Epilepsie: een update Dr. B. Lagae Dr. I. Aers Dr. A. Vakaet

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Epilepsie.
Advertisements

Epilepsie Vereniging Nederland
Acute neurologie Breda, 18 en 21 februari 2013.
Hyponatriemie en de hersenen
Aneurysmatische subarachnoïdale bloeding: kliniek en screening
Bipolaire stoornissen
Dr Selleslagh St Jozefkliniek Bornem
Epilepsie en andere aanvallen
Epilepsie Oud en Nieuw(s).
Antiaggregantia en antitrombotica in de cardiologie
Bloedverdunners: wat te stoppen en wanneer?
Dr. Lotte Nieuwenhuis Neuroloog
Patiënt presentatie A.de Louw
Delier.
Psychiatrische stoornissen bij patiënten met een lichamelijke aandoening Hanne Claeys.
Drugs- en alcoholverslaving
TRACHEACOLLAPS = DORSOVENTRALE AFPLATTING TEN GEVOLGE VAN TRACHEOMALACIE DORSAAL LIGAMENT TRACHEARING.
DIAGNOSE ‘MASSA IN THORAX’
Polyfarmacie bij Ouderen
Delier in de palliatieve fase
RADIO ACTIEF IODIUM THERAPIE
PREOPERATIEVE ONDERZOEKEN
Restless Legs Referaat Rob Rouhl 4 mei 2005.
Patiëntpresentatie Véronique Hornikx
Voorspellende factoren van post-CVA depressie
DBS voor essentiële tremor
Welke wegraking naar wie?
Steroiden bij acute dwarslesie
developmental venous anomalies
Hemifacialis spasme.
Nederlandse Vereniging voor Neurologie
Patiëntdemonstratie Anton de louw
Statine na een herseninfarct (of TIA)
Coma Frank Buntinx.
Bare Buttocks Sessie Conservatieve behandeling
Extra aandacht voor de voeding van ouderen
De patiënt met Schizofrenie bij de huisarts
Diagnose en behandeling
Hyponatriemie Maartje Salomons.
Hoofdpijn.
Streefwaarden bij behandeling van diabetes mellitus type 2
T24 Twee patiënten met een wegraking
Het staken van geneesmiddelen: evidence
Urogenitale aandoeningen
Mentale fitheid, onmisbaar bij chronische ziekten
Bare Buttocks sessie Conservatieve behandeling diverticulitis:
Epilepsie.
Behandelmogelijkheden van Multiple Sclerose
Psychiatrie Naam: Martine Bink med.hro.nl/binmd
Edwin van Dellen Floor Frenkel Cyra Leurs Elsa Hilverdink
Orthopedische chirurgie: wervelkolom- en schouderchirurgie
Aandoeningen van het zenuwstelsel
MS bij kinderen RQ Hintzen neuroloog-immunoloog MS Centrum ErasMS Erasmus MC Rotterdam.
Doseren van antibiotica bij ouderen Dr. R ter Heine, ziekenhuisapotheker-klinisch farmacoloog.
ZORGVRAGER MET VAATAANDOENINGEN. CEREBRAAL VASCULAIR ACCIDENT/ CVA Wat is het? = Hersenbeschadiging tgv een probleem in de bloedvaten die het hersenweefsel.
Maagzuurremmers: effecten van de verandering in de vergoeding voor patiënten met een verhoogd risico op maagaandoeningen Linda Flinterman (NIVEL)
(SUB)TYPES, BEHANDELING EN PROGNOSE FRÉDÉRIQUE TERBEEK,ASO NEUROLOGIE Encefalitis.
Ouderen die bewegen en vallen…
Aandoeningen van het zenuwstelsel
Wie screenen voor chronisch nierlijden?
Medische kennis Bouke Cuperus
Neurologische aandoeningen (2)
Medische kennis Neurologie.
Wie screenen voor chronisch nierlijden?
Slaapstoornissen bij Parkinson
Polyfarmacie.
Duizeligheid.
Bijwerkingen: CAR-T cel behandeling
Transcript van de presentatie:

Epilepsie: een update Dr. B. Lagae Dr. I. Aers Dr. A. Vakaet Dr. L. Nieuwenhuis Dr. L. Algoed Moderator: Dr. T. Goetghebuer

EPILEPSIE BIJ OUDEREN Dr. B. Lagae

A. Epidemiologie Hoogste incidentie op oudere leeftijd Mannen > vrouwen Partiële > veralgemeende epilepsie

B. Etiologie Acute symptomatische insulten Chronische epilepsie Idiopathische epilepsie

1. Acute symptomatische insulten A) Electrolietenstoornissen B) Endocriene stoornissen C) Medicatie/Alcohol

1. Acute symptomatische insulten A) Electrolietenstoornissen a) Hypernatriëmie, Na > 151 mmol/l b) Hyponatriëmie, Na < 125 mmol/l c) Hypocalcemie d) Hypercalcemie e) Hypomagnisemie, Mg < 1,3 mmol/l f) Hypofosfatemie, P < 1mg/100 mmol

B) Endocriene stoornissen a) Glucosemetabolisme: hyper- en hypoglycemie b) Schildklierlijden: meer bij hypo- dan bij hyperthyroïdie c) Porfyrie d) Leverlijden e) Nierlijden C) Medicatie/Alcohol ontwenningsinsulten

2. Chronische epilepsie A) Idiopathische epilepsie B) CVA C) Neurodegeneratieve aandoeningen D) Neoplasma E) Cerebraal trauma F) Post-craniotomie G) CNS infecties

A) Idiopathische epilepsie B) CVA +/- 15% van de CVA patiënten doet een epileptisch insult binnen de 5 jaar na het CVA SAB > ICB > ischemisch CVA

C) Neurodegeneratieve aandoeningen i) Alzheimer dementie ii) MS

D) Neoplasma voornamelijk tumoren van frontale, pariëtale en occipitale kwab >> focale aanvallen

E) Cerebraal trauma I) Indeling volgens type trauma: 1) Schotwonden grote kans op posttraumatische epilepsie De aanvalsfrequentie in het 1ste jaar lijkt bepalend voor de toekomst. 2) Slagwonden a) Ernstig: contusie, intracerebraal of intracranieel hematoom, of 24u coma of amnesie  10% risico op epilepsie b) Matig: schedelfractuur, of 30 min tot 24u coma of posttraumatische amnesie  1,5%

c) Mild: kortere periodes van bewustzijnsverlies of amnesie  0,5% II) Indeling volgens tijdstip van optreden van de epileptische insulten: een ernstig hoofdtrauma geeft een groter risico op acute epileptische insulten en chronische posttraumatische epilepsie

F) Post-craniotomie i) Aneurysma chirurgie ii) Intracraniële tumor iii) Abces

G) CNS infecties i) Virale encephalitis (>> herpes, HIV) ii) Bacteriële meningitis, voornamelijk wanneer geassocieerd met cerebrale sinustrombosis of abces iii) Chronische meningitis: TBC, cryptococcus, candida iv) Aseptische meningitis geeft geen verhoogd risico v) Ook systemische infecties zoals pneumonie en urosepsis

C. Diagnose A) Auto- en zo mogelijk hetero-anamnese: voorgeschiedenis, medicatiegebruik, middelengebruik B) Bloedonderzoek i) PBO ii) Chemie: electrolieten, lever- en nierfunctie C) EEG D) Beeldvorming: NMR > CT, steeds met contrast

D. Differentiaal diagnose A) Acute verwardheid: nonconvulsieve status epilepticus B) Syncope: >> uitlokkende omstandigheden, >> prodromi, geassocieerde symptomen (bleekheid, zweten, nausea), kortere periode van bewustzijnsverlies, geen postictale sufheid, sneller herstel; convulsies en urinaire incontinentie zijn mogelijk C) TIA: symptomen houden langer aan, meestal geen bewustzijnsindaling, vasculair patroon

D) Transiënt global amnesia: een plotse episode van amnesie, met persevereren, bewustzijn intact, episode duurt meestal verschillende uren E) Psychogene aanvallen: i) Pseudo-aanvallen ii) Hyperventilatie iii) Paniekaanvallen iv) Woede-aanvallen F) Cataplexie

G) Bewegingsstoornissen: Benigne dropattacks bij de vrouw H) Hypoglycemie

E. Behandeling A) Medicamenteuse behandeling B) Andere behandelingen

E. Behandeling A) Medicamenteuse behandeling i) Wanneer behandelen: 1. Acute symptomatische insulten: geen chronische anti-epileptische behandeling 2. Bij een eerst niet uitgelokt epileptisch insult: geen duidelijkheid, rekening houden met de hogere kans op recidief bij ouderen

Een eerst niet uitgelokt epileptisch insult Bij duidelijk cerebraal letsel OF Epileptische grafo-elementen op EEG Hoog risico op trauma bij valpartijen (osteoporotische fracturen) Hoog risico op status epilepticus  Behandelen

ii) Algemeenheden: 1. Gewijzigde farmacokinetiek op oudere leeftijd 2 ii) Algemeenheden: 1. Gewijzigde farmacokinetiek op oudere leeftijd 2. Geassocieerde pathologie 3. Polyfarmacie 4. Verhoogde gevoeligheid voor medicatie: sneller bijwerkingen zelfs bij therapeutische spiegels iii) Welke anti-epileptica? 1. 2 regels: a) Start low, go slow (vaak lagere dosissen nodig) b) Monotherapie

2. Oude of nieuwe anti-epileptica? Efficaciteit is dezelfde; het verschil ligt in de veiligheid van het product en het bijwerkingsprofiel. A) Oude B) Nieuwe i) Gabapentine ii) Lamotrigine iii) Levetiracetam iv) Oxcarbazepine v) Topiramaat

Oude: - hepatische enzyminductie (fenytoïne; carbamazepine) - cognitieve bijwerkingen (fenobarbital, primidone) - osteoporose: door verhoogde metabolisatie van vitamine D (fenobarbital, fenytoïne, carbamazepine) Valproaat: best verdragen bij ouderen (wel: tremor, hyperammoniëmie, gewichtstoename)

B) Nieuwe: - geen belangrijke bijwerkingen - geen interacties - weinig cognitieve bijwerkingen i) Gabapentine: - 900-1200 mg/d (3 innames) - dosisaanpassing bij N.I. - soms oedeem, G neemt toe

ii) Lamotrigine: - 100-150 mg/d (1 à 2 innames) - 1/4000: rash (toxische epidermale necrolyse of Stevens-Johnson syndroom)  trage titratie - spiegelschommelingen mogelijk (Valproaat vermindert de hepatische klaring van lamotrigine)

iii) Levetiracetam: - 1000 mg/d (2 innames) - psychiatrische bijwerkingen iv) Oxcarbazepine: - 900 mg/d (2 innames) - cave hyponatriëmie v) Topiramaat: - 100-200 mg/d (2 innames) - meer cognitieve bijwerkingen - G neemt af

iv) Hoelang behandelen? B) Andere behandelingen: i) Epilepsiechirurgie ii) N. Vagus stimulator