Aanpassing aan klimaat verandering in West Afrika

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
1.
Advertisements

Transport en Infrastructuur
DIA 1 Blanco start KLIK voor DIA 2
Hst 1: De wereld: Systeem van landen en relaties
Hoofdstuk 4 Azië en globalisering (voortdurend proces van wereldwijde economische, politieke en culturele integratie)
Paragraaf 1.3 Jagers worden boeren.
Collecte Doelen 2013.
2.5 Landen vergelijken Mali
In de vaart der volkeren
Aantekening §1 B-nummers.
Hoofdstuk 5 Werelden van verschil
HOOFDSTUK 10 ONTWIKKELINGSPEIL.
In welke fase van het transitiemodel bevindt
1 havo/vwo H3 ontwikkeling §2
Planning voor deze les:
Hoofdstuk 1 Genoeg voor iedereen?
2.1 – Kennismaken met het Middellandse Zeegebied
Landbouw in Oostenrijk en NL
P 1.2 Ethiopië, een paradijs boven de evenaar
Indonesië.
AFRIKA.
Hoofdstuk 1 Patronen op de wereldkaart: bevolking Paragraaf 9 t/m 11
Hoofdstuk 2.
Hoofdstuk 1 Patronen op de wereldkaart: bevolking Paragraaf 9 t/m 11
Terra Tweede Fase havo © Wolters-Noordhoff bv
2.2 Oorzaken van ondervoeding
3.6 natuur en mens: actie en reactie
Terra Tweede Fase vwo © Wolters-Noordhoff bv Make poverty history In 2000 zijn millenniumdoelen vastgesteld, bijvoorbeeld: in 2015 moeten armoede.
Terra Tweede Fase vwo © Wolters-Noordhoff bv
5.6 menselijke invloed op landschapszones
Hoofdstuk 1 Aarde: landschapszones Paragraaf 5
Hoofdstuk 2 Aarde: Middellandse Zeegebied Paragraaf 5
Hoofdstuk 2 Verbanden tussen patronen Paragraaf 6 t/m 9
Hoofdstuk 1 Genoeg voor iedereen?
De vicieuze cirkel van kindersterfte en armoede
Klimaat en landbouw 3.2 Voedselvoorziening in Nigeria
Planning. Planning Vandaag Uitleg 3.2 (15 min.) Proefwerk terug & bespreken (kort) (15 min.) Klimaatjagers kijken (20 min.)
Gemaakt door: Caily en Sophie Docent: mvr van Strien Datum: Klas: 3T2
Naar een eerlijke voedsel- voorziening duurzame kleinschalige landbouw en fair trade als deel van de oplossing Oxfam-Magasins du monde, Oxfam Solidariteit.
Landschapszones op aarde
Bodemdegradatiecomprime
Verschillende agrarische regio’s
Paragraaf 1.4 Leven van de landbouw.
Hoofdstuk 3 Arm en rijk in de VS en Nigeria.
Nakijken lesbrief Opdracht 5: Gebied E (Laagland v. Oost-China)
Titel wereld moet weg. 1 havo/vwo 1 Bevolking § 2-4.
1 VWO Hoofdstuk 1 Bevolking § 2 - 4
Hoofdstuk 9 Weer en klimaat in de Verenigde Staten.
Hoofdstuk 3 Water in China en het Midden-Oosten.
Aardrijkskunde klimaat
3 havo 3 Draagkracht : tussen hoop en vrees § 7-9
1. globalisering. 1 Weg uit Nederland a Daar zijn de lonen lager. Daar is de productie dus goedkoper. Tot 1989 bestond het IJzeren Gordijn nog. De uitwisseling.
De economie van het Romeinse Rijk 200 v.C. – 200 n.C.
Congo: rijk land maar arme bevolking Congo: rijk land, arme bevolking.
SO terug.
Milieuvluchtelingen Een zoektocht naar bescherming.
Dit is Dorcas Dorcas is een christelijke hulporganisatie die mensen in Oost-Europa, het Midden-Oosten en Afrika helpt die door grote armoede,
Paragraaf 1 Afrika: een rijk werelddeel?
AARDE 3/4 vmbo 4 Weer en klimaat § 6-9. Het weer in Nederland isobaren lijnen op een tussen plaatsen met dezelfde luchtdruk lagedrukgebieden: rond de.
Voedsel(on)zekerheid in de Sahel 1 Henk Breman; 44 jaar Milieu & Ontwikkeling in Afrika IS, nr. 8, 2007.
Per (klimaat)gebied zullen de schadelijke gevolgen anders zijn
Hoofdstuk 1 Patronen op de wereldkaart: bevolking Paragraaf 9 t/m 11
Stort regen voor Burkina Faso
Thema 2 blok 1 Op zoek naar voedsel.
Alle veranderingen in het landschap die
Blok 2 Rampen in Afrika Deelvraag:
Blok 2 Rampen in Afrika Deelvraag:
1 vmbo-T/havo 1 bevolking, §2 en 3
Problemen m.b.t. landbouw en water: hoge verdampingsgraad
VHV 35 jaar – 35 jaar ontwikkelingen op de arbeidsmarkt.
Transcript van de presentatie:

Aanpassing aan klimaat verandering in West Afrika Ervaringen met een kwetsbaarheidsaanpak

Impact of Climate Change on Drylands ICCD PROJECT Financien: NETHERLANDS RESEARCH PROGRAMME ON GLOBAL AIR POLLUTION AND CLIMATE CHANGE Samenwerking tussen CERES, WAGENINGEN UR, RIVM en WEST AFRIKAANSE GELEERDEN COORDINATIE: TON DIETZ, RUERD RUBEN en JAN VERHAGEN hoofdresultaat: Boek bij KLUWER 2004 The impact of climate change on drylands, with a focus on West Africa; Kluwer academic publishers 2004 Impact of Climate Change on Drylands

Afrika: semi-aride en sub-humide gebieden, met hoge of lage degradatie, hoge of lage bevolkingsdichtheden en urbaan of ruraal

Dat de regens sterk varieren is evident, maar is er ook een trend Dat de regens sterk varieren is evident, maar is er ook een trend? Voorbeeld Mali 1918-1998

Een detailvoorbeeld: Bawku noordoost Ghana

Afrika: een vergelijking van ariditeitsindexen 1930-1960 en1960-1990: grote veranderingen

Verwachtingen tot 2050

Lange-termijn verwachting: grotere droogterisico’s

Maar: er zijn veel verschillende voorspellingen

Risico’s bij klimaatverslechtering Verandering naar geleidelijk hogere temperaturen en dus hogere evapotranspiratie Minder regenval en andere regenvalregimes, bv kortere regenseizoenen, andere begindata regens, langere Saharawinden Verandering van ecozones, agro-ecozones en gewassamenstelling: effect op agrarische bestaansverwerving (livelihoods) grotere kans op droogtes en extreme weersomstandigheden (ook: overstromingen, windstormen, stofstormen)

Soorten risico’s Soorten verdwijnen (invloed op biodiversiteit) Grotere sterftekans dieren en mensen Schade aan bezit en infrastructuur Bedreigde bestaansverwerving en grotere armoede Minder weerstand Minder innovatiecapaciteit Minder buffercapaciteit (‘verzekering’)

Verwachtingen bij klimaatverslechtering 1 De voedselproductie komt verder onder druk te staan (maar de grenzen van innovaties zijn nog niet bereikt: irrigatie, terrassering, ‘water harvesting’, beter nutrientenbeheer, meer droogteresistente gewassen, meer gebruik maken van ‘wetlands in drylands’. 2. Praktijken om voedsel op te slaan in goede jaren voor slechte jaren komen onder druk te staan 3 De marktgerichte productie van gewassen (katoen, pinda’s) biedt in slechte jaren geen uitweg (en de prijzen ervoor zijn in goede jaren al slecht: nauwelijks een buffer mogelijk) 4 Er moet meer voedsel worden gekocht en van elders worden aangevoerd en het geld daarvoor moet uit andere bronnen komen

Waar komt dan dat geld voor voedsel vandaan? Verkoop van vee en veeprodukten neemt toe (van belang: de calorische ruilvoet) Niet-agrarische productie, (o.a. Nicheproducten, bv ambachtelijk, toeristisch) en diensten (bv toerisme, prostitutie, maar ook NGO’s, meer ambtenaren) Migratie naar elders en sturen van geld (en voedsel) Verkoop van waardevolle spullen (bv goud), verzameld in goede jaren

Maar ook: Stelen van voedsel en bezittingen, al dan niet als onderdeel van bendes Voedselhulp van elders in diverse vormen (bv ‘Food for Work’) Minder voedsel consumeren: door verminderen kwaliteit en kwantiteit maaltijden (vaak wel meer ‘armoedevoedsel’ verzamelen) Of demografische ‘oplossingen’: wegtrekken, minder geboortes, hogere kindersterfte, hongersterftes

Sahel: kwetsbare landbouw, veeteelt en gemengd bedrijf, met steeds meer kans op droogtecondities Maar: mensen in de Sahel hebben een groot aanpassingsvermogen om te leven met droogte: tijdens de ‘gewone’ droge tijd en tijdens droge jaren en ze hebben veel geinvesteerd in sociale opvangnetwerken (binnen familie, dorpen, migratienetwerken, kerk/moskeegemeenschappen, staatsverbanden). De vraag is: kunnen ze dit volhouden bij extremere omstandigheden?

De rijken zijn i.h.a. beter beschermd: fysiek, sociaal en economisch Er is sprake van een aanzienlijke sociale differentiatie van de gevolgen van droogte: toenemende kwetsbaarheid raakt de armen i.h.a. meer dan de rijken, Extreme schokken kunnen arm EN rijk treffen en extreme armoede veroorzaken. De rijken zijn i.h.a. beter beschermd: fysiek, sociaal en economisch Maar: de armen zijn minder geneigd risico’s te nemen en hebben minder voedsel- en arbeidstaboes in extreme situaties.

Diversificatie is de sleutel tot bescherming Maar: de armen hebben een armoede-gedreven diversificatieprofiel en de rijken een ‘niche’ (‘opportunity’) gedreven diversificatie profiel. Zowel de rijken als de armen hebben multi-lokatie en multi-sector bestaansprofielen . Middengroepen zijn het meest kwetsbaar voor schokken, vooral als zij economische specialisten zijn, afhankelijk van een externe, flucturerende markt, op een vaste plaats verblijvend en met relatief lage buffercapaciteit. Vaak juist bij hen gedragstaboes (‘keeping up appearances’)

Voorbeeld noord Ghana Inderdaad: sterke tekenen van klimaatverslechtering op lange termijn en van gedragsverandering Dat blijkt uit: Een drogere natuurlijke omgeving, met toenemend aantal ‘noordelijke’ soorten/gewassen en het verdwijnen van traditionele soorten/gewassen, waaronder economisch belangrijke boomsoorten Lagere betrouwbaarheid van de seizoenen; latere start van het plantseizoen, meer droogteweken tijdens de ‘regentijd’, meer plotselinge hoosbuien en overstromingen Meer droogte-resistente gewassen; sneller rijpe graansoorten; trek naar de natte plekken bij (seizoens) riviertjes en moerassen; grotere diversiteit in soorten velden

vervolg: in de waterpoelen staat het water sneller laag rivieren vallen eerder droog meer waterpoelen met zout of brak water minder stromend en meer stilstaand water (Malaria!!) Veel groter belang van geiten, verminderd belang van schapen en koeien Meer nadruk op irrigatie en op ‘nichegewassen’ (uien, tomaten), ontwikkeling van ‘water harvesting’ En de katoen ‘trekt’ naar het zuiden In slechte jaren: verschuiving van graan naar peulvruchten

Er is ook een zeer sterk gestegen bereidheid van boeren om te investeren in bodem- en waterbescherming, in het aanplanten van bomen en in het terrasseren van hellingen. Meer arbeidsinput. Veel grotere afhankelijkheid van overmakingen van migranten Veel meer migratie naar ‘het zuiden’: tijdens de droge tijd maar steeds meer ook tijdens het landbouwseizoen (“hunger trips”) Meer nadruk op sociale netwerken en sociale zekerheids-arrangementen Een grotere machtspositie voor rijke families (ook geholpen door de decentralisatie van centrale staatsmacht naar lagere niveaus)

Aanzienlijke Bevolkings Herverdeling 1960-1994: Leegstromen van de extreem droge gebieden en van oorlogs- gebieden Sterke trek naar de kust Zeer sterke urbanisatie

Urbanisatie vooruitzichten tot 2020

Volgens een panel van West-Afrikaanse experts zijn er de volgende beleidspriorititeiten 1 Betere ‘early warning systems’ en betere communicatie 2 Integreer kennis over veranderende natuur en veranderend gedrag van mensen 3 Ontwikkel meer aan de drogere omstandigheden aangepaste gewas-, veeteelt- bosbouw- en tuinbouwpraktijken (en ‘help’ ‘noordelijke’ natuur en gewassen naar het zuiden) 4 Meer aandacht en staatssteun voor sociale zekerheidsmechnismes en voor gediversificeerde bestaansprofielen 5 Meer aandacht voor migratie en voor de rol van overmakingen 6 Meer aandacht voor veranderende eigendomsrelaties en ‘claims’ op land, water en natuur en voor conflictregulering tussen groepen met verschillende identiteiten (bv veehouders versus akkerbouwers)