bij veneuze bloedafname Praktische tips bij veneuze bloedafname isa.vierendeels@imelda.be Ipodium, 10 november 2007 Imeldaziekenhuis Bonheiden I
Dit proces kan ingedeeld worden in 3 fasen: Inleiding De ISO norm 15189 stelt het labo verantwoordelijk vanaf het voorschrift tot aan de interpretatie ondersteuning van de resultaten Dit proces kan ingedeeld worden in 3 fasen: De preanalytische fase De analytische fase De postanalytische fase I
De bloedafname I
Het voorschrift / het aanvraagformulier Het aanvraagformulier moet correct ingevuld zijn: Patiëntgegevens: naam, voornaam, geboortedatum, adres en eventueel een kleefvignet van de mutualiteit Gegevens van de aanvragende arts: naam, voornaam, rizivnummer. Handtekening van de arts. Tijdstip van de bloedafname: datum + uur. Indien relevant bij de interpretatie van de resultaten: klinische gegevens en/of medicatie. De aangevraagde onderzoeken moeten afzonderlijk aangekruist worden. I
Patiënt is liefst nuchter voor de bloedafname, cfr. referentiewaarden Breng al het nodige materiaal binnen bereik Comfortabele houding voor patiënt en voor U, de arts Laat de patiënt een vuist maken (NIET pompen) Ontsmet de punctieplaats Verwittig de patiënt voor de prik Maak de knelband los bij het vullen van het eerste buisje Respecteer de voorgeschreven volgorde (citraatbuisje mag NOOIT de eerste afnamebuis zijn) I
Volgorde afnamebuisjes Serum (geel of rood) Citraat Heparine EDTA Fluoride
Laat de buisjes volledig vullen De bloedafname (2) Laat de buisjes volledig vullen Laat de patiënt, na afloop, drukken op het kompres Meng ALLE buisjes door zwenken (NIET schudden) Verwijder de naald in de naaldcontainer (NIET herkappen!!!) Identificeer duidelijk leesbaar alle afgenomen stalen met naam, voornaam patiënt Bewaar de stalen op kamertemperatuur Bezorg ze (met het aanvraagformulier) zo snel mogelijk aan het labo voor analyse Ontsmet uw handen (liquide handalcohol) I
Niet alle buisjes gevuld: herhaal de punctie aan de andere arm. Meer tips Niet alle buisjes gevuld: herhaal de punctie aan de andere arm. Vermijd langdurig afsnoeren door knelband. Zijn de buisjes onvoldoende gevuld (serum of heparine): verbreek het nog aanwezige vacuüm. Is tijdens de afname, het vacuüm uit de buis verloren gegaan, neem een nieuwe buis en probeer opnieuw. POCT: glucose meting: prikplaats wassen met water en zeep. Niet ontsmetten met alcohol of ether. I
Welke buizen voor welke testen? EDTA: hematologie, HbA1c, NH3+, e.a. Citraat: stollingstesten: aPTT, PT, fibrinogeen, Lupus Anticoagulans, telling bloedplaatjes bij bloedplaatjesaggregatie in EDTA staal,… Afhankelijk van de meetmethode: Serum of heparineplasma Serum: infectieuze serologie, tumormarkers, allergietesten, Li+ dosage en (eventueel) routine biochemie. Heparine: routine biochemie, cardiac markers, vitamine B1, telling bloedplaatjes bij bloedplaatjesaggregatie in EDTA staal… Fluoride: glycemie, ethanol, lactaat en ev. HbA1c I
Problemen? Welke buizen? Hoeveel bloed? Bewaring? Consulteer de laboratoriumgids of Contacteer het labo of Contacteer de klinisch bioloog I
Foutbronnen in de preanalytische fase Foute of onleesbare patiëntidentificatie Verhoogd risico op staalverwisseling!!! Foutieve afnamebuis Vb. stollingstesten aangevraagd maar geen citraatbuisje geprikt. Onvoldoende gevulde buizen Onvoldoend gevulde citraatbuis: verlengde stollingstesten Onvoldoende EDTA buis: verhoogde nadelige invloed van het anticoagulans op de morfologie van de cellen Onvoldoende menging van de stalen na afname Stolsels in EDTA buisje en citraatbuisje: geen analyse meer mogelijk Foutieve bewaring van de stalen: Verhoogde K+ na bewaring in koelkast (2 – 8 °C) door verminderde werking van de Na+-ATP pomp Hemolyse van de rode bloedcellen: bij moeilijke afname onvoldoende gevulde buis (onderdruk, nog vacuüm aanwezig) foutieve bewaring van het staal (te koud - te warm) te hevig schudden van de stalen Stalen te lang onderweg: Stollingstesten moeten kunnen worden uitgevoerd binnen de 2u na afname Bloeduitstrijkje voor beoordeling van de morfologie van witte bloedcellen Serum/heparine: zo snel mogelijk cellen scheiden van serum en/of plasma Stalen te lang blootgesteld aan het licht Invloed van licht op bilirubine, vitamine C I
Verkeerde staalvoorbereiding: Preanalytische fouten in het labo Staalverwisseling Verkeerde staalvoorbereiding: Vb: onvoldoende gemengd EDTA staal voor hematologietesten Contaminatie van stalen door pipetteren Indamping van het staal Gebruik van verkeerde verdunningsfactor bij omrekening van een resultaat Te lange blootstelling aan het licht I
In vivo Biologische variabelen: Factoren die de resultaten beïnvloeden (1) In vivo Biologische variabelen: Geslacht, leeftijd, ras (cfr. Referentiewaarden) circadiaans ritme (dag/nacht) Seizoenen. Hoogte: in de bergen. Levensstijl (roken, alcohol, drugs), dieet, ondervoeding, fysieke inspanning… Hormonale schommelingen: zwangerschap, menstruatie, menopauze… I
Factoren die de resultaten beïnvloeden (2) Eigen aan de patiënt, in vivo: endogeen: lipemie, hemolyse, bilirubine, paraproteïne, aanwezigheid van bepaalde antistoffen, koude agglutininen exogeen: medicatie, contraststoffen, voedselinname, roken… Eigen aan de patiënt,in vitro: aanwezigheid van koude agglutininen: na afname agglutinatie van de rode bloedcellen, foutieve telling van RBC en MCV, herhaling van de bepaling na 1u op 37°C) Aggregatie van de bloedplaatjes in EDTA: verlaagd resultaat en microscopisch aggregatie van de bloedplaatjes waargenomen. De telling wordt herhaald op een citraatstaal en heparinestaal (ook uitstrijkjes voor microscopie): zijn deze resultaten normaal dan is de thrombopenie in het EDTA-staal een “pseudothrombopenie”. I
Interferenties in de analytische fase: Bijkomende problemen Interferenties in de analytische fase: hemolyse, icterie, lipemie: zie HIL-index Medicamenten en contraststoffen Tijd tussen afname en bepaling: opgelet voor bijaanvragen of controle van een resultaat! Seizoenen: opgelet: bewaring en transportomstandigheden winter/zomer Serum: bij thrombocytose, verhoogde K+ metingen. I
Interpretatie resultaten Hou rekening met hoger genoemde factoren bij de interpretatie van de resultaten. Bij problemen: Contacteer klinisch bioloog I
Referenties Tijdschrift voor Geneeskunde, 63, nr.17, 2007 I