Dat zijn wij zo gewend… Natacha, Tobis, Jeroen en Robbe Niveau 7
Oom Halil woont nog maar pas in Nederland. Hij wil met Eren naar de markt. Hij heeft tomaten, pepers en tong nodig. 1
2 Bij de winkel in de buurt is weinig te koop. De vis zit in de diepvries: scholfilet, tongfilet en vissticks. Het vlees is allemaal verpakt en schapenvlees zie je er niet.
Dat vindt oom Halil vreemd. Ook zijn er veel dingen die hij niet kent, zoals saté, zuurkool, paté, rookworst en taugé. 3
4 “Gaan we te voet?” vraagt Eren. ”Oké, want ik kan nog niet goed fietsen,” zegt oom lachend.
5 Samen lopen ze naar de markt. Eerst gaan ze naar de viskraam. Oom wil zelf de vis uitzoeken. Hij pakt er een beet. “Hé meneertje, handjes thuis alsjeblieft,” zegt de visboer.
6 Dat doen wij hier niet zo. “Zal ik voor u een kilootje afwegen?” Oom Halil begrijpt het niet zo goed. Hij is een beetje in de war. Hij knikt maar. “Dat is precies tien euro meneer.”
“Zeven euro?” zegt oom Halil. Hij wil afdingen. Hij is dat zo gewend in Turkije. “Neen, tien euro meneer. We hebben hier vaste prijzen.” Oom snapt er niets van. Hij betaalt maar gauw. 7
8 Ze gaan verder naar de kraam van Piet banaan. Daar liggen mooie ronde tomaten te glimmen in de zon. Oom Halil kijkt ernaar, pakt een tomaat en voelt eraan. Hij is dat zo gewend…
9 Maar Piet roept boos: ”Blijf met je handen van mijn fruit af!” Oom kijkt de man vragend aan. Hij begrijpt niet wat de man bedoelt.
10 Eren zegt vlug: “ De man wil niet dat je tomaten vastpakt.” “Je mag toch wel voelen,dat zijn wij… Kom op, Eren, we gaan weg. Ik wil hier niets meer kopen,” zegt oom Halil nijdig.
“We gaan naar de Turkse winkel. Daar hebben ze de beste pepers en tomaten van de hele wereld. Je kunt er zelf uitzoeken en je krijgt bovendien thee in glazen met gouden randjes. Dat zijn we zo gewend…” 11