De coniunctivus Basis: het verschil met de indicativus is dat de coniunctivus een zekere mate van onzekerheid toevoegt aan de mededeling. Het is maar de vraag of de gedane mededeling waar is / wordt. coniunctivus vorming gebruik in hoofdzinnen in bijzinnen
Coniunctivus - vorming a-stam e-stam mk-stam i-stam Con. Praes. Stam –a wordt –e + pu. Stam + a+ pu Con. Impf inf. + pu Con. Pf. = fut. exactum behalve 1e persoon ev. (-erim i.p.v. –ero) Con. Plqmpf. pf. Inf. + pu
Coniunctivus in hoofdzinnen Aansporing (con. adhortativus) cantemus – laten wij zingen Verbod (con. prohibitivus) ne cantes! – zing niet! Wens (con. optativus) vervulbaar (con praes.): vivat regina! – leve de koningin! onvervulbaar (con. impf / plqmpf): utinam regina viveret - Ach leefde de koningin nog maar. Twijfel (con. dubitativus) Quid faciam? – Wat moet ik doen? Mogelijkheid (con. potentialis) van het heden (con. pr./pf.): Aliquis dicat /dixerit – Iemand zou kunnen zeggen van het verleden (con. impf): Aliquis diceret – Iemand had kunnen zeggen Niet-werkelijkheid (con. Irrealis) van het heden (con. impf.): Numquam hoc facerem – Dat zou ik nooit doen van het verleden (con. plqmpf): Numquam hoc fecissem – Dat zou ik nooit gedaan hebben
Coniunctivus in bijzinnen Na bepaalde voegwoorden (bv. ut, cum) ut – opdat, zodat cum - toen, nadat, omdat, hoewel In de afhankelijke vraag Rogo an Lucius domum eat – Ik vraag of Lucius naar huis gaat Na een betrekkelijk vnw. (finale bijsmaak) Dominus servos, qui cibum emerent, in forum misit – De heer zond slaven naar de markt om eten te kopen In potentiële of irreële conditionele bijzinnen (met si / nisi/sin) si dives essem, domum emerem – als ik rijk zou zijn, zou ik een huis kopen Na ww van vrezen of verhinderen (met ne) Timeo ne Lucius non veniat – Ik ben bang dat Lucius niet komt