De Belgische economie tijdens en na de economische crisis 4. Na de crisis: uitdagingen inzake economisch beleid voor Europa en België Gepresenteerd door Annick Bruggeman Departement Studiën
Structuur van de uiteenzetting D E VOORNAAMSTE LESSEN UIT DE CRISIS M. B. T. 1.De organisatie van het prudentieel toezicht 2.De coördinatie van het economisch beleid D E VOORNAAMSTE STRUCTURELE UITDAGINGEN VOOR B ELGIË 3.De vergrijzing van de bevolking 4.De mondialisering 2
Lessen inzake microprudentieel toezicht Microprudentieel toezicht op individuele financiële instellingen moet voorkomen dat een instelling failliet zou gaan ●door te beoordelen hoeveel risico een instelling neemt en of de aangelegde financiële reserves daarmee in overeenstemming zijn ●met als uiteindelijke doelstelling het beschermen van de spaarder en de belegger Lessen uit de crisis: ●nood aan strengere reglementering inzake kapitaal- en liquiditeitsvereisten ●nood aan een beter toezicht op individuele financiële instellingen ●belang van internationale samenwerking 3
Lessen inzake macroprudentieel toezicht Macroprudentieel toezicht moet de stabiliteit van het globaal financieel systeem vrijwaren door het systeemrisico te beoordelen met als uiteindelijke doelstelling het vermijden dat financiële instabiliteit een negatieve impact zou hebben op de reële economie Lessen uit de crisis: grondiger analyse van interdependenties: tussen de financiële instellingen van een land of van verschillende landen ("contagion") tussen de financiële sector en de reële economie ("pro-cyclicality") 4
Strengere regelgeving: Bazel III ►Kapitaal: strengere eisen inzake kwaliteit en hoeveelheid ●geleidelijk optrekken van het Tier 1-basiskapitaal ●geharmoniseerde schuldratio: Tier 1-kapitaal / activa plus buitenbalansrisico's ►Liquiditeit: banken minder afhankelijk maken van marktfinanciering ●dekkingsratio voor liquiditeit (LCR): moet crisis van 1 maand overbruggen ●netto stabiele financieringsratio (NSFR): activa op lange termijn niet buitensporig financieren met middelen op korte termijn 5
Reorganisatie van het prudentieel toezicht in de EU Oprichting van overkoepelende instellingen ●Microprudentieel toezicht: ■European Banking Authority (EBA) ■European Insurance and Occupational Pensions Authority (EIOPA) ■European Securities and Markets Authority (ESMA) ●Macroprudentieel toezicht: ■European Systemic Risk Board (ESRB) Uitwisseling van informatie Harmonisatie 6
Reorganisatie van het prudentieel toezicht in België Twin Peaks model: synergie tussen micro- en macroprudentieel toezicht Nationale Bank van België (NBB) ●macroprudentieel toezicht ●microprudentieel toezicht op kredietinstellingen, de beursvennootschappen en de verzekeringsmaatschappijen Financial Services and Markets Authority (FSMA) ●consumentenbescherming ●toezicht op financiële producten en financiël markten ●microprudentieel toezicht op de pensioenfondsen (tot ten laatste 31/12/2015) 7
Structuur van de uiteenzetting D E VOORNAAMSTE LESSEN UIT DE CRISIS M. B. T. 1.De organisatie van het prudentieel toezicht 2.De coördinatie van het economisch beleid D E VOORNAAMSTE STRUCTURELE UITDAGINGEN VOOR B ELGIË 3.De vergrijzing van de bevolking 4.De mondialisering 8
Het Europees semester 9 januari februari maart april meijuni juli Toezicht op de lidstaten Europese Commissie Raad van Ministers Europees Parlement Europese Raad Lidstaten "Annual Growth Survey" Europese top Debat en oriëntatie Goedkeuring Nationale Hervormingsprogramma's & Stabiliteits - en Convergentieprogramma's (SCPs) Beleidsaan- bevelingen Goedkeuring aanbevelingen Bron: Europese Commissie. Herfst: Beslissingen op nationaal niveau Beleidsaan- bevelingen
Aanbevelingen van de Raad over het stabiliteits- en het hervormingsprogramma van België (12 juli 2011) 10 1.De overheidstekorten sneller terugschroeven, voornamelijk via een verlaging van de uitgaven 2.De houdbaarheid van de overheidsfinanciën op lange termijn versterken, door onder meer de effectieve pensioenleeftijd op te trekken en de wettelijke pensioenleeftijd te koppelen aan de levensverwachting 3.De structurele tekortkomingen van het financiële systeem verhelpen, door een verdere herstructurering van de banken waarvan het business model duurzaam moet worden gemaakt en behoorlijk moet worden gefinancierd 4.De loononderhandelings- en loonindexeringssystemen hervormen, om het verloop van de arbeidsproductiviteit en het concurrentievermogen te weerspiegelen 5.De arbeidsmarktparticipatie verhogen, door de fiscale en sociale lasten op de lage lonen te verminderen. Het activeringsbeleid moet sterker worden gericht op oudere werknemers en kwetsbare groepen 6.De concurrentie in de detailhandel en op de gas- en elektriciteitsmarkten bevorderen
Versterken van de begrotingsdiscipline via het stabiliteits- en groeipact meer aandacht voor de houdbaarheid van de overheidsschuld 'voorzichtig begrotingsbeleid' in preventieve procedures van het stabiliteits- en groeipact effectievere sanctionering gewijzigde beslissingsprocedures: gekwalificeerde meerderheid nodig om voorstellen van de EC te verwerpen 11
Verbreden van het macro-economisch toezicht nieuw mechanisme, naast het groei- en stabiliteitspact: excessive imbalances procedure preventieve fase: boordtabel (indicatoren en alarmdrempels) zowel interne als externe evenwichtsverstoringen zowel bij de publieke als de private sector economische analyse corrigerende fase: beleidsaanbevelingen en deadlines sancties bij herhaald falen gekwalificeerde meerderheid nodig om voorstellen van de EC te verwerpen 12
Structuur van de uiteenzetting D E VOORNAAMSTE LESSEN UIT DE CRISIS M. B. T. 1.De organisatie van het prudentieel toezicht 2.De coördinatie van het economisch beleid D E VOORNAAMSTE STRUCTURELE UITDAGINGEN VOOR B ELGIË 3.De vergrijzing van de bevolking 4.De mondialisering 13
14 Bron: Bevolkingsvooruitzichten , FPB-ADSEI. Bevolkingsvooruitzichten tot en met 2060 (personen, verschillen t.o.v. 2010)
15 Bron: Bevolkingsvooruitzichten , FPB-ADSEI. Leeftijdssamenstelling van de bevolking in 2010 en in 2060 (in % van het totaal)
16 Bron: ADSEI. Werkgelegenheidsgraad naar leeftijdscategorie (in % van de desbetreffende bevolkingsgroep)
17 Vooruitzichten werkgelegenheid en bbp tot en met 2060 (veranderingspercentages t.o.v. het voorgaande jaar, referentiescenario SCvV) Bron: SCvV, juni 2011.
18 Bron: SCvV, juni ¹ Vooral de uitgaven voor arbeidsongeschiktheid, werkloosheid, kinderbijslag, brugpensioen, arbeidsongevallen, beroepsziekten, Fonds voor bestaanszekerheid, tegemoetkomingen aan personen met een handicap en leefloon. Budgettaire kosten van de vergrijzing (in % bbp, verschillen t.o.v. 2010)
19 Bron: FPB, FOD Financiën. ¹ Zoals geraamd door het Federaal Planbureau in mei Financieringssaldo van de overheid¹ (in % bbp)
Structuur van de uiteenzetting D E VOORNAAMSTE LESSEN UIT DE CRISIS M. B. T. 1.De organisatie van het prudentieel toezicht 2.De coördinatie van het economisch beleid D E VOORNAAMSTE STRUCTURELE UITDAGINGEN VOOR B ELGIË 3.De vergrijzing van de bevolking 4.De mondialisering 20
21 Bronnen: UNCTAD, INR. Aandeel België in werelduitvoer goederen daalt gestaag (in %, uitvoer naar waarde) (Andere schaal)
Dynamiek afzetmarkten speelt slechts een beperkte rol (gemiddelde veranderingspercentages op jaarbasis, ) BE (REF) Uitvoer5,4 (6,5)7,0 (10,6)4,4 (4,0) Geografisch gewogen wereldmarkten 8,1 (8,4)11,7 (11,9)5,8 (6,3) Marktaandeel-2,5 (-1,7)-4,3 (-1,2)-1,3 (-2,1) Naar product gewogen wereldmarkten 8,2 (8,4)11,7 (12,8)6,1 (5,7) Marktaandeel -2,6 (-1,7)-4,2 (-1,9)-1,6 (-1,6) 22 Noot: Het referentiegebied REF omvat twaalf andere Europese landen (AT, DE, EL, ES, FI, FR, IE, IT, NL, PT, SE, UK). Bronnen: UNCTAD, EC, INR.
Uurloonkostenhandicap in de private sector volgens de CRB (verschillen in % t.o.v. de drie voornaamste buurlanden, gecumuleerd sinds 1996) Bron: CRB. 23
Niet alle productgroepen zien marktaandeel teruglopen CILIERIDRIRMI Aandeel in de Belgische uitvoer 25,222,125,111,116,5 p.m. Drie buurlanden22,615,820,224,916,4 Relevante markten 8,35,19,97,810,7 Uitvoer6,03,910,98,19,6 Marktaandeel-2,1-1,11,00,3-1,0 24 Noot:CI = overwegend kapitaalintensieve producten LI = overwegend arbeidsintensieve producten ERI = eenvoudig na te maken producten met een hoog gehalte aan onderzoek en innovatie DRI = moeilijk na te maken producten met een hoog gehalte aan onderzoek en innovatie RMI = rechtstreeks van grondstoffen afgeleide producten Bronnen: UNCTAD, EC, INR. (gemiddelde voor de periode )
Uitgaven voor onderzoek en ontwikkeling (% bbp, 2009¹) Bron: EC. ¹ Het meest recente cijfer voor Griekenland (EL) heeft betrekking op
Voornaamste conclusies van dit seminarie (1) I. De periode werd gekenmerkt door de zwaarste naoorlogse economische crisis. De uitzonderlijke omvang van de beleidsreacties heeft een grote Depressie kunnen vermijden. De gevolgen van de crisis zijn echter nog steeds voelbaar en een duurzaam herstel vergt nog bijkomende maatregelen. II. Voorbeelden uit het verleden tonen aan dat de zwaarste crises vaak het gevolg zijn van het innemen van risicovolle (of zelfs speculatieve) posities die bovendien gefinancierd zijn met schulden. Vaak wordt de crisis ook versterkt door de kwetsbaarheid van het financieel systeem. 26
Voornaamste conclusies van dit seminarie (2) III. België heeft de recessie van beter doorstaan dan de andere landen van het eurogebied (geen grote onevenwichten + veerkracht van de werkgelegenheid). Toch blijft de crisis, ook in België, een aanzienlijke impact hebben (o.m. opnieuw stijging van de overheidsschuldratio) en de risico's blijven groot. IV. De (snelle verspreiding van de) crisis heeft de aandacht gevestigd op een aantal problemen die op de achtergrond waren geraakt, o.m. het belang van coördinatie en toezicht. Daarnaast heeft ze onze structurele positie verzwakt op een moment dat de gevolgen van de vergrijzing moeten worden aangepakt en we ons moeten aanpassen aan de mondialisering. 27
Bedankt voor jullie aandacht ! 28