OPMARS VAN DE VOORUITGANG Constructie in de eerste helft van de twintigste eeuw Hfst.12 vwo Het zwarte vierkant: In 1915 schildert Kasimir Malevitsj een zwart vierkant op een witte achtergrond. Het begin van een volledig abstracte kunst. ‘Het vierkant is vol van afwezigheid van welk voorwerp dan ook, maar het is zwanger van betekenis’ . Het suprematisme ontstaat op het breukvlak van het feodale Rusland en de vernieuwing. Malevitsj legt in zijn manifest: ‘Van Kubisme en Futurisme naar Suprematisme’ uit dat de schilderkunst vanaf nu niet meer een vertaling is van wat we zien, maar dat het erom gaat de geest of het gevoel weer te geven. Dit kan het best in eenvoudige vormen. Het vierkant staat voor de ‘suprematie’ van de geest boven de materie. Zwart Suprematistisch vierkant 1915 Taking in the harvest 1911
Suprematisme: Malevitsj De geest staat boven de materie ‘Kunst is geen vertaling van wat we zien’ Acht rode rechthoeken Supremus no.58 Dynamic Suprematism 1915 Geest en gevoel weergeven in elementaire vormen
OPMARS VAN DE VOORUITGANG Revolutie: Ook Rusland raakt betrokken bij W.O.I. Het tsarenbewind overleeft de offers niet die de oorlog van de burgers vraagt. In 1917 wordt de tsaar afgezet en brengt de Oktoberrevolutie Lenin aan de macht. ‘Vrede voor het volk, land voor de boeren, brood voor de armen en macht aan de Sovjetvolksraden’. Jonge kunstenaars ondersteunen de revolutie van harte en werken mee aan de opbouw van de communistische staat. Hiermee wordt hun positie volkomen tegengesteld aan die van de kunstenaars uit het westen!! Russische kunstenaars leggen zich toe op de vormgeving van propaganda, monumenten en alledaagse voorwerpen. De politieke breuk met het verleden vertaalt zich in een nieuwe kunst en vormgeving. In ‘Versla de witten met de rode wig’ (1919) roept El Lissitsky de bevolking op de revolutie te ondersteunen tegen de contrarevolutionairen. De montage van losse elementen is een kenmerk van het constructivisme. In de naam klinkt het werk van fabrieksarbeiders door. In breder verband verwijst de naam naar de constructie van een nieuwe wereldorde. Lissisky: Versla de witten met de rode wig 1919 Pagina’s uit schoolboek Kunstenaars in dienst van de machthebbers
Constructivisme Constructie van een nieuwe wereldorde Het constructivisme was van 1917 tot 1921 de officiële kunst van de Russische revolutie. Maar na 1920 werden de moderne kunstuitingen door de regering veroordeeld als onbegrijpelijk voor het gewone volk en in strijd met het algemeen belang. Tatlin: model voor de sovjetraden 1919 ontwerp, 500 mtr.hoog, nooit uitgevoerd. Gabo: Gestileerde bloem
Constructivisme Naum Gabo Constructie is zichtbaar. De objecten nemen geen ruimte in maar beschrijven de ruimte, geven de grenzen daarvan aan. Gebruik van nieuwe, moderne materialen. Naum Gabo Gabo: portret van een vrouw Gabo: Lineair Constr. No.2
Constructivisme Antoine Pevsner Constructie is zichtbaar. De objecten nemen geen ruimte in maar beschrijven de ruimte, geven de grenzen daarvan aan. Gebruik van nieuwe, moderne materialen. Antoine Pevsner Head 1923 Torso 1925
Theater Naturalisme: Tot de revolutie moest op het toneel alles er echt uit zien: naturalisme. Met veel decorwisselingen en toneeltechniek probeerde men het publiek in deze illusie te doen geloven.Naturalisme is een vorm van lijsttoneel, waarbij het publiek in een donkere zaal zit en naar de vierde wand kijkt. Om het naturalisme te verhogen moeten de acteurs volgens Konstantin Stanislavky in de huid kruipen van de rol die ze spelen. Verdriet niet spelen, maar ook echt voelen. Nog steeds bereiden acteurs hun rol nog zo voor. Na de Revolutie moet alles anders. Vsevolod Meyerhold krijgt de opdracht het Russische toneel te verbeteren. Biomechanica: Meyerhold keert zich tegen het naturalisme. Toneel is niet echt. Voor ‘De bedrogen echtgenoot (1922) ontwerpt Ljubov Popova een industrieel ogend decor. Een bouwsel zo abstract dat decorwisselingen niet nodig zijn. De constructie kan dienst doen als kamer, straat os schip. Verkleden is ook niet nodig. Popova ontwerpt een soort overall voor alle spelers, ongeacht hun rol. Arbeid staat hoog in aanzien en Meyerhold wil dat zijn spelers net zo bewegen als fabrieksarbeiders aan de lopende band. Om dit te kunnen krijgen ze lessen in biomechanica: bewegen als een machine. Het industriële of constructivistische theater kenmerkt zich door een hoog tempo. Fragment: biomechanica Popova: 1921 arbeiderskleding voor acteurs
Theater Episch theater: De Duitse toneelschrijver Bertold Brecht keert zich ook tegen het naturalisme. ( stanislavskymethode) Het publiek moet niet meevoelen maar juist tot nadenken worden aangezet. Hiervoor gebruikt hij‘vervreemdings- effecten’ bv. door liedjes of commentaarstemmen in te lassen. De emotie van de personages is bij Brecht ondergeschikt aan de rol die ze spelen in het verhaal: episch theater. Zijn stukken gaan vaak over de communistische idealen en antimilitarisme. De opera ‘Der Jasager’(1930) is een ‘lehrstück’ (schoolstuk) met een eenvoudige bezetting voor muziek van Kurt Weill. ‘Waar sta je voor’ is de centrale vraag in dit stuk dat handelt over het ondergeschikt laten zijn van eigenbelang aan wetten. Zijn deze wetten wel terecht? Om die discussie nog op te voeren schrijft hij later ‘Der Neinsager’. Brecht bewondert het Japanse Nô- theater waarbij handelingen van spelers van commentaar worden voorzien door een koor en begeleid door een klein orkest. Fragment: Der Jasager De toeschouwer van het naturalistisch (dramatisch) theater zegt: Ja, dat heb ik ook wel eens gevoeld, zo ben ik ook. De toeschouwer van het episch theater zegt: Dat had ik niet gedacht. Alles mislukt. Dat moet stoppen.
De Stijl Wright in Japan: Naast Japans theater stond ook Japanse architectuur in de belangstelling. Frank lloyd Wright is onder de indruk hiervan: ‘Japan een land waar eenvoud als natuurlijk gegeven het hoogste goed is’. Het belangrijkste onderdeel van een Japans huis is een doorlopend vloeroppervlak, binnen en buitenwanden kunnen naar believen worden verplaatst. Ook in de architectuur van Wright worden de verschillende vertrekken niet gescheiden door muren. Wright streeft een integratie met de omgeving na en gebruik derhalve plaatselijke steen – en houtsoorten. Het ‘Robie House’ (1906) laat voegt zich in het landschap door de vele horizontale lijnen en de open heid d.m.v. balkons en terrassen. Binnen en buiten gaan naadloos in elkaar over, veel glas in het interieur. Geen toepassing van versieringen maar accenturen van bouwkundige details en materialen.
Frank Lloyd Wright Japanse invloed: eenvoud als natuurlijk gegeven Guggenheimmuseum Fallingwater House Sidebar
De Stijl Schröderhuis: Wright is een voorbeeld voor Gerrit Rietveld. Rietveld kiest in het Utrechtse Schröderhuis ook voor een open structuur. Horizontale en vertikale vlakken doorsnijden elkaar en vormen schijnbaar bij toeval een ruimte. De scheiding binnen en buiten ligt niet vast en ook de ruimte-indeling binnen is flexibel d.m.v. schuifwanden. De meubels die Rietveld voor dit huis ontwerpt zoald de ‘Rood-Blauwe stoel’ (1918) staan alleen een actieve houding toe. De lijnen en vlakken van de stoel lijken hun weg verder in de ruimte te zoeken. Rietveld doet geen concessies aan functionaliteit. De toekomstvisie van De Stijl weerspiegeld. Vakantiehuisje ca. 1950 Schröderhuis 1924
De Stijl: Gerrit Rietveld De lijnen en vlakken van de stoel lijken hun weg verder in de ruimte te zoeken Red-Blue Chair 1923
De Stijl Zoektocht naar de kern Mondriaan: De oprichting van ‘De Stijl’-in 1917- is zo kort na W.O.I een verzet tegen de bestaande orde. Tegenover de chaos van alledag stelt De Stijl een wereld van innerlijke rust, harmonie en orde in het vooruitzicht. Deze wordt bereikt door vergeestelijking van de mens. De mens moet zich meer bewust worden van het tijdloze en universele evenwicht dat schuilgaat achter de uiterlijke zaken van alledag. Piet Mondriaan is de belangrijkste vertegenwoordiger van De Stijl. Kunst kan die harmonie onthullen. Mondriaan probeert de orde en wetmatigheid te laten zien die schuilgaat achter de wanorde die we dagelijks zien. Orde is ‘universele waarheid’. De grillige natuur is niet geschikt om die universele waarheid uit te beelden.Hij sluit willekeur uit. Drie primaire kleuren, horizontaal en vertikaal. Compositie in ovaal 1914 Bomen langs het Gein 1907
De Stijl: Piet Mondriaan Het ritme van de stad Broadway Boogie Woogie Victory Boogie Woogie 1942 ‘de abstracte geest wordt niet gehinderd door het verleden,…’
De Stijl: Theo vanDoesburg Contra-Compositie V, 1924 BioscoopBaubette, Straatsburg, 1928
De Stijl: Bart van der Leck De storm 1916 Geometrische Comp.II,1917
De Stijl: J.P.Oud Kiefhoek Rotterdam (1925-30) Cafe de Unie 1925
Volkskunst als bron Brancusi: Het werk van Constantin Brancusi is deels vergelijkbaar met dat van Mondriaan. Ook hij zoekt naar abstractie die zal leiden tot de essentie: de waarheid. Het werk bevat herhalende oervormen in allerlei combinaties en materialen. Het zijn massieve vormen waaraan niets meer te wijzigen valt. Die vormen zijn ontleend uit de Roemeense volkskunst en de kunst uit Afrika die hij in Parijs leerde kennen. Sleeping muze 1910 De kus 1908 Bird in space 1923 “Niet de uiterlijke vorm, maar het wezen van de dingen is werkelijk’
Volkskunst als bron Adam en Eva: Brancusi’s ‘Adam en Eva’ is een ruim twee meter hoge stapeling van beelden die aanvankelijk afzonderlijk zijn geëxposeerd. Het doet denken aan houten kolommen die te vinden zijn in de traditionele Roemeense huizen. Aan de andere kant aan de doet het denken aan voorbeelden van niet-westerse kunst met name de vruchtbaarheidsbeeldjes. ( Er is discussie over de bron van zijn werk: voldoet Brancusi aan de wens van dictator Ceaucescu om volkseigen kunst te maken of is hij onderdeel van de internationale avant-garde beweging, een beweging die motieven gebruikt uit heel de wereld.) Adam en Eva Zoektocht naar abstractie. Abstractie leidt tot essentie: de waarheid. Vis Haan
Volkskunst als bron Bartók: Net als Brancusi verwerkt de Hongaarse componist Béla Bartók primitieve vormen van kunst. Volgens hem kan een componist op drie manieren volksmuziek gebruiken: a) melodieën ongewijzigd overnemen, b) zelf volksliedimitaties bedenken zoals in ‘Muziek voor snaren, slagwerk en celesta’ en c) hij kan muziek schrijven die dezelfde sfeer ademt als de volksmuziek, zonder de boerenmelodieën te imiteren: de componist heeft dan de muzikale taal van de boeren geleerd. Bartók wil de muziektaal vernieuwen door Westerse verworvenheden te verbinden met de volksmuziek uit Oost-Europese landen. Hij verzameld de volksmuziek met behulp van de fonograaf. Zo legt hij vanuit alle hoeken van het land duizenden melodieën vast. Hongaarse zigeunerdans Hongaarse volksdans Fragment volksdans
Bauhaus Weimarrepubliek: In Weimar is de kunstopleiding Bauhaus enthousiast over Rietveld en De Stijl. Het Bauhaus- opgericht in 1919- na de catastrofe van de oorlog en in de chaos van de revolutie heeft als doel ‘een verzamelpunt te worden van diegenen die geloven in de toekomst, de kathedraal van het socialisme willen bouwen’ Oscar Schlemmer. Het Bauhaus is een moderne variant op de middeleeuwse bouwloods waarbij kunstenaars en ambachtslieden samenwerken en hetzelfde doel nastreven: bouwkunst ter meerdere glorie van het socialisme. Bauhaus roept de vrije kunsten op om zich dienstbaar te maken aan de bouwkunst. Itten: kleurencirkel Bauhauscurriculum Affiche
Bauhaus Uiting van het collectief Triadisch Ballet: Vergelijkbaar met het Constructivisme en De Stijl wil de Bauhaus-opleiding persoonlijke willekeur uitbannen. Alle onderzoek richt zich op het vinden van collectieve of ‘objectieve’ vormgeving. Primaire kleuren en geometrische vormgeving zijn herkenbaar in alle Bauhaus producten zoals in het kinderwiegje van Peter Keller (1922). Het maken van theater is een goede oefening in collectieve samenwerking voor een gemeenschappelijk doel. Schlemmer verzet zich tegen het naturalistisch theater- niet de ruimte aanpassen aan de mens- maar werkt andersom: de mens aanpassen aan de abstractie ruimte van het toneel: ‘Het Triadisch Ballet’ (1926). De kostuums bepalen hoe de dansers zich in de ruimte bewegen, hoekig, in rechte lijnen of draaiend. Kleur en materiaal bepalen verder het karakter van de figuren. Het abstracte spel leidt niet tot een verhaal met een begin en een eind. Peter Keller: wieg 1922
Bauhaus Eigenschappen van het materiaal benutten. Industrieel design: Alleen de industrie is bij machte het goede ontwerp in grote oplage voor het volk te produceren. Een goed ontwerp is: eerlijkheid t.o.v. het gebruikte materiaal en functionaliteit. De ‘Wassilystoel ’ (1925) is een ontwerp van Marcel Breuer. De naadloze buizen ( ontwikkeld voor de rijwielindustrie) zijn makkelijk te buigen. De eigenschap van het materiaal ten volle benut. De ongebruikelijke materiaalkeuze ( hout is het klassieke meubelmateriaal) sluit aan bij de mogelijkheden van massaproductie. De ontwerpen van Bauhaus zijn bedoeld voor de massa , maar blijken niet aan te sluiten bij wat de massa mooi vindt. De missie is in dat opzicht mislukt. ModelB32, 1928 Marcel Breuer:Wassilystoel 1925
Bauhaus Eerlijkheid en functionaliteit ‘Het merendeel der individuen heeft gelijksoortige leefbehoeften. Het is daarom logisch en in de geest van een economische manier van doen, deze gelijksoortige massa- behoeften uniform en gelijksoortig te bevredigen’. Walter Gropius, directeur van het Bauhaus.
Het Nieuwe Bouwen Functionalisme Licht en ruimte: Internationalisering is in de jaren twintig en dertig een van de kenmerken van de progressieve kunstenaars. Het CIAM ( Congrès Intern. dÁrch. Moderne ) in 1927 opgericht om richtlijnen te ontwikkelen voor nieuwe architectuur op het gebied van volkshuisvesting, stadsplanning en de relatie tussen industrie en architectuur. Het Nieuwe Bouwen is de verzamelnaam van de architecten in deze stroming. Invloeden zijn er van het constructivisme, De Stijl en het Bauhaus. Er ontstaan een nieuwe internationale stijl. Het Nieuwe Bouwen is vooral functioneel, schoonheid ontstaat vanzelf als alles functioneel gemaakt wordt. Als reactie op de bedompte arbeiderswijken bepleiten zij het recht op licht en ruimte, op het werk en in de woning. De stedenbouwkundige planning moet hieraan bijdragen. Dakterras Le Corbusier: Unite d”habitation
Het Nieuwe Bouwen Licht en ruimte Functionele stad: Een van de leidinggevende figuren van het CIAM is Le Corbusier. Er is ruime aandacht voor woningbouw en stadplanning. Zijn functionele stad staat model voor voor nieuwbouwprojecten na de 2e W.O. In ‘Urbanisme (1925) beschrijft hij de stad van de toekomst: het centrum wordt gevormd door wolkenkrabbers, erbuiten liggen woonwijken, waar mensen ‘vredig temidden van zuivere lucht wonen’. Archtectuur als de plattegrond van de stad is rechtlijnig en geometrisch. ‘De geest van de mens moet worden gedisciplineerd door hem deel te laten uitmaken van de strenge en accurate machinerie van de geïndustrialiseerde werkplaats van de bouwer’ Le Corbusier Modular Le Corbusier: la ville radieuse 1935
Le Corbusier Licht en ruimte Notre Dame van Ronchamps 1955 Villa Savoye1929 Chaise longue
Het Nieuwe Bouwen Licht en ruimte Industrialisatie van de bouw: Bij het bouwen van de stad van de toekomst is het werken met standaard prefab-elementennoodzakelijk. Le Corbusier:’ Om uniformiteit bij het bouwen van een stad toe te passen, moeten we de bouw industrialiseren’. Door de economische crisis vanaf 1929 zijn er weinig vooroorlogse woningbouwprojecten in deze visie gerealiseerd. Een goed voorbeeld is wel de “Van Nellefabriek’ van Brinkman en van der Vlugt. De vloeren worden gedragen door kolommen, waardoor de buitengevel geen dragende functie meer heeft en als afsluitend vlies – licht doorlatend- kan functioneren. Van Nelle fabriek 1926 Rotterdam Feyenoord-stadion 1931
De macht verfilmd Metropolis: In de bioscoop komt de ( door Le Corbusier beschreven) miljoenenstad tot leven. De Duitse regisseur Fritz Lang laat in de film ‘Metropolis’ (1926) een gevaarlijke toekomst zien; enkelen regeren vanuit een wolkenkrabber over de massa die ondergronds leeft. Er ontstaat een soort klassenstrijd, de gerobotiseerde Maria moet de arbeiders weer in het gareel krijgen. Metropolis is de duurste film uit de periode van de stomme film, o.a. door de peperdure decors. Lang past alles toe een held, een bruut, een romance, list en bedrog, massascènes. De Nazi begrijpen dat film op deze manier gemaakt, een machtig propagandamiddel kan zijn. Lang wordt hiervoor ook gevraagd, waarop hij hals over kop naar Hollywood vertrekt. Fragment Metropolis Metropolis ‘Maria’ 1926
De macht verfilmd Communistische propaganda Filmmontage: Als eerbetoon aan de revolutie van 1917 maakt Serge Eisenstein in 1927 in opdracht van de communistische partij de film ‘Oktober’. Nog zonder geluid, spreken de beelden een krachtige taal. Kenmerkend voor Eisenstein is zijn attractiemontage: ’half-industrieel, half music hall’, een aaneenschakeling van wisselende attracties die in hoog tempo op een ritmische manier zijn gemonteerd. Montage speelt een belangrijke rol in zijn werk: het verhaal ontstaat pas als allerlei korte filmfragmenten gemonteerd worden. Hij ontwikkeld een filmtaal onder invloed van het Japanse Kabuki-theater waarin de spelers weinig tekst maar heftige gebaren, maskers en symbolische kostuums gebruiken, ondersteund door muziek. De ontwikkeling van de geluidfilm vanaf 1927 geldt als een bedreiging van zijn ontwikkelde filmtaal. Fragment:Potemkin Fragment: Oktober
De macht verfilmd Nazi Duitse propaganda Chaplin als Hitler: Evenals de Sovjet-Unie zet ook nazi-Duitsland film in als propagandamiddel.In 1934 maakt Leni Riefenstahl de propagandafilm ‘Triumph des Willens’. Filmtechnisch van grote kwaliteit door gebruik van dertig camera’s die de massabijeenkomsten met Hitlet in de hoofdrol vastleggen. In de film ‘The Great Dictator’ (1940) kruipt Charles Chaplin in de huid van Hitler. Deze parodie is komisch maar ook beangstigend door de grootheidswaanzin te tonen. Chaplin – vanaf 1914 de onschuldige zwerver- bestudeert voor deze film de eigenaardigheden van Hitler. Het is zijn eerste film waarin naast geluid ook gesproken dialogen een rol spelen. Als dictator spreekt hij bewust een soort onverstaanbaar rabarberduits. Fragment: Triumph des Willens Fragment: Great Dictator
Verboden kunst, Sociaal Realisme Sociaal realisme: Het optimisme van de Russische kunstenaars over de revolutie blijkt achteraf naïef. Ruslandheeft andere zorgen: brood op de plank. Lenin:‘Zolang er schaarste is zullen de avant-gardisten maar van hun enthousiasme moeten leven’ De avant-gardisten worden het niet eens waardoor de opkomst van het sociaal-realisme mogelijk wordt: een stijl die de zegeningen van de revolutie in herkenbare beelden neerzet. De dictators worden op bijna groteske wijze in deze stijl verheerlijkt. Na de dood van Lenin raakt de avant-garde geïsoleerd. In 1932 hervormt Stalin alle artistieke organisaties, wat neerkomt op een totaalverbod op allen avant-gardistische kunstuitingen. Veel kunstenaars vertrekken naar het Westen of worden opgeborgen in heropvoedingskampen. De macht verbeeld Lenin Hitler Stalin
Sociaal Realisme De macht verbeeld Fragment China Opera Revolutie Keizer Augustus Lenin Mao leidt het volk Fragment China Opera Revolutie Fragment:Chinese revolutionaire opera
Sociaal Realisme Opoffering voor de grote leider. Tschech: Grenadiere 1943 Rudolph: Kameraden 1943 Fragment: the east is red Fragment: Militaire parade Noord Korea
Verboden kunst ‘Volledige waanzin’ Entartete Kunst: Veel Oost-Europese kunstenaars vluchten in de loop van de jaren twintig naar Duistland. De opkomst van het fascisme maakt hun ook daar het werken onmogelijk. Hitler bepleit een nieuwe Germaanse kunst, niet gebaseerd op – in zijn ogen – internationale modieuze grillen, maar op een onveranderlijk ‘Volksempfinden’. Vanaf 1933 begint in Duitsland de vernietiging van alle vormen van modernisme, het Bauhaus wordt gesloten, musea worden leeggehaald. Er komt een verbod op progressieve muziek, Brecht en negermuziek’’ (Jazz). Van al het in beslaggenomen werk wordt in het Haus der Deutschen Kunst een tentoonstelling ingericht met de zogenaamde Entarte Kunst, de ontaarde kunst. Werk van o.a. Kirchner, Klee en Schwitters worden ondergebracht in de afdeling: ‘Volledige Waanzin’. Doordat veel kunstenaars naar Amerika vertrekken, wordt New York de nieuwe thuisbasis voor de verdere ontwikkeling van de moderne kunst.
Samenvatting OPMARS VAN DE VOORUITGANG * Heersende kunstopvattingen bestrijden bepalen het karakter van de avant-garde kunst. * Maatschappelijke omwentelingen (1917) veranderen de positie van de avant-garde. * Individuele expressie maakt plaats voor collectieve idealen.Constructivisme * Volledige abstractie en aandacht voor toegepaste kunsten. * Vernieuwingen op het gebied van montage in de films van Eisenstein. * Meyerhold en Brecht richten zich op een breed publiek i.p.v. de burgerlijke elite. * Bauhaus wordt gedreven door socialistische idealen. * Industrialisatie kan oplossing bieden voor goede huisvesting van de massa. * Alle ballast overboord en opnieuw beginnen: Malewitsj en de Stijl. * Zoeken naar de meest essentiële grondvorm bij Brancusi. * Invloed van volkskunst in het werk van Brancusi en Bartók. * Wright, Brecht en Eisenstein beïnvloed door Japanse voorbeelden. * Opkomst fascisme, Stalin’s communisme en W.O.II stoppen de ontwikkeling van de moderne kunst.