuiden van de Republiek wel groei Afname immigratie naar Holland Immigranten nu vooral afkomstig uit Duitse gebieden, met name vrouwen→ dienstmeisjes Sterfte in steden bleef hoog als gevolg van slechte hygiëne en ziekten als pokken en malaria

Bevolkingsopbouw in steden Vrouwenoverschot in Hollandse steden kwart vrouwen bleef ongehuwd Gemiddelde huwelijksleeftijd stijgt (van 24,5 naar 28 jaar) Gemiddeld aantal kinderen daalt