Agenda  Les 13  wkn 13 2 e  hs 2.4 overige kosten  bestuderen tb 32 tm 47 maken 2.15 tm 2.20 (wb tm 84)

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Break-even-analyse oftewel “quitte spelen”
Advertisements

20-03 Indelingen kosten.
Winst- & verliesrekening (of resultatenrekening of baten- & lastenrekening) Het Eigen Vermogen verandert als gevolg van de bedrijfsactiviteiten gedurende.
Marktvormen Economie.
Kosten produceren - vervolg
Voorbereiding H14 Klas 4G.
Agenda  Les 15  wkn 14 2e  hs 2.6 winst & verlies
kosten break-even-analyse grafisch
Agenda  Les 13  wkn 13 2e  hs 2.4 overige kosten
gemiddeld & marginaal…
WELKOM H3B 11 MAART STUDIEWIJZER NOG MAAR 4 LESSEN TE GAAN EN EEN LAATSTE PROEFWERK! WeekLes Week 10: 5 maartT/m opdr. 31 Week 11: maartT/m.
Totale Constante Kosten (TCK)
Toegevoegde Waarde Productie = inkomen.
Hoofdstuk 5 “Een eigen bedrijf”
Wat moet je leren: Heel hoofdstuk 3, behalve paragraaf 5
constante kosten, variabele kosten en marginale kosten
Vandaag Nabespreking toets Crediteuren/debiteuren
Havo
Hoeveelheidsaanpassing I
Hoofdstuk 11 Kostenstructuur.
H12 Kostencalculaties.
Agenda  Les  wkn  hs 2 1 omzet en afzet  bestuderen tb 32 tm 36 maken 2.1 tm 2.5 (wb tm 60)
Constant of Variabel? Kosten.
Stap 3; Constant of Variabel?
Break-even analyse Hoeveel moet ik minimaal produceren om geen verlies te maken?= p.
J. de Lange ECONOMIE HOE KUN JE DAT NOU MAKEN?. Winstberekening Belangrijk PROGRAMMA:
TO = P*Q TO = 8q TO = Totale opbrengst q = hoeveelheid 8 = de prijs qTO
E. v. Kooten / L. El Hannouchi 11 februari 2011 /© Bedrijfseconomie voor de horeca 4.1 t/m 4.4 Bedrijfseconomie Horeca deel 1 Hoofdstuk 4 Constante en.
LES 2 Huiswerk was: Werkbladen tot en met pagina 4 M&O hoofdstuk 9, opgave 1-2.
Hoofdstuk 6 Productie.
LES 3 Huiswerk was: Werkblad tot en met pagina 5 M&O boekje hoofdstuk 9, opgave
Hoofdstuk 9 M&O JUNI 2016 H3. Wat gaan we doen? - Hoofdstuk 9 M&O - Introductievragen - Uitleg / aantekeningen - Sommen maken.
Les 1. Wat voor les krijgen we nu? Tijdens de lessen over hoofdstuk 9, 10 en 11 krijg je op een andere manier les. Het doel is om je zelfstandigheid te.
Hoofdstuk 11 De Break-Even Afzet (BEA). Wat kost internet ? Vroeger moest je internetkosten betalen per minuut. Dat ging via een vorm van bellen. Joep.
De optimale productiegrootte (bij een markt van volkomen concurrentie)
Constante kosten / variabele kosten. Ondernemer zijn Waarom ben je ondernemer? Om geld te kunnen verdienen. Voordat je kunt beginnen: Ga je:
Hoofdstuk 6 Productie en markt.
Welkom VWO 5..
constante kosten, variabele kosten en marginale kosten
3.1 PRODUCTIE.
Lesbrief Vervoer H2.
Havo 4 Lesbrief Vervoer.
Havo 4 Lesbrief Vervoer.
verwarring begrippen omzet of winst
Havo 4 Lesbrief Vervoer.
Brutowinst en nettowinst
Hoofdstuk 11 De Break-Even Afzet (BEA) Les
Havo 4 Lesbrief Vervoer.
Hoofdstuk 9 M&O + in groepjes Havo3 iPad.
HUISWERK: Boek M&O hoofdstuk 11, opgave (4 dus nog niet!)
Wat zijn constante kosten? Wat zijn variabele kosten?
Break-even-analyse oftewel “quitte spelen”
Samenvatting Lesbrief Vraag en aanbod
Havo 4 Lesbrief Vervoer.
Havo 4 Lesbrief Vervoer.
eenheden variabele productiefactor (arbeid) productie in aantallen
Welkom Havo 5..
Hoofdstuk 9 LES 3 Huiswerk was: Werkbladen tot en met pagina 6
Huiswerk: Hoofdstuk 11 m&o boek, opgave 1 Oefenopgave 2 (stencil)
Welkom 8 mei 2018.
Break-Even Hoofdstuk 11 M&O.
H5 Kostencalculaties 5.1 t/m 5.3.
PRODUCEREN OMZET, AFZET, WINST.
Hoofdstuk Break-evenpoint
constante kosten, variabele kosten en marginale kosten
Hoofdstuk 9 LES 2 Huiswerk was: Werkbladen tot en met pagina 5
Vakman ondernemer – Financieel plan
Les 1 Huiswerk was: Maak bladzijde 3 van de werkbladen
Afzet is hetzelfde als de verkochte hoeveelheid
Extra uitleg H4 Domein Markten
Transcript van de presentatie:

Agenda  Les 13  wkn 13 2 e  hs 2.4 overige kosten  bestuderen tb 32 tm 47 maken 2.15 tm 2.20 (wb tm 84)

Bedrijfskosten Bedrijfskosten zijn de door ondernemingen gemaakte kosten die aan klanten worden doorberekend in de verkoopprijs Constante kosten De kosten die niet* veranderen wanneer de productie of de verkoop verandert. vb. Afschrijvingskosten machine vast %-tage van de aanschafprijs/ huurkosten Variabele kosten De kosten die wel veranderen wanneer de productie of de verkoop verandert. vb. grondstofkosten

Constante kosten De kosten die er altijd zijn ook al is er geen verkoop of productie. Deze bestaan o.a. uit afschrijvingskosten en interestkosten van de productiecapaciteit. De constante kosten worden weergegeven met de letter “c”

Variabele kosten Variabele kosten per eenheid product worden weergegeven met de letter “v”. -Proportioneel: De toename van de variabele kosten loopt gelijk aan de toename van de productie of verkopen. (vb: 3kg grondstof voor 1 product, 9kg voor 3 producten) -Degressief: De toename van de variabele kosten is kleiner de toename van de productie of verkopen. (2m2 stof voor 1 jurk, 3,6m2 voor 2 jurken) -Progressief: De toename van de variabele kosten is groter dan de toename van de productie of verkopen. (loonkosten per eenheid product bij overwerk)

Bedrijfskosten in formulevorm TK = vq + c waarbij –TK: totale kosten –v:variabele kosten per eenheid product –q:aantal eenheden product –c:constante kosten TK / q = kosten per eenheid product –als q stijgt dan dalen kosten per eenheid product!

Functies: kosten en omzet De totale kosten: (kosten van alle productiefactoren) TK = TVK + TCK ofwel TK = vq + c De totale omzet (geldopbrengst van de verkoop) geldopbrengst per stuk x verkochte stuks TO = pq

Oefenopgave Gegeven: Een gitaarbouwer maakt ukuleles. Per instrument heeft hij nodig: hout (€ 5), snaren (€ 4,50) en lijm (€ 0,50). Voor zijn werkplaats geeft hij € 375,-- per maand uit aan huur, nutsvoorzieningen en verzekeringen. Hij verkoopt de ukulele voor € 25,-- per stuk. Gevraagd: 1.Hoeveel bedragen de bedrijfskosten per ukulele indien hij er 10 maakt per maand? 2.Hoeveel bedragen de bedrijfskosten per ukulele indien hij er 100 maakt per maand? 3.Hoeveel ukuleles moet hij verkopen om geen verlies te hebben?

Maatschappelijke kosten Maatschappelijke kosten zijn kosten van consumptie en productie die worden afgewenteld op de hele samenleving. Productie en consumptie gaan gepaard met Milieuverontreiniging (bodem, lucht, water) en Uitputting van natuurlijke hulpbronnen (gas, olie, natuur…) Toenemend milieubewustzijn en sturing: “de vervuiler betaalt…”

Ten slotte...