Paragraaf 4 Europa 4.1 Bloedig Europa
Grenzen zijn veranderlijk Oorlogen bepalen meestal de grenzen Na de Eerste Wereldoorlog veranderde er veel in Oost Europa Na de Tweede Wereldoorlog weer
Koude Oorlog Het Westen tegenover het Oostblok (kapitalisme tegen communisme) De Russen hadden Oost-Europa bevrijd in de Tweede Wereldoorlog, de geallieerden West-Europa Oost Europa kende een planeconomie, het Westen een vrije markteconomie De Berlijnse muur was de meest duidelijke scheiding
Planeconomieën in het Oostblok Na de Tweede Wereldoorlog communisme in Oost Europa Geen vrije markt Maar één partij en geen vrijheid van meningsuiting Steeds meer weerstand
Val van het Oostblok In 1989 viel het Oostblok uiteen na veel protesten „Das tritt nach meiner Kenntnis… ist das sofort, unverzüglich.“ Günter Schabowski In 1991 viel ook de Sovjet-Unie en ontstonden staten als Estland, Letland, Litouwen, Oekraïne, Wit Rusland en Moldavië
De eenwording van Europa Paragraaf 4.2
Volkslied? Ode aan de vreugde (Beethoven/Schiller) http://www.youtube.com/watch?v=jrexhus-8kw Ode aan de vreugde (Beethoven/Schiller)
Geschiedenis van de EU Na de Tweede Wereldoorlog wilde men nooit meer oorlog, er moest meer samenwerking komen EGKS Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (1952) EEG Europese Economische Gemeenschap (1957) EG Europese Gemeenschap (1967) EU Europese Unie (1993)
Uitbreiding? Zowel horizontaal als verticaal Steeds meer landen die meedoen Welke voorwaarden zijn er? Steeds meer macht van de EU, steeds meer terreinen waar de EU iets over te zeggen heeft Waar zijn veel mensen bang voor?
27 leden http://europa.eu/abc/european_countries/index_nl.htm
Belangrijke prestaties van de EU Vrije handel geen invoerheffing De Euro gemeenschappelijke munt Verdrag van Schengen geen douane controles Subsidies landbouw, minder rijke gebieden, cultuur Europese regelgeving afspraken maken over grootschalige problemen
Duur? Uitgaven van de EU in 2006 133,8 miljard euro (1 % van totale inkomen) Landbouw: 46.7% subsidies voor minder ontwikkelde regio’s: 30.4% Intern beleid: 8.5% Administratie: 6.3% Extern beleid: 4.9% Pre-toetredingssteun: 2.1% Compensaties: 1.0% Reserves: 0.1%
Hoe zit de EU in elkaar?
Het Europees Parlement In Straatsburg (Frankrijk) Direct gekozen door de Europese burgers Taak: Wetten aannemen, wijzigen of verwerpen
De Europese Raad In Brussel Bestaat uit de regerings- leiders van alle 27 leden Zet de algemene lijnen uit
De Europese Commissie In Brussel 27 Eurocommissarissen Bedenkt nieuwe wetten Controleert of wetten correct worden nageleefd
Regionalisme Paragraaf 4.3
Wie heeft de macht? De Europese Unie is een supranationale organisatie en staat boven de rijksoverheid De rijksoverheid heeft dus een deel van zijn eigen soevereiniteit in moeten leveren Wat zijn argumenten voor toetreding tot de EU? En wat zijn argumenten tegen?
Europeaan of Nederlander? Wat voel je jezelf het meest? Een Nederlander, wereldburger of toch een Europeaan? Nationalisme: vaderlandsliefde Anti EU of pro EU?
Nieuwe lidstaten Paragraaf 4.4
Nieuwe lidstaten In 2004 zijn er tien nieuwe landen bij de EU gekomen In 2007 nog twee In 1957 (het begin), waren er maar zes leden
Waarom meer leden? De nieuwe leden zijn over het algemeen armer dan de oude leden De oude, rijkere leden zijn mede daardoor netto betalers aan de EU De grenzen tussen de Schengenlanden zijn open (of toch niet?)