Hoofdstuk 2: introductie Doelen: Inzicht geven in de factoren die ontwikkelingen in verkeer en vervoer bepalen. Inzicht geven in de effecten van verkeer en vervoer en de factoren die daarop van invloed zijn. Daarmee: inzicht geven in de structuur van dit vak.
Hoofdstuk 2: introductie
Hoofdstuk 2: introductie overige factoren demografie reizen voor plezier Goederen: zelfde concept als personen.
Hoofdstuk 2: introductie Discussie: Waarop kan je beleid voeren? Waar speelt techniek een rol?
Hoofdstuk 2: introductie Opdracht Bedenk voorbeelden van interacties van weerstand naar locaties van behoeften naar locaties van weerstand naar behoeften …
Hoofdstuk 3: behoeften, mogelijkheden, keuzen Doelen: Inzicht geven in zienswijze van psychologen, economen en geografen. Inzicht geven in overeenkomsten en verschillen tussen die disciplines. Keuzen verplaatsingen: meer dan alleen instrumentele aspecten.
Hoofdstuk 3: behoeften, mogelijkheden, keuzen Verplaatsingen Verplaatsingen: afgeleide van activiteiten Wat willen mensen, wat kunnen mensen? Behoeften, waarden, mogelijkheden Behoeften: tijd, geld, maatschappelijke context Mogelijkheden/beperkingen: geld
Hoofdstuk 3: behoeften, mogelijkheden, keuzen Keuze vervoerwijze: instrumenteel sociaal emoties Discussie: Bedenk instrumentele, sociale en emotionele drijfveren.
Hoofdstuk 3: behoeften, mogelijkheden, keuzen
Hoofdstuk 3: behoeften, mogelijkheden, keuzen
Hoofdstuk 3: behoeften, mogelijkheden, keuzen
Hoofdstuk 3: behoeften, mogelijkheden, keuzen Bedenk hoe keuzen op verschillende tijdsschalen met elkaar samenhangen.
Hoofdstuk 3: behoeften, mogelijkheden, keuzen Verplaatsingsgedrag: psychologie geografie economie
Hoofdstuk 3: behoeften, mogelijkheden, keuzen Psychologie (NOA-model), vier gedragstypen
Hoofdstuk 3: behoeften, mogelijkheden, keuzen Economie: consumenten overwegingen nut
Hoofdstuk 3: behoeften, mogelijkheden, keuzen Instrumentele kant van verplaatsingsgedrag: meer gericht op ‘wants’ dan op ‘needs’ optimale allocatie tijd en geld afwegingen
Hoofdstuk 3: behoeften, mogelijkheden, keuzen Belangrijke concepten economie: reistijdwaardering (VOT, gegeneraliseerde transportkosten) prijselasticiteit tijdelasticiteit inkomenselasticiteit
Hoofdstuk 3: behoeften, mogelijkheden, keuzen
Hoofdstuk 3: behoeften, mogelijkheden, keuzen Geografie: behaviorale geografie nutstheorieën tijd-ruimtegeografie Tijd-ruimtegeografie is het specifiekst.
Hoofdstuk 3: behoeften, mogelijkheden, keuzen Activiteitenbenadering Hägerstrand: capability coupling authority constraints
Hoofdstuk 3: behoeften, mogelijkheden, keuzen
Hoofdstuk 3: behoeften, mogelijkheden, keuzen Belangrijke concepten geografie: fixatie in tijd (impact op activiteiten) fixatie in de ruimte reistijdaandeel (verhouding tussen reistijd en de duur van alle activiteiten samen)
Hoofdstuk 3: behoeften, mogelijkheden, keuzen Vergelijking disciplines: psychologie (breder dan economie) economie (tijd en geld, psychologie, andere factoren; kwantitatief) geografie (tijd-ruimte) Alle drie de disciplines zijn nodig om verplaatsingsgedrag te begrijpen!
Hoofdstuk 4: goederenvervoer Doelen: Inzicht geven in determinanten voor de ontwikkelingen in het goederenvervoer. Inzicht geven in de indicatoren van goederenvervoer. Inzicht geven in het belang van goederenvervoer voor de economie.
Hoofdstuk 4: goederenvervoer
Hoofdstuk 4: goederenvervoer Indicatoren goederenvervoer: vervoerd gewicht vervoersprestatie (tonkilometers) verkeersprestatie toegevoegde waarde / productiewaarde Het doel bepaalt de keuze voor de indicator.
Hoofdstuk 4: goederenvervoer
Hoofdstuk 4: goederenvervoer
Hoofdstuk 4: goederenvervoer
Hoofdstuk 4: goederenvervoer
Hoofdstuk 4: goederenvervoer
Hoofdstuk 4: goederenvervoer
Hoofdstuk 4: goederenvervoer
Hoofdstuk 4: goederenvervoer Belang goederenvervoer voor economie: aandeel in werkgelegenheid 3% toegevoegde waarde 3,5% hoger dan in Duitsland, lager dan in België Discussie: Wat is de betekenis van deze indicatoren?
Hoofdstuk 4: goederenvervoer
Hoofdstuk 4: goederenvervoer
Hoofdstuk 4: goederenvervoer Megatrends: wereldwijde groei en internationale vervlechting van economieën massa-individualisering, 24 uurseconomie (consumptie) ruimtelijke concentratie en schaal-vergroting. technologische trends: informatisering binnen vervoerssector
Hoofdstuk 4: goederenvervoer Technologie: ICT nieuwe vormen van infrastructuur gezamenlijke distributiecentra van meerdere producenten standaardisatie van ladingdragers en verpakkingen multi-compartimentsystemen nieuwe modaliteiten intermodale vervoerssystemen
Hoofdstuk 4: goederenvervoer
Hoofdstuk 4: goederenvervoer
Hoofdstuk 4: goederenvervoer
Hoofdstuk 4: goederenvervoer
Hoofdstuk 4: goederenvervoer
Hoofdstuk 4: goederenvervoer Voorbeelden ICT: Enterprise Resource Planning (ERP) Warehouse Management Systems (WMS) Multimodal Transport Management System (MTMS) Advanced Planning Systems (APS) Efficient Consumer Response (ECR) Freight Electronic Marketplaces (FEM) Friday E-commerce
Hoofdstuk 5: ruimtelijke inrichting Doelen: Inzicht geven in het belang van ruimtelijke factoren voor ontwikkelingen in verkeer en vervoer, en de effecten daarvan. Inzicht geven in de interpretatie van resultaten.
Hoofdstuk 5: ruimtelijke inrichting Invloed ruimtelijke ordening op verkeer: schaalniveaus woning directe woonomgeving buurt/wijk stad/regio landsdelen landelijk/internationaal Er is meer aandacht voor structuur dan voor inrichting.
Hoofdstuk 5: ruimtelijke inrichting Aangrijpingspunten van ruimtelijke ordening op mobiliteit Indicatoren kilometers totaal, vrijwel altijd per vervoerwijze en veelal ook per verplaatsingsmotief aantallen verplaatsingen milieu-indicatoren bereikbaarheidsindicatoren, zoals de filekansen of het aantal voertuigverliesuren
Hoofdstuk 5: ruimtelijke inrichting Aangrijpingspunten voor de indicatoren het aantal activiteiten dat buitenshuis wordt uitgevoerd keuze van vervoerwijze verplaatsingsafstanden per vervoerwijze mate van ketenverplaatsingen
Hoofdstuk 5: ruimtelijke inrichting Invloed van ruimtelijke inrichting op aangrijpingspunten ligging van locaties van wonen, werken, voorzieningen etc. ten opzichte van infrastructuurnetwerken dichtheden mate van functiemenging overige factoren van belang voor de ruimtelijke structuur eenkernige versus meerkernige oriëntatie nabij versus veraf bundeling versus uiteenlegging
Hoofdstuk 5: ruimtelijke inrichting
Hoofdstuk 5: ruimtelijke inrichting
Hoofdstuk 5: ruimtelijke inrichting
Hoofdstuk 5: ruimtelijke inrichting Resultaten onderzoek: hoe te interpreteren? Kanttekeningen Empirisch onderzoek: ‘homogene bevolkingsgroepen’ zijn niet gelijkmatig over de ruimte verdeeld. Binnen homogene bevolkingsgroepen: specifieke voorkeuren.
Hoofdstuk 5: ruimtelijke inrichting Resultaten onderzoek: hoe te interpreteren? Kanttekeningen De invloed van ruimtelijke inrichting is vaak moeilijk aan te tonen. Gangbare modellen overschatten de invloed van ruimtelijke ordening op verkeer en vervoer.
Hoofdstuk 5: ruimtelijke inrichting Ad 4. Geen tijdbudgetten. Voorkeuren binnen de homogene bevolkingsgroepen. Volgorde en tijdstippen van veranderingen. Langetermijn-evenwichtssituatie wordt nooit bereikt. Accent op langere afstanden. Richting verbanden is goed, absolute niveau overschat.
Hoofdstuk 5: ruimtelijke inrichting Kenworthy en Newman (1989) energiegebruik × dichtheid
Hoofdstuk 5: ruimtelijke inrichting Conclusie Kenworthy en Newman: er is een zeer grote invloed van dichtheid op het energiegebruik per persoon. Discussie: Klopt dit? Waarom (niet)?
Hoofdstuk 5: ruimtelijke inrichting Kritieken o.a.: verschillen in brandstofprijzen sociaaleconomische kenmerken bewoners conclusie: goed nadenken
Hoofdstuk 5: ruimtelijke inrichting Ruimtelijke inrichtingsvarianten: hoe te beoordelen? gangbaar kilometers aantallen verplaatsingen energiegebruik en emissies congestie
Hoofdstuk 5: ruimtelijke inrichting Goed, maar onvolledig; baten-lasten is beter de baten ‘bereikbaarheid’ in geografische zin verkeersveiligheid overige milieufactoren geluidhinder lokale luchtverontreiniging kwaliteit leefomgeving alle monetaire kosten baten en kosten buiten het verkeers- en vervoersysteem robuustheid
Hoofdstuk 5: ruimtelijke inrichting
Hoofdstuk 6: weerstand verplaatsingen: tijd, kosten, moeite Doelen: Inzicht geven in componenten die weerstand van verplaatsingen bepalen. Inzicht geven in tijd- en geldbudgetten en de implicaties daarvan. Inzicht geven in het concept elasticiteiten.
Hoofdstuk 6: weerstand verplaatsingen: tijd, kosten, moeite overige
Hoofdstuk 6: weerstand verplaatsingen: tijd, kosten, moeite Subcomponenten tijd personenvervoer Niet iedere minuut weegt voor de gebruiker even zwaar.
Hoofdstuk 6: weerstand verplaatsingen: tijd, kosten, moeite Tijd- en geldbudgetten: Gemiddeld op geaggregeerd niveau constant tijdbudget voor verplaatsingen (uur tot vijf kwartier). Bestedingen aan mobiliteit: voor bepaalde inkomensklasse betrekkelijk constant. Combinatie tijd- en geldbudgetten: prognoses mogelijk.
Hoofdstuk 6: weerstand verplaatsingen: tijd, kosten, moeite
Hoofdstuk 6: weerstand verplaatsingen: tijd, kosten, moeite Reistijdelasticiteit relatief hoog; spoort met constante reistijdbudgetten.
Hoofdstuk 6: weerstand verplaatsingen: tijd, kosten, moeite Kruiselasticiteiten relatief laag. NB: Verhoudingen in marktaandelen zijn ook nodig om de mate van overlap in markten vast te stellen.
Hoofdstuk 6: weerstand verplaatsingen: tijd, kosten, moeite
Hoofdstuk 6: weerstand verplaatsingen: tijd, kosten, moeite Verplaatsingskosten
Hoofdstuk 6: weerstand verplaatsingen: tijd, kosten, moeite
Hoofdstuk 6: weerstand verplaatsingen: tijd, kosten, moeite
Hoofdstuk 6: weerstand verplaatsingen: tijd, kosten, moeite Overige weerstandscomponenten
Hoofdstuk 6: weerstand verplaatsingen: tijd, kosten, moeite Prijsveranderingen goederenvervoer: gedragsreacties substitutie vervoerwijzen minder vervoerde tonnen, minder tonkilometers, minder voertuigkilometers (o.a. door afstandsverkorting, vollere vrachtwagens, minder opsplitsing in bewerkingen) vraaguitval door minder geproduceerde goederen
Hoofdstuk 6: weerstand verplaatsingen: tijd, kosten, moeite
Hoofdstuk 6: weerstand verplaatsingen: tijd, kosten, moeite Reistijdgevoeligheid is sterk afhankelijk van het type goederen en de daaraan gerelateerde vervoerwijze. Luchtvaart en weg zijn veel gevoeliger dan binnenvaart.
Hoofdstuk 7: technologie Doelen: Inzicht geven in problemen rond verkeer en vervoer en in de bijdrage die technologie kan leveren aan oplossingen. Inzicht geven in typen drijvende krachten achter technologische veranderingen. Inzicht geven in de concrete bijdrage van technologie aan diverse ontwikkelingen.
Hoofdstuk 7: technologie Maatschappelijke problemen uitputting natuurlijke hulpbronnen broeikaseffect verzuring lokale luchtverontreiniging geluid- en geurhinder verkeersonveiligheid bereikbaarheid en congestie
Hoofdstuk 7: technologie Technologiedynamica
Hoofdstuk 7: technologie
Hoofdstuk 7: technologie Drijvende krachten achter technologiediffusie Eenvoudig model: policy push technology push market pull Onderscheid meestal niet eenduidig: airconditioner airbag of ABS
Hoofdstuk 7: technologie Voorbeelden? Hoe positioneren?
Hoofdstuk 7: technologie Technologie als oplossing? veel vertrouwen in technologie als oplossing volumemaatregelen grijpen meer in op samenleving niet voor ieder probleem volstaat alleen technologie wet van behoud van ellende (N2O, zwavelgehalte) technologie ook voor andere doelen verhoging snelheid comfort en luxe
Hoofdstuk 7: technologie Vertrouwen in de techniek? Techniek lost op termijn alle problemen wel op; mobiliteitsbeperking is niet nodig. De maatschappij ontkomt er niet aan minder te gaan vervoeren/reizen om de problemen in de hand te houden/te verminderen. De problemen lossen zichzelf wel op. Problemen? Ach, het zal mijn tijd wel duren!
Hoofdstuk 7: technologie Broeikaseffect en (fossiel) energiegebruik Probleem: De temperatuur op aarde neemt toe door uitstoot van broeikasgassen en voorraden fossiele energie nemen in de toekomst af. Verleden motortechnische verbeteringen lagere luchtweerstand lagere rolweerstand maar: hoger gewicht en grotere motoren
Hoofdstuk 7: technologie
Hoofdstuk 7: technologie Toekomst motortechnische verbeteringen gebruik lichtere materialen (kunststoffen, aluminium) maar ook: verschuiving naar verkoop lichtere auto’s alternatieve brandstoffen nieuwe concepten alternatieve aandrijvingen (hybride) alternatieve energiebronnen (elektromotor, brandstofcel)
Hoofdstuk 7: technologie Alternatieve brandstoffen (in conventionele motoren) lpg aardgas (CNG/LNG) methanol/ethanol plantaardige biodiesel waterstof DME (elektriciteit)
Hoofdstuk 7: technologie Succesfactoren alternatieve brandstoffen beschikbaarheid en betrouwbaarheid van de technologie technologie moet economisch voordelig zijn overheden moeten technologie ondersteunen (wetgeving of eigen gebruik) overheden met luchtkwaliteitsproblemen moeten met beleid het gebruik van alternatieve brandstoffen afdwingen ondersteuning van brandstofleveranciers
Hoofdstuk 7: technologie Nieuwe concepten elektromotor energiedichtheid accu’s opladen EV-debat in Californië hybride Toyota Prius en Honda Insight brandstofcel milieuvoordeel afhankelijk van waterstofproductie ‘eerste productievoertuig vanaf 2004’
Hoofdstuk 7: technologie Lokale luchtverontreiniging en verzuring Probleem: Jaarlijks sterven ongeveer 1500 mensen vroegtijdig door fijnstof, en net zoveel aan ozon. Verleden eerst motortechnische verbeteringen daarna uitlaatgasnabehandeling (katalysator)
Hoofdstuk 7: technologie
Hoofdstuk 7: technologie
Hoofdstuk 7: technologie Toekomst motortechnische verbeteringen nieuwe katalysatoren (SCR) en katalystische filters alternatieve brandstoffen (o.a. lpg, biodiesel) nieuwe concepten (brandstofcel)
Hoofdstuk 7: technologie Geluidhinder Probleem: In 1998 was 27% van de Nederlandse bevolking ernstig gehinderd door wegverkeer en 13% door vliegverkeer.
Hoofdstuk 7: technologie
Hoofdstuk 7: technologie
Hoofdstuk 7: technologie Luchtvaart turbojet turbofan verdere verhoging by-pass ratio stroomlijning vliegtuig en landingsgestel vliegprocedures (CDA en kromme landing) antigeluid
Hoofdstuk 7: technologie Wegverkeer omkapseling motor zoab en Twinlay
Hoofdstuk 7: technologie Verkeersonveiligheid Probleem: 750 doden en 18.000 gewonden en zwaargewonden (cijfers 2007). In het mondiale vliegverkeer vielen eind jaren ’90 ongeveer 1300 doden.
Hoofdstuk 7: technologie Wegverkeer passieve maatregelen (gordel, kreukelzone, airbag) actieve maatregelen (verkeersmaatregelen, ABS/ASR, ICC) ongewenste neveneffecten Luchtvaart betrouwbaarheid vliegtuigmotoren waarschuwingssystemen aan boord gps
Hoofdstuk 7: technologie Bereikbaarheid en congestie Probleem: Het tijdverlies door congestie, aanpassing keuzen in verband met congestie. Kosten (volgens KiM): 2,6 - 3,6 miljard euro.
Hoofdstuk 7: technologie Wegverkeer Dynamisch VerkeersManagement (DVM) Intelligent Cruise Control (‘treintjerijden’) elektronische tolheffing (‘rekeningrijden’) ondergronds vervoer
Hoofdstuk 8: bereikbaarheid Doelen Inzicht geven in diverse type concepten bereikbaarheid en hun toepassingsmogelijkheden. Inzicht geven in het belang van de keuze van de juiste indicatoren voor bereikbaarheid.
Hoofdstuk 8: bereikbaarheid Discussie: Waar denk jij aan bij bereikbaarheid? Waar in Nederland is de bereikbaarheid het best, en waar het slechtst? Zie: www.bereikbaarheidskaart.nl
Hoofdstuk 8: bereikbaarheid Perspectief van personen: Bereikbaarheid is de mate waarin ruimtelijk-infrastructurele configuratie mensen in staat stelt ruimtegebonden activiteiten op verschillende locaties op diverse tijdstippen uit te oefenen.
Hoofdstuk 8: bereikbaarheid Perspectief van locaties van activiteiten: Bereikbaarheid is de mate waarin de ruimtelijk-infrastructurele configuratie bedrijven, voorzieningen en andere activiteitenplaatsen in staat stelt mensen, goederen en informatie op diverse tijdstippen te ontvangen.
Hoofdstuk 8: bereikbaarheid
Hoofdstuk 8: bereikbaarheid Uitsplitsingen: bevolkingscategorieën (bijv. inkomenscategorieën, autobezitters, personeel, bezoekers) bedrijfstypen (productiebedrijven, kantoren, winkels, pretparken, verladers, expediteurs) verplaatsingsmotieven (wonen, werken, zakelijk, sociale activiteiten, recreatie, winkelen) soorten stromen (goederen, personen, informatie) vervoerwijzen (lopen, fietsen, ov, auto, vliegtuig) schaalniveau (kavel, straat, buurt, wijk, stadsdeel, plaats, regio, land en buitenland)
Hoofdstuk 8: bereikbaarheid Indicatoren: kenmerken van verkeers- en vervoers-systemen kenmerken van het verkeers- en vervoerssystemen en de ruimte persoonskenmerken en kenmerken van verkeers- en vervoerssystemen en de ruimte eventueel: op nut gebaseerde indicatoren
Hoofdstuk 8: bereikbaarheid
Hoofdstuk 8: bereikbaarheid
Hoofdstuk 8: bereikbaarheid
Hoofdstuk 8: bereikbaarheid
Hoofdstuk 8: bereikbaarheid
Hoofdstuk 8: bereikbaarheid Voorbeelden: geografische benadering voor potentiële bereikbaarheid op nut gerichte benadering
Hoofdstuk 8: bereikbaarheid Gebruik van bereikbaarheidsmaten: doel onderzoek/beleid wetenschappelijke kwaliteit operationaliseerbaarheid communiceerbaarheid
Hoofdstuk 9: milieu Doelen: Inzicht geven in de belangrijkste milieuproblemen, samenhangend met verkeer en vervoer. Inzicht geven in de belangrijkste factoren die ontwikkelingen in de milieubelasting van verkeer en vervoer bepalen. Inzicht geven in mogelijke langetermijn-ontwikkelingen voor de milieubelasting van verkeer en vervoer.
Hoofdstuk 9: milieu
Hoofdstuk 9: milieu
Hoofdstuk 9: milieu
Hoofdstuk 9: milieu Emissie verkeer = Volume × techniek × gebruik Techniek: snellere vervoerwijzen zorgen meestal voor een hogere milieubelasting per kilometer Gebruik: snelheden; accelereren etc.
Hoofdstuk 9: milieu
Hoofdstuk 9: milieu Betrekkelijk constante tijd- en geldbudgetten Hogere inkomens? Hoger aandeel ‘snellere’ vervoerwijzen. Snellere vervoerwijzen? Meer kilometers! Emissies per kilometer of emissies per uur?
Hoofdstuk 9: milieu volumemaatregelen (beperking prestaties, bijvoorbeeld: personenautokilometers, vrachtwagenkilometers) technische maatregelen (beperking emissies en energiegebruik per prestatie-eenheid) maatregelen die zich richten op het (rij)gedrag / gebruik van vervoermiddelen (o.a. zuiniger rijstijl)
Hoofdstuk 9: milieu Langetermijnontwikkelingen context demografie: meer inwoners en vooral meer huishoudens economie: voortgaande groei (?) technologie: meer technologische kennis duurzame energie?
Hoofdstuk 10: onveiligheid Doelen: Inzicht geven in de belangrijkste ontwikkelingen en oorzaken van verkeersonveiligheid. Inzicht geven in effecten van (mogelijke) maatregelen.
Hoofdstuk 10: onveiligheid Invloedsfactoren verkeersonveiligheid verkeersvolume verdeling van verschillende manieren van verkeersdeelname inrichting van de infrastructuur verkeersveiligheidsmaatregelen autonome of externe ontwikkelingen (factoren die nauwelijks te beïnvloeden zijn, zoals de leeftijdsopbouw van de bevolking en het aantal rijbewijsbezitters) incidentele factoren (bijv. het weer) gezondheidszorg (niet op p. 208 boek)
Hoofdstuk 10: onveiligheid Relatie tussen mobiliteit, risico per kilometer, en het aantal slachtoffers
Hoofdstuk 10: onveiligheid
Hoofdstuk 10: onveiligheid
Hoofdstuk 10: onveiligheid
Hoofdstuk 10: onveiligheid
Hoofdstuk 10: onveiligheid
Hoofdstuk 10: onveiligheid Kosten als gevolg van ongevallen
Hoofdstuk 10: onveiligheid
Hoofdstuk 10: onveiligheid Daarnaast: kosten ter voorkoming van ongevallen Discussie: Welke?
Hoofdstuk 10: onveiligheid
Hoofdstuk 10: onveiligheid
Hoofdstuk 10: onveiligheid
Hoofdstuk 10: onveiligheid
Hoofdstuk 10: onveiligheid
Hoofdstuk 10: onveiligheid Risicoverhogende omstandigheden alcohol beveiligingsmiddelen snelheden
Hoofdstuk 10: onveiligheid
Hoofdstuk 10: onveiligheid Paradigma’s inzake de oorzaken van ongevallen en beheersing van de verkeersonveiligheid
Hoofdstuk 10: onveiligheid
Hoofdstuk 10: onveiligheid Beleid - De kans dat een groot aantal handelingen per tijdseenheid verricht moet worden, neemt toe naarmate: de onderlinge snelheden meer verschillen; er meer ontmoetingen met verkeer uit andere richtingen zijn; de snelheid hoger is; de verkeerssituaties minder voorspelbaar zijn en anticipatie derhalve moeilijker is. Bovenstaande is de basis voor Duurzaam Veilig.
Hoofdstuk 10: onveiligheid
Hoofdstuk 10: onveiligheid
Hoofdstuk 11: beleid: bereikbaarheid, veiligheid en milieu Doelen: Inzicht geven in de redenen waarom de overheid transportbeleid voert. Inzicht geven in criteria voor goed beleid. Inzicht geven in het verschil tussen het overheidsperspectief en andere perspectieven. Inzicht geven in de organisatie van transportbeleid.
Hoofdstuk 11: beleid: bereikbaarheid, veiligheid en milieu Waarom bemoeit de overheid zich met verkeer en vervoer? marktfalen rechtvaardigheidsoverwegingen inkomsten Er is sprake van marktfalen als de vrije markt niet tot een maatschappelijk gewenste situatie leidt.
Hoofdstuk 11: beleid: bereikbaarheid, veiligheid en milieu Goed beleid is: effectief efficiënt rechtvaardig
Hoofdstuk 11: beleid: bereikbaarheid, veiligheid en milieu Het perspectief van individuen en bedrijven kan leiden tot een ander resultaat dan het perspectief van de maatschappij als geheel. Dit is een rechtvaardiging voor overheids-beleid.
Hoofdstuk 11: beleid: bereikbaarheid, veiligheid en milieu Externe effecten van verkeer zijn ‘reële’ effecten waarmee de verkeersdeelnemer geen rekening houdt bij zijn of haar beslissing over verkeer en vervoer, zoals milieu, natuur, extra reistijd voor anderen, verkeersonveiligheid voor anderen, door: gebruik vervoermiddelen; bezit en aanwezigheid vervoermiddelen; infrastructuur.
Hoofdstuk 11: beleid: bereikbaarheid, veiligheid en milieu Externe baten?
Hoofdstuk 11: beleid: bereikbaarheid, veiligheid en milieu Kosten overheid: aanleg en onderhoud van infrastructuur, inclusief voorzieningen voor het milieu en de verkeersveiligheid, zoals geluidswallen, verkeersdrempels en wildviaducten verkeerstaken van politie en justitie een deel van het ambtelijk apparaat exploitatiesubsidies voor het ov technologiesubsidies gericht op bijvoorbeeld het verkrijgen van een schoner verkeers- en vervoerssysteem
Hoofdstuk 11: beleid: bereikbaarheid, veiligheid en milieu Verschillende beleidsafwegingen: optimale efficiëntie ‘eerlijk’
Hoofdstuk 11: beleid: bereikbaarheid, veiligheid en milieu Economische theorie welvaart: Pareto. Welvaart is optimaal is als niemands behoeftenbevrediging meer kan toenemen zonder dat dit voor een ander een achteruitgang in zijn of haar behoeftebevrediging betekent.
Hoofdstuk 11: beleid: bereikbaarheid, veiligheid en milieu
Hoofdstuk 11: beleid: bereikbaarheid, veiligheid en milieu Het beprijzen sommige externe effecten (landschap, klimaatverandering, dode) is lastig. De manier waarop dergelijke effecten worden gewaardeerd leidt tot heftige discussies.
Hoofdstuk 11: beleid: bereikbaarheid, veiligheid en milieu Eerlijke verdeling kosten en baten recht op vervoer eigen kosten betalen
Hoofdstuk 11: beleid: bereikbaarheid, veiligheid en milieu
Hoofdstuk 11: beleid: bereikbaarheid, veiligheid en milieu Marginale kosten versus totale kosten: leiden tot verschillende uitkomsten.
Hoofdstuk 11: beleid: bereikbaarheid, veiligheid en milieu externe kosten infrastructuur openbaar vervoer
Hoofdstuk 11: beleid: bereikbaarheid, veiligheid en milieu (Marginale) externe kosten in rekening brengen: effectiviteit haalbaarheid/draagvlak uitvoerbaarheid theoretische onderbouwing
Hoofdstuk 11: beleid: bereikbaarheid, veiligheid en milieu Belangrijke vormen van beleid relevant voor verkeer en vervoer
Hoofdstuk 11: beleid: bereikbaarheid, veiligheid en milieu
Hoofdstuk 12: toekomstonderzoek Doelen: Inzicht geven in verschillende typen toekomstonderzoek en de mogelijkheden ervan. Inzicht geven in het gebruik van modellen voor toekomstonderzoek.
Hoofdstuk 12: toekomstonderzoek Scenario’s zijn plausibele en intern consistente eindbeelden van een mogelijke toekomst of ze beschrijven plausibele en mogelijke wegen om een gewenst eindbeeld te bereiken.
Hoofdstuk 12: toekomstonderzoek Toekomstonderzoek is van groot belang voor strategische beleidskeuzen voor de lange termijn. Waarom?
Hoofdstuk 12: toekomstonderzoek Scenario’s: denkkader discussiekader toetsingskader
Hoofdstuk 12: toekomstonderzoek Vormen en typen scenario’s kwantitatief versus kwalitatief descriptief versus normatief denkbaar versus waarschijnlijk achtergrond versus specifiek
Hoofdstuk 12: toekomstonderzoek Scenariobouw afbakening van het probleem en het onderwerp identificatie van de relevante factoren en bouwstenen voor de specifieke scenario-ontwikkeling rubriceren, waarderen en kiezen van de belangrijke vertrekpunten voor de scenario-ontwikkeling uitschrijven van de eerste cyclus in het bouwproces: de eerste generatie
Hoofdstuk 12: toekomstonderzoek Scenariobouw (vervolg) commentaarronde op de vorige stap: aanzetten tot nieuwe versie uitschrijven van de tweede generatie scenario’s commentaarronde op de vorige stap; aanzetten tot nieuwe versie uitschrijven van de derde generatie scenario’s (definitieve versie)
Hoofdstuk 12: toekomstonderzoek
Hoofdstuk 12: toekomstonderzoek Geschiedenis van veertig jaar verkeersscenario’s
Hoofdstuk 12: toekomstonderzoek WLO-scenario’s
Hoofdstuk 12: toekomstonderzoek WLO-scenario’s
Hoofdstuk 12: toekomstonderzoek
Hoofdstuk 12: toekomstonderzoek OESO-project Environmentally Sustainable Transport (EST) Backcasting: hoe ziet het transportsysteem eruit als de CO2-emissie met 80% daalt (en als ook andere doelstellingen worden gehaald)?
Hoofdstuk 13: afwegingskader voor beleid: KBA en MCA Doelen: Inzicht geven in de belangrijkste overeenkomsten en verschillen tussen KBA en MCA, en de geschiktheid hiervan voor evaluatie op transportgebied.
Hoofdstuk 13: afwegingskader voor beleid: KBA en MCA Vijf fundamentele onzekerheden mate waarin maatregelen effect hebben externe ontwikkelingen beleid van anderen afweging tussen de diverse effecten van maatregelen maatschappelijke acceptatie van maatregelen
Hoofdstuk 13: afwegingskader voor beleid: KBA en MCA Terminologie Effectiviteit: het effect van een maatregel gerelateerd aan de omvang ervan (‘minimale kosten’: als je iets wilt bereiken, doe het dan zo goedkoop mogelijk). Efficiency (bouwt voort op effectiviteit): ga na of de baten van hetgeen je wilt bereiken wel opwegen tegen de kosten die je ervoor moet maken. Rechtvaardigheid (equity): billijkheid van verdeling van voor- en nadelen.
Hoofdstuk 13: afwegingskader voor beleid: KBA en MCA Doelen, op het terrein: economie: bereikbaarheid milieu: emissies sociale aspecten: vervoersarmoede veiligheid: ongevallen
Hoofdstuk 13: afwegingskader voor beleid: KBA en MCA Afweging tegenover normstelling afweging: vergelijking van voor- en nadelen van alternatieven; gaat uit van compensatie normstelling: absolute grens Kyoto geluidsnormen Schiphol
Hoofdstuk 13: afwegingskader voor beleid: KBA en MCA Kosten-batenanalyse (KBA) ‘economisch belang van verkeer en vervoer’ is in Nederland sinds 2000 verplicht voor grote infraprojecten consumentensurplus: het verschil tussen wat een consument bereid zou zijn te betalen en wat hij daadwerkelijk betaalt
Hoofdstuk 13: afwegingskader voor beleid: KBA en MCA Baten: huidige gebruikers nieuwe gebruikers optiebaten (option value)
Hoofdstuk 13: afwegingskader voor beleid: KBA en MCA
Hoofdstuk 13: afwegingskader voor beleid: KBA en MCA Problemen bij KBA verdeling van baten en lasten er is niet altijd een goede financiële waardering voorhanden waardering uitstralingseffecten
Hoofdstuk 13: afwegingskader voor beleid: KBA en MCA Multicriteria-analyse (MCA) afweging zonder dat per se een waardering in financiële termen nodig is: subjectieve gewichten clusters van effecten, bijv. bereikbaarheid, milieu en veiligheid, overheidsbeleid
Hoofdstuk 13: afwegingskader voor beleid: KBA en MCA
Hoofdstuk 13: afwegingskader voor beleid: KBA en MCA
Hoofdstuk 13: afwegingskader voor beleid: KBA en MCA
Hoofdstuk 13: afwegingskader voor beleid: KBA en MCA Waardering milieu-effecten daadwerkelijk gedrag op markten: hedonische prijs reiskostenmethode uitingen van voorkeuren van consumenten: stated preference contingent valuation
Hoofdstuk 13: afwegingskader voor beleid: KBA en MCA
Hoofdstuk 13: afwegingskader voor beleid: KBA en MCA Reistijdwaardering varieert per: individu; motief; modaliteit. Reistijdwaardering komt vaak niet tot uiting in het bnp (vgl. filekosten).
Hoofdstuk 13: afwegingskader voor beleid: KBA en MCA
Hoofdstuk 13: afwegingskader voor beleid: KBA en MCA
Hoofdstuk 14: modellen Doelen: Inzicht geven in verschillende typen modellen verkeer en vervoer. Inzicht geven in wat je wel en niet met modellen kan doen.
Hoofdstuk 14: modellen Een model is een vereenvoudigde weergave van een deel van de werkelijkheid.
Hoofdstuk 14: modellen Typen modellen beschrijvend versus verklarend ruimtelijk versus niet-ruimtelijk geaggregeerd versus gedesaggregeerd statisch versus dynamisch gebaseerd op revealed versus stated preferences verplaatsingen versus activiteiten wel/niet interactie grondgebruik – transport personen versus goederen
Hoofdstuk 14: modellen Elasticiteiten/kruiselasticiteiten
Hoofdstuk 14: modellen Geaggregeerde modellen generatie (productie) en attractie: hoeveel verplaatsingen vertrekken er uit een zone en hoeveel komen er aan? distributie: waar gaan de gegenereerde verplaatsingen naartoe? vervoerwijzekeuze (modal split): hoe reist men? toedeling (assignment): via welke route gaat men van de ene naar de andere zone? soms: tijdstipkeuze (time of day): op welk tijdstip (spits of dal)?
Hoofdstuk 14: modellen Gedesaggregeerde modellen het wel of niet maken van een bepaalde reis (generatie) de keuze van de bestemming (distributie) de keuze van het vervoermiddel (vervoerwijzekeuze) de keuze van de route (routekeuze) de keuze van een tijdstip voor de reis (tijdstipkeuze)
Hoofdstuk 14: modellen Doel: inzicht in orde van grootte autonome ontwikkelingen en/of beleid op verkeer en vervoer.
Hoofdstuk 14: modellen Voorbeelden: LMS Dynamo SMILE
Hoofdstuk 14: modellen Wat kun je wel en wat kun je niet met een model? Soms is het beter: empirisch onderzoek, literatuur, resultaten eerdere modelsimulaties. Groot belang: modelstructuur. Heeft invloed op resultaten en toepassingsmogelijkheden. Kleine veranderingen: beter dan grote. Vergelijkbaarheid doorgerekende varianten. Beleidsmakers overschatten belang model.