Thermodynamica.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Demo-sessie practicum Bromatologie: Totaal stikstofgehalte
Advertisements

Soorten evenwichten 5 Havo.
Ionisatie-evenwichten zuren en basen
2. Hoe zuur is azijn? 2.1 Wat is azijn?
De theorie van Brønsted
H16. Berekeningen aan zuren en basen
Calorimetrie.
Interne standaard Door: Sam Compiet.
KOOLSTOFCHEMIE organische chemie
Zuren en basen Zure stoffen kennen we allemaal; bv azijn of ontkalker
Reactiesnelheid (191) Snelle en trage reacties Stofexplosies
Chemical equilibrium Hoofdstuk 13 Cristy, Corine, Paul, Wouter
Inleiding: De bepaalde integraal
Chemische reacties: algemeen kenmerk
EVENWICHTEN STATISCH EVENWICHT DYNAMISCH EVENWICHT
OH – groep = hydroxylgroep

Zouten in water.
Zuren en Basen Introductie Klas 5.
Zuren en basen Zure stoffen kennen we allemaal: azijn of citroen
Zuren en basen Zure stoffen kennen we allemaal: azijn of citroen
Chemische reacties Reactieschema: Beginstoffen -> reactieproducten
Hoofdstuk 4 Zouten.
5 VWO Hst 8 – zuren en basen.
7. CHEMISCHE EVENWICHTEN
De theorie van Brønsted
mineralen: atoombouw 1 Mineralen
enzymen: katalysator Enzymen
V5 Chemische evenwicht H11.
5 VWO Hst 8 – zuren en basen.
Verstoring van het chemisch evenwicht
Warmtecapaciteit en soortelijke warmtecapaciteit
Opstellen reactievergelijkingen
Eigenschappen buffer pH blijft nagenoeg constant bij:
Reactievergelijkingen kloppend maken.
1.4 Chemische reacties.
3.4 Het kloppend maken van reactievergelijkingen
Berekeningen aan zuren en basen
Molecuulformules (voorbeelden)
Warmte. Warmte Warmte verwarmen kost energie in de vorm van warmte smelten kost warmte verdampen kost warmte afkoelen levert energie in de vorm van.
WINA.
WINA.
Hoofdstuk 6 Reacties.
WINA.
WINA.
KOOLSTOFCHEMIE organische chemie
Formules, vergelijkingen en mol (en)
Chemisch rekenen voor oplossingen
Toepassingen van evenwichten
Synthesegas CH 4 (g) + H 2 O (g) ⇄ CO (g) + 3H 2 (g) Doel : snelle en hoge opbrengst Welke zaken beïnvloeden opbrengst?
Zuur base reactie Zo doe je dat
Scheikunde Niveau 4 Jaar 1 Periode 3 Week 4
Scheikunde Niveau 4 Jaar 1 Periode 3 Week 5
Scheikunde theorie klas 1
Koolstofchemie AARDOLIE.
Scheikunde Niveau 4 Jaar 1 Periode 3 Week 1
Rekenen aan reacties Scheikunde Niveau 4 Jaar 1 Periode 3 Week 3.
Stappenplan rekenen stap 1: LEZEN stap 2: kloppende reactievergelijking stap 3: molecuulmassa’s stap 4: massaverhouding stap 5: verhoudingstabel stap 6:
en temperatuurverandering
Scheikunde Chemie overal
Wetenschappelijk onderzoek naar chemische formules
Scheikunde leerjaar 2.
Stappenplan berekeningen zuren en basen
Bestanddelen voedingsmiddelen
Scheikunde Chemie overal
Opstellen reactie vergelijking
Wetenschappelijk onderzoek naar chemische formules
Zelf opstellen halfvergelijking
Coëfficiënt: 4 4 NH3.
Transcript van de presentatie:

Thermodynamica

Inleiding 1) VOORBEREIDING: Studie van ‘instant hot pack’ om zo te achterhalen welke chemische reactie in aanmerking komt voor het opwarmen van een maaltijd, enkel door toevoegen van water. We moesten dus een voldoende exotherme reactie zoeken met water als reagens

2) PRACTICUM ZELF: - Bepalen van de warmtecapaciteit van de calorimeter zodat we daarmee de enthalpieveranderingen van 4 opgegeven reacties kunnen bepalen. - Met de Wet v. Hess enkele experimentele bekomen waarden vergelijken. - Uit sommige vgln de ionisatie-enthalpie berekenen. ΔHionisatie = ΔHreactie 1 + ΔHreactie 2

Meetopstelling Temperatuursonde Thermosfles Magnetische roerplaat

Meetmethode De temperatuursonde registreert de temperatuur van de thermosfles. De magnetische roerplaat zorgt ervoor dat het een homogeen mengsel wordt. Een deel van de warmte gaat naar de calorimeter, dus we moeten ook de warmtecapaciteit van de calorimeter kennen. Deze kunnen we bepalen door volgend experiment: We doen warm water in de calorimeter, kijken wat de temperatuur is, dan voegen we koud water toe waarvan we de temperatuur kennen. We weten nu dat de Cv van de calorimeter gelijk is aan:

 

Samenvattende grafiek van de 4 reacties. Reactie a: HCl + NaOH  NaCl + H2O Reactie b: CH3COOH + NaOH  CH3COOH + H2O Reactie c: HCl + NH3  NH4Cl Reactie d: NH4Cl + NaOH  NaCl + NH3 + H2O

Besluit De reactie die het meest exotherm is, kunnen we het best gebruiken voor een instant hot pack. Dit is dus de reactie met de grootste ΔH(in absolute waarde, want ΔH < 0 voor exotherme reactie). In ons practicum is dit de reactie van zoutzuur met natriumchloride. 2) Alleen kunnen we best vermijden met giftige stoffen te werken, hoewel het kan, want we kunnen bijvoorbeeld die stoffen in een reservoir onder het eigenlijke eten brengen. Goede voorbeelden zijn reacties met vorming van kristalwater. Dit levert een exotherme reactie door toevoeging van H2O. Een voorbeeld is: CuSO4+ 5H2O  CuSO4.5H2O . Dit heeft een ΔH van –83KJ/mol en is dus zeer bruikbaar.(thermodynamisch toch)