Eco(hydro)logische vereisten Natura 2000 Plaats hier de titel van de presentatie 4/4/2017 Eco(hydro)logische vereisten Natura 2000 Han Runhaar, KWR Watercycle Research Institute, Nieuwegein
Achtergrond Studie in opdracht van LNV Doel: bepalen Ecologische vereisten habitattypen Producten: beschrijving ecologische vereisten in profielen overzicht ecologische vereisten per gebied en per habitattype op website Natura 2000 Watercycle Research Institute
Inhoud verhaal Hoe zijn vereisten bepaald ? Hoe is daarbij relatie gelegd met grondwater ? Wat is bruikbaarheid informatie bij opstellen beheerplannen ? Watercycle Research Institute
Watercycle Research Institute
Knelpuntenanalyse maatregelen Watercycle Research Institute
Uitgangspunten Zo veel mogelijke gebruik maken van bestaande gegevens en inzichten inzicht geven in variatie binnen habitattypen indeling naar ± operationele standplaatscondities (vochttoestand, zuurgraad, voedselrijkdom, zoutgehalte e.d.) aangeven relatie met conditionerende factoren (grondwater, bodem e.d.) Watercycle Research Institute
Opzet studie 1 Vergelijken bestaande indelingen naar standplaatscondities -> keuze condities en weergave condities -> 1e (provisorische) schatting ranges per habitattype 2 Verzamelen basisgegevens in database Ecologische Vereisten -> indeling vegetatietypen naar standplaatscondities -> bepalen ranges per habitattype 3 Verwerken gegevens in (profielteksten en) website -> leggen van relatie met conditionerende factoren Watercycle Research Institute
1 Vergelijking standplaatsindelingen Standplaatsfactor Informatiebronnen Zuurgraad zuurgraadklasse NOV zuurgraadklasse SBB zuurgraadklasse Indicatoren zuurgraadklasse Waternood+ trofieklasse NOV Voedselrijkdom trofieklasse SBB trofieklasse Indicatoren voedselrijkdomklasse Waternood+ Vochttoestand waterregime NOV waterregime SBB waterregime Indicatoren vochtklasse Waternood+ Overstromingstolerantie overstromingstolerantie Waternood+ Inundatieduur inundatieduurklassen (heel jaar) Indicatoren/NOV Zoutklasse zoutklasse Waternood+ Laagste grondwaterstanden GLG Waternood+ laagste (grond)waterstandklasse Kiwa Watercycle Research Institute
Vergelijking standplaatsindelingen Standplaatsfactor Informatiebronnen Zuurgraad zuurgraadklasse NOV zuurgraadklasse SBB zuurgraadklasse Indicatoren zuurgraadklasse Waternood+ trofieklasse NOV Voedselrijkdom trofieklasse SBB trofieklasse Indicatoren voedselrijkdomklasse Waternood+ Vochttoestand waterregime NOV waterregime SBB waterregime Indicatoren vochtklasse Waternood+ Overstromingstolerantie overstromingstolerantie Waternood+ Inundatieduur inundatieduurklassen (heel jaar) Indicatoren/NOV Zoutklasse zoutklasse Waternood+ Laagste grondwaterstanden GLG Waternood+ laagste (grond)waterstandklasse Kiwa Watercycle Research Institute
Indeling naar vochttoestand Indeling naar waterstandsregime binnen Indicatorboekjes en NOV-Pleistoceen Klasse Naam Onderverdeling Waterstand gemiddeld 1A aquatisch 1Aa diep water > 50 cm + mv 1Ab ondiep water 10-50 cm +mv 1B zeer nat 5-10 cm +mv 2 nat 2a nat_a 0-10 cm –mv 2b nat_b 10-20 cm –mv 3 matig nat 3a matig nat_a 20-30 cm –mv 3b matig nat_b 30-40 cm –mv 4 vochtig 4a vochtig_a 40-50 cm –mv 4b vochtig_b 50-60 cm –mv 5 matig droog 5a matig droog_a 60-70 cm –mv 5b matig droog_b 70-80 cm –mv 6 droog 6a 80-120 cm -mv 6b zeer droog > 120 cm -mv Indeling naar vochttoestand binnen Waternood+ GVG GLG Droogte-stress Omschrijving > 50 cm - diep water 20 – 50 cm + mv. > 0 ondiep permanent water < 0 ondiep droogvallend water 0 - 20 cm + mv. zeer nat 0 - 25 cm – mv. nat 25 – 40 cm – mv. zeer vochtig > 40 cm – mv. < 14 dgn vochtig 14-32 dgn matig vochtig > 32 dgn droog Watercycle Research Institute
Indeling naar vochttoestand Aandeel xerofyten Watercycle Research Institute
Indeling naar laagste grondwaterstand Code Definitie Naam 1 GLG <20 nauwelijks wegzakkend 2a 20< GLG <30 zeer ondiep 2b 30< GLG <40 3a 40< GLG <50 ondiep 3b 50< GLG <60 4a 60< GLG < 70 matig diep 4b 70< GLG <80 5 GLG >80 diep Alleen in permanent natte potentieel veenvormende systemen (hoog- en laagveen, broekbossen, grote-zeggenvegetaties) Watercycle Research Institute
Database Ecologische vereisten Bevat informatie over ecologische vereisten voor: 370 vegetatie-eenheden uit De Vegetatie van Nederland aanvullend ruim 100 eenheden (veelal rompgemeenschappen) exclusief voor Catalogus SBB Gegevensbronnen: meetgegevens (onder meer referentieproject SBB, Kennat database Alterra) indelingen uit indicatorenboekjes, Waternood, Catalogus SBB indicatiewaarden literatuur deskundigenoordeel Watercycle Research Institute
Database Ecologische vereisten Watercycle Research Institute
Ranges Habitattypen voorbeeld: Kalkmoeras Watercycle Research Institute
Ecologische Vereisten voorbeeld: Kalkmoeras Associatie van Vetblad en Vlozegge: Plagplekken en langs slenkjes op kalkarm zand gevoed door basenrijke kwel Watercycle Research Institute Associatie van Bonte paardenstaart en M. Afgeticheld kalkrijk rivierzand
Indeling naar vochttoestand op basis GVG en droogtestress Vertaling naar GLG (voor duinzand) Watercycle Research Institute
Relatie met condionerende factoren Vochttoestand Voedselrijkdom Watercycle Research Institute
Relatie met condionerende factoren Oplossingen: Vochttoestand droogtestress vertaald naar GLG afhankelijk van bodemtextuur (door gebruiker op te geven) Zuurgraad aangegeven in hoeverre zuurbuffering afhankelijk is van bodem (kalk), grondwater (kwel) of oppervlaktewater Kwalitatieve aanduidingen! Voedselrijkdom aangegeven in hoeverre voedselrijkdom afhankelijk is van bodem of oppervlaktewaterinvloed Watercycle Research Institute
Ecologische Vereisten Watercycle Research Institute
Ecologische Vereisten Zacht grondwater: laterale toestroming van (aëroob) lokaal grondwater, overgang naar kwelgebied met anaëroob water (beekdalranden) of afstroming over ondiepe slecht doorlatende lagen (oorspronggebied, stuwwallen e.d.); Watercycle Research Institute
Ecologische Vereisten Hard grondwater: op plekken waar hard grondwater in de winter doordringt in de wortelzone en/of uittreedt aan maaiveld Watercycle Research Institute
Watercycle Research Institute
Kemmers: relatie hoogte tov drainagebasis en zuurbuffering door grondwater Watercycle Research Institute ionenratio grondwater basenverzadiging
GLG in blauwgraslanden Laagste grondwaterstanden (p90 uit duurlijnen) van blauwgraslanden op zand. Bron: de Haan, 1992. subassociatie gebied n min gem max agrostietosum Agelerbroek 1 80 fort Ruigenhoek en Meerbach (Du) 3 70 85 filipenduletosum 45 100 nardetosum Koolmansdijk 4 115 120 130 Punthuizen en Bramse (Du) 145 Luttenbergven 60 Gattaltlaüfe (Zw) 135 typicum Kappersbult 2 litorelletosum Punthuizen orchietosum Bergvennen 90 125 Stelkampsveld Laagste grondwaterstanden (p90 uit duurlijnen) van blauwgraslanden op veen. Bron: de Haan, 1992. subassociatie gebied n min gem max agrostietosum Hellbachtal en Reusebene (Du) 3 20 30 45 de Kooilust 1 55 Oude Venen 6 15 50 nardetosum Kooilust 40 42 typicum Hellbachtal Kattendijksblokboezem Watercycle Research Institute
Watercycle Research Institute Verdeling natte opnamen op zand en veen over GLG-klassen, uitgesplitst naar geïndiceerde zuurgraad
Conclusies Goed overzicht vereiste standplaatscondities Meer aandacht nodig voor relatie met conditionerende factoren Is echter slechts in beperkte mate mogelijk Een goede ecohydrologische analyse op basis van lokale gegevens blijft nodig voor de vertaling naar conditionerende factoren en maatregelen Watercycle Research Institute
Stellingen Bij het oplossen van knelpunten rond Natura 2000 gebieden ligt de nadruk te veel op stikstofdepositie, terwijl juist met hydrologische maatregelen op korte termijn veel winst valt te behalen Ondanks jaren van studie naar oorzaken van verdroging in Top-Top-natuurgebieden is er nog een opvallend gebrek aan inzicht in het belang van kwel en de herkomst van het grondwater Watercycle Research Institute