Workshop ‘’Overgewicht en bewegen’’ Helena Kneppers Ruben Glasbergen
Inhoud Overgewicht Redenen voor beweging Beweegnormen Nul- en eind meting
Overgewicht Statistieken Gevaren Oplossing statistieken 15 – 20% van de kinderen tussen 8 en 12 jaar is te dik. 20% van de kinderen tussen 8 en 12 jaar voldoet aan de NNGB. 40% van de kinderen tussen 8 en 12 jaar voldoet aan de Fit-norm. Gevaren Verhoogde kans op het krijgen van diabetes, HvZ, verschillende vormen van kanker en zelfs overlijden. Oplossing Gezonde voeding(vooral niet te veel voeding) Bewegen. Minimaal Fit-norm. Bewegen zit in kleine dingen. (fietsen naar school i.p.v. met de auto, neem de trap i.p.v. de lift) Heel veel sporten is overigens ook niet de oplossing. Kinderen zijn in de groei, dus als zij gezond en niet te veel eten en voldoende bewegen, groeien ze over het overgewicht heen.
Redenen voor beweging Preventie Ontwikkeling Motoriek Sociale contacten Cognitief Tactisch Mentaal Preventie Beweging zorgt er voor dat je gezond en fit bent. Zo vermindert het de kans op het krijgen van diabetes, HvZ, verschillende vormen van kanker en motorische problemen. Ontwikkeling Ook voor de ontwikkeling van het kind is beweging erg belangrijk. Goed voor de motoriek. Ontwikkeling van evenwicht, evenwicht, grove motoriek, oog-/ handcoördinatie, fijne motoriek, lichaamsschema, tijd-/ruimte-oriëntatie, houding en beweging Goed voor sociale contacten. Tijdens teamsport leer je veel mensen kennen en je leert hiermee samen te werken. Cognitief, omgaan met verlies, leren van fouten en uitpluizen hoe het wel zou moeten. Tactisch, patronen herkennen, tactieken uitdenken. Mentaal, De algemene bevinding is dat sportief bewegen het cognitieve functioneren verbetert, zoals de reactie tijd, het geheugen, redeneren en schoolprestaties.
Beweegnormen NNGB Fit-norm Combi-norm NNGB: Jongeren (4-17 jaar): dagelijks één uur ten minste matig intensieve lichamelijke activiteit, waarbij minimaal twee keer per week kracht-, lenigheid- en coördinatieoefeningen voor het verbeteren of handhaven van de lichamelijke fitheid. FIT-norm: De fitnorm vereist tenminste drie keer per week gedurende minimaal 20 minuten zwaar intensieve lichamelijke activiteit. Deze norm is vooral gericht op het onderhouden van fysieke fitheid (uithoudingsvermogen, kracht en coördinatievermogen) Onderscheidt 3 vormen van Fit zijn. Niet fit: niet of enkele keren per jaar zwaar inspannend actief. Semi-fit: wel regelmatig zwaar inspannend actief, maar minder dan drie maal per week. Norm-fit: 3 of meer keren per week tenminste 20 minuten intensieve lichamelijke activiteiten.
Beweegnormen Lichte activiteit Matig intensieve activiteit (NNGB) (FIT-norm) Huishoudelijke activiteiten Skateboarden Voetbal Tuinieren Fietsen 15km/u Hardlopen 15km/u Wandelen 5km/u Volleybal Zwemmen Basketbal Schaatsen Tennis Hockey
Nul- en eindmeting Nulmeting 12 december 2012 Eindmeting 26 juni 2013 Meettechnieken: BMI Groeicurve Om te kijken hoeveel de kinderen tijdens dit project zijn afgevallen en of ze op een beter gewicht zijn gekomen, gaan jullie een nul en een eind meting uitvoeren bij de kinderen. De nul meting zal afgenomen worden tijdens de workshop bewegen voor de kinderen op 12 december en de eindmeting zal op de laatste dag samen met de ouders uitgevoerd worden op 26 juni. Tijdens de metingen worden de kinderen op twee verschillende manieren gemeten, namelijk met behulp van de BMI en de groeicurve voor de heup en middelomtrek verhouding. die we nu stuk voor stuk zullen uitleggen.
Body Mass Index (BMI) Verhouding tussen lengte en gewicht Voorbeeld berekening: Volwassen vrouw Lengte: 174 cm Gewicht: 67 kg Meisje van 9 jaar Lengte: 155 cm Gewicht: 50 kg De BMI is de Body Mass Index. Dit geeft de verhouding tussen lengte en gewicht. Bij een hoge BMI zie je dat het gewicht relatief hoog is ten opzichte van hun lengte en bij een lage BMI zie je dat het gewicht relatief laag is ten opzichte van hun lengte. Dit is de formule om de BMI te berekenen.
Body Mass Index (BMI) Verhouding tussen lengte en gewicht Voorbeeld berekening: Volwassen vrouw Lengte: 174 cm Gewicht: 67 kg Meisje van 9 jaar Lengte: 155 cm Gewicht: 50 kg Hier een aantal voorbeelden van berekeningen voor de BMI
Body Mass Index (BMI) Verhouding tussen lengte en gewicht Voorbeeld berekening: Volwassen vrouw Lengte: 174 cm Gewicht: 67 kg Meisje van 9 jaar Lengte: 155 cm Gewicht: 50 kg
Body Mass Index (BMI) Met behulp van de BMI bepaald je Ondergewicht Gezond gewicht Overgewicht Obesitas Dit kan je bepalen met behulp van afkapwaarden. Afkapwaarden voor kinderen zijn anders dan afkapwaarden voor volwassenen. Aan de hand van de BMI kan je bepalen of iemand ondergewicht, gezond gewicht, overgewicht of obesitas heeft. Hiervoor zijn afkapwaarden opgesteld. De afkapwaarden voor volwassenen zijn echter heel anders dan de afkapwaarden voor kinderen. Dit komt doordat kinderen in de groei zitten en hun lichaamsverhoudingen heel erg veranderd door de jaren heen. We gaan nu alleen naar de afkapwaarden van kinderen kijken.
Body Mass Index (BMI) Leeftijd (jaren) jongens BMI meisjes afkapwaarde overgewicht afkapwaarde obesitas 2 18,41 20,09 18,02 19,81 3 17,89 19,57 17,56 19,36 4 17,55 19,29 17,28 19,15 5 17,42 19,30 17,15 19,17 6 19,78 17,34 19,65 7 17,92 20,63 17,75 20,51 8 18,44 21,60 18,35 21,57 9 19,10 22,77 19,07 22,81 10 19,84 24,00 19,86 24,11 11 20,55 25,10 20,74 25,42 12 21,22 26,02 21,68 26,67 13 21,91 26,84 22,58 27,76 14 22,62 27,63 23,34 28,57 15 23,29 28,30 23,94 29,11 16 23,90 28,88 24,37 29,43 17 24,46 29,41 24,70 29,69 18 25,00 30,00 19 20 21 Bron: Hirasing RA et al. Ned. Tijdschr. Geneeskd. 2001;145:1303-8
Groeicurve Heup- en middelomtrek Figuur 1: Groeicurve taille/heup ratio voor meisjes De andere meettechniek die we gaan toepassen is het aflezen van de groeicurve, gekeken naar de verhouding tussen de taille- en middelomtrek. Bron: TNO. Gezond leven. Innovatiegebieden. Levensland gezond. Projecten. PDF groeidiagrammen 2010. Nederlandse jongens/meisjes 1-21 jaar omtrekmaten, zithoogte, beenlengte . http://www.tno.nl/content.cfm?context=thema&content=inno_case&laag1=891&laag2=902&item_id=1141&Taal=1
Groeicurve Taille/heup ratio is de verhouding tussen taille- en heupomtrek. Tailleomtrek: meet omtrek tussen onderste rib en bovenkant van bekken. Heupomtrek: meet omtrek op het breedste stuk van de heupen(op hoogte van billen). Liefst meten op blote huid, anders zo min mogelijk kleren. De taille/heup ratio kan op de volgende manier berekend door de omtrek van de taille te delen door de omtrek van de heup. De omtrek van de taille wordt gemeten door met behulp van een meetlint de omtrek te meten tussen de onderste rib en de bovenkant van de bekken. De heupomtrek wordt gemeten op het punt waar de heupen het breedst zijn. Dit zal op hoogte van de billen zijn. Om de meting zo betrouwbaar mogelijk te maken is het belangrijk om op de blote huid te meten. Als dit tijdens de nulmeting niet gepast is, moet gemeten worden met zo min mogelijk kleren aan. Dus geen dikke trui en spijkerbroek.
Groeicurve (meisjes) Figuur 1: Groeicurve taille/heup ratio voor meisjes De dikke lijn in het middel is de normaal waarden. Als het kind een taille/heup ratio heeft dat binnen het donkere gebied valt (twee lijnen van de norm) heeft het kind een goede verhouding tussen taille en heupvet
Groeicurve voorbeeld Jongen van 13 jaar Tailleomtrek: 68 cm Heupomtrek: 80 Voorbeeld
Groeicurve (jongens) Figuur 2: Groeicurve taille/heup ratio voor jongens