1 WSNS Studiedag 3 oktober 2006 “Juf, gaan we die weer doen? Die is leuk!”

2 Even voorstellen •Désirée Rombouts –Leerkracht van Basisschool wethouder van Eupen in Eindhoven •Martijn Smoors –DOBA Onderwijsadviseurs in Eindhoven

3 Opzet workshop •Inleiding Structureel Coöperatief Leren •Video/Praktijkervaringen in groep 1-2

4 Structureel coöperatief leren… is altijd interactief en leidt tot leren We doen dat met elkaar; soms in de klas, soms in een team, soms in een tweetal

5 Samenwerken = Coöperatief leren

6 Stiltesignaal voor het kind: • hand omhoog, • stop met praten, stop met doen • waarschuw anderen • kijk • luister

7 Zelf ervaren •Groepswerk •Coöperatief werken

8 Groepswerk •Rijmwoorden

9 Coöperatief werken: Rondpraat 1.Docent geeft opdracht De leerkracht geeft een opdracht of stelt een vraag waarop meerdere tamelijk korte antwoorden mogelijk zijn. 2. De leerlingen geven om de beurt antwoord Na even wat Denktijd wordt bepaald welke leerling er begint. De leerlingen geven om de beurt een korte reactie op de vraag of opdracht.

10 Coöperatief leren … •brengt structuur in de interactie •heeft didactische structuren; leersucces voor zoveel mogelijk kinderen •is interactief leren •is sociaal leren

11 Meer leren door interactie kind leest kind luistert kind denkt na over woorden Kind denkt en praat met anderen

12 Tegemoet komen aan behoeften van kinderen : praten & doen, actief en betrokken

13 Sociale vaardigheden •Elkaar bedanken •Complimentjes geven •Luisteren naar elkaar •Wachten op elkaar •Elkaar uit laten praten •Je inleven in anderen Het werken aan sociale vaardigheden gebeurt tijdens coöperatief leren niet apart

14 Mix Tweetal Gesprek 1.Mix totdat de muziek stopt •Vorm een koppel: hand omhoog, heb je een partner: hand omlaag •Er wordt een open vraag gesteld met DenkTijd •Koppels discussiëren  Tweegesprek op Tijd of Tweepraat

15 Tweegesprek op Tijd 1.Opdracht De leerkracht geeft een opdracht en geeft aan hoeveel tijd iedere leerling heeft om iets te vertellen. 2.Denktijd De leerkracht geeft denktijd. Kinderen denken na over de vraag 3.A vertelt B luistert 4.B vat samen of geeft positieve reactie 5.B vertelt, A luistert 6.A vat samen of geeft positieve reactie

16 Je hebt een hele dag voor jezelf, wat ga je doen?

17 Praktijkervaringen in groep 1-2 •Werken met didactische structuren –Binnenkring Buitenkring –Zoek Iemand Die

18 Vragen Opmerkingen?

19 Veel succes! Voor informatie: