Dr. Ronald L.A.W. Bleys Anatomie, UMC Utrecht Anatomie van de mamma Dr. Ronald L.A.W. Bleys Anatomie, UMC Utrecht
Mamma Embryologie Ligging Bouw Vascularisatie Innervatie Lymfedrainage Fossa axillaris
De mamma is een gemodificeerde zweetklier
Ligging: basis costae 2 - 6
Ligging: sternum tot bijna midaxillairlijn in de subcutis
Retromammaire ruimte geeft mobiliteit
Vorm: half kegel, half bol
Bouw inwendig klierweefsel: 15 - 20 lobi, bestaande uit lobuli / alveoli, elk een eigen ductus lactiferus bindweefsel: ligg. suspensoria mammae (Cooper) vet: vetkapsel geeft een ronde contour; buiten zwangerschap en lactatie bestaat mamma overwegend uit vet.
Bouw uitwendig papilla mammaria = tepel areola mammae = tepelhof, bevat klieren van Montgomery NAC = nipple-areola complex
Vascularisatie Perforerende takken van: - a. thoracica interna - a. thoracoacromialis - a. thoracica lateralis - aa. intercostales post.
Tepel/areola: aanvoer van takken in 2 systemen centraal, langs een horizontaal fibreus septum (Würinger et al., 1998)
Aanvoer van takken in 2 systemen 2. oppervlakkig, subcutaan (le Roux et al., 2010)
Innervatie: nn. intercostales 2-6 nn. supraclaviculares
Innervatie tepel/areola Laterale zijde door n. intercostalis 4, diep verloop Mediale zijde door nn. intercostales 3 en 4, oppervlakkige verloop Variaties komen voor (Schlenz et al., 1999) LCB = r. cutaneus lateralis ACB = r. cutaneus anterior
(Schlenz et al., 1999)
Lymfedrainage > 75% naar axillaire klieren rest overwegend naar parasternale klieren geringe drainage naar rectusschede
Conclusies Mamma is gesegmenteerd: 15-20 gescheiden lobi en ductus Vascularisatie NAC door diverse arteriën via diepe (fibreus septum) en oppervlakkige aanvoer Innervatie NAC door nn. intercostales 3 en 4, oppervlakkig en diep verloop Lymfedrainage vooral naar oksel, okselklieren draineren ook rompwand, rug en arm
Vragen ?