Schrale natte graslanden

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Veel gestelde vragen over Polyganics’ NasoPore®
Advertisements

02/04/2017 Caroline van der Salm, Phillip Ehlert: Alterra
Hydrologische inrichting in historisch perspectief
X40 COATINIUM HYBRID COATING WAX. X40 COATINIUM HYBRID COATING WAX.
Wel of niet ingrijpen? Onderzoek naar verbanden tussen bodemvormende processen, vegetaties en nutriënten Annemieke Kooijman Institute for Biodiversity.
Een campagne van de Vlaamse en federale overheid i.s.m.
H1 Landschapszones De aarde als systeem
Dertig jaar natuurontwikkeling op fosfaatverrijkte gronden Rolf Kemmers Centrum Bodem Van Determinisme naar Laisser faire ?
Natura 2000 Elperstroomgebied WLO studiedag werkgroep ecohydrologie 29 oktober 2009 Willem Molenaar.
Verdwijnende veengronden
Cursus Ecologisch Herstelbeheer: heide, vennen & natuurontwikkeling in het zandgebied 12 september 2007 Wateren op de hogere zandgronden met voedselarm,
Lozing van afvalwater in rivieren Gevolgen?
Werking van ecosystemen
Ontbossing in Indonesie
Branden als beheermaatregel
Aardrijkskunde Omgaan met natuurlijke hulpbronnen § 7 en 8 en 9 Water in natte gebieden.
De omvang van genetische verarming in bedreigde plantensoorten in Nederland: een praktijkvoorbeeld Cursus Populatiegenetica en Evolutiebiologie 2002.
Data-analyse van regionale en locale meetnetten
Ecosystemen in verandering
Luchtvervuiling Emissie uitstoot van gassen in de lucht
Water BEGRIPPEN Oppervlaktewater = rivieren, kanalen, meren, de zee etc. (i.t.t. het water in de bodem) Zelfreinigend vermogen van water= mineralisatie.
Zuren en basen Zure stoffen kennen we allemaal: azijn of citroen
Wonen in Nederland § 2.1 Leven met water.
Planning: Maak opdracht 11 (5 min) Uitleg p1.2 deel 1 (15 min)
Hoofdstuk 1 Aarde: landschapszones Paragraaf 1 en 2
Hoofdstuk 2 Aarde: Middellandse Zeegebied Paragraaf 4
Nijntje en het Nitraat.
Overzichtsles hoofdstuk 14
Samenvatting H3 Gaswisseling
Zuur-base reacties 4GT Nask2 Hoofdstuk 6.4.
Hoofdstuk 1 Genoeg voor iedereen?
MIRA-infodag studies luchtkwaliteit 5 april 2011
AMINAL afdeling Water Laboratorium voor Toegepaste Geologie en
Sectie scheikunde – College Den Hulster - Venlo
Vanuit hoofdschema (schema 1)
First Edition Geïntegreerd PrePress proces van(af) fotografie T/m het digitaal uitleveren van het communicatie materiaal aan media en drukkerijen.
Achtergronden van natuurbeheer. Hovo Leeuwarden 17 oktober 2012
Bemestingsleer Atomen en ionen..
‘Hoge Energiebesparing op gas’
LBB Medewerker Kwekerij
Wat betekent bodem voor de landbouw en landbouw voor de bodem?
Les 6 Bodemprofiel, bodemkaarten
HOOFDSTUK 6 ZUREN EN BASEN
1 VAN VISIE NAAR UITVOERINGSPROGRAMMA regiobijeenkomsten maart/april 2016 Truus Steenbruggen Provincie Fryslân.
Invloed klimaatverandering op waterhuishouding Texel Marcel Boomgaard 5 maart 2015.
Graslanden Deze presentatie gaat over graslandtypen, natuurwaarden, graslandbeheer.
Bemestingsplan Hoe werkt dat?. voorbeeld Op een serie van feesten heb je bonnen voor Nasi, Pils en Kroketten. Na het vorige feestje had je nog 6 nasibonnen,
Effecten van veranderende vochthuishouding op de mobilisatie van fosfaat met risico's van eutrofiering (1) Beleids- en kennisvraag Kan de P-beschikbaarheid.
Hoofdstuk 16 Stikstofuitwisseling aan het aardoppervlak
AANLEG GRASZODEN.
4 havo 2 Klimaat en landschap § 9-10
Lespakket van PraktijkNetwerk ‘Waarheen met Ammoniak op Veen’
Outdoor Advanced - Specialist Tuin en Openbaar Groen 3.1,
Golfbaan Princenbosch
AANLEG GAZON.
De grondsoorten van Nederland
BS01 Ecologie: Ecotopen.
Water, bodem en bemesting
Bodem en bemesting Grond.
PH en EC..
Bodem, water en bouwplan
3. Bodem, water en bouwplan
Plantenfysiologie Fotosynthese 2
REDOX Toepassingen Wat is redox ?
Ph Hoe kun je het basiser maken Manieren om basis te maken
Zuurgraad Periode 8; Les 6.
Verbeteren hydrologische situatie
Plaggen: wat is het? Plaggen is het verwijderen van de bovenste grondlaag met begroeiing. Een uitgestoken zode met gras- of heideplanten plus beworteling.
Bemesting van bodem en substraat
Bemesting van bodem en substraat
Transcript van de presentatie:

Schrale natte graslanden Bedreigingen en beheer Een bodemchemisch verhaal

Biotoop Op diverse bodems Water niet constant tot aan de oppervlakte Zuur tot matig zuur in de toplaag Natuurtypen: Vochtige venige graslanden met biezenknoppen en pijpenstrootje: (blauwgraslanden en veldrusassociatie), Elzen-eikenbos, wederikruigten Verwant: mineraalrijk Vochtige tot Natte heide (schraler), Heischraal grasland ss (droger), Zuur laagveen (natter) Gedegradeerde vorm: pitrus of moerasstruisgras Namen aangepast aan de natuurtypologie, wederikruigte wordt ook specifiek vermeld maar dan als rompgemeenschap. De heide zijn opgesplitst in twee natuurtypen enerzijds Droge (en vochtige) heide en anderzijds Natte heide. Ik vind jou beschrijving beter passen. Heb jouw ‘hokjes’ overgenomen. Anders moeten we altijd maar opnieuw definieren…

Bodemfactoren (Interne) trofie bepalend: Humusmineralisatie N + P Gehalte ijzer en Al P Kationaanvoer via kwel of verwering K (indirect P) Reductiediepte (Fe(III) Fe(II) ) P Waterpeilschommelingen vooral N Verzuring + sulfaat P Reductiediepte +sulf interne verzuring: begrijp het onderscheid niet met Reductie en Verzuring + sulfaat, heb het daarom weggelaten Is de invloed van waterpeilschommeling op de N-huishouding ook niet het vermelden waard. Bij kationaanvoer schreef je niet voor welk nutriënt dit bepalend was, ik denk vooral P Reductiediepte: is dit ook niet van invloed op N? Ik vind ook dat enkele van de factoren niet echt bodemprocessen zijn, sommige zijn eerder bodemeigenschappen : (gehalte ijzer/al), … Maar ik denk dat ik begrijp wat je bedoelt: het zijn factoren die bodemprocessen sturen die een invloed hebben op de nutriëntenbalansen. Heb het wat aangepast aan jouw opmerkingen, was idd niet altijd duidelijk Luc, heb vooral de schikking aanpast; bij de kationaanvoer blijf ik mij mijn gedacht dat dit onrechtstreeks weliswaar een effect heeft op P (via Ca). Anders misschien anders vermelden, want via kwel wordt er natuurlijk ook Fe aangevoerd (waarschijnlijk de belangrijkste factor voor P). Dat sulfaat P vrijstelt is een mechanisme, hoeft m.i. er niet echt bijgeschreven te worden

Jaarlijkse reductie Volledige nitraatverwijdering Maar Aanrijking P mogelijk tot extreem hoge waarden Verzuring indien sulfide-sulfaatcyclus Intensiteit van 2. en 3. is afhankelijk van: Fe (+Al)-gehalte: als Fe of Al P en zuurgraad Intensiteit reductie, deze is lager als: bodems langere tijd droger zijn (logisch) hoeveelheid snel afbreekbaar organisch materiaal geringer is vegetatie kort de winter kan ingaan niet wordt begraasd in of vlak voor reductieseizoen/ plaggen externe organische vervuiling wordt verwijderd Mij was in het begin niet helemaal duidelijk wat je bedoelde met reductie: een vermindering van iets (bijv. stikstof) of reductie in de zin van redoxreacties. Het is dus het laatste Ik vind dit voor de rest een heel interessante en duidelijke dia Enkele vragen/bedenkingen: Je spreekt van hoge Fe/Al verhouding: dit wil zeggen dat veel Al, P doet vrijstellen. Ik kan me vergissen, maar voor het Buitengoor geldt dat P vooral aan Al-OH wordt geadsorbeerd. Werkt het ook niet absoluut: hoe meer Fe hoe minder P-aanrijking? Klopt Kan via de kwel er ook geen P uitspoelen of slaat dit bliksemsnel neer/hecht het zich snel, als het ook maar een beetje zuurstof ruikt?? Jan, P geraakt, zelfs bij extreem hoge bodemgehalten, geen mm ver in bodems gedurende jaren. P is zowat het meest immobiele element in bodems dat er bestaat. Zelfs Si is mobieler. Planten en algen zijn aangepast om extreem lage concentraties op te nemen: bodemfosfaat is opneembaar zodra de concentratie waarmee het met water in evenwicht is 10-7 mol/l. Dit is amper meetbaar. Het gevolg: water is al eutroof wat fosfaat betreft zodra het meer dan 1 umol/l bevat, maar absoluut is dat twee keer niets. Zelfs heidebodems bevatten tonnen fosfaat per ha bouwlaag. De grrotste aanvoer of afvoer is dan ook niet via water en zelfs niet via oogst, maar via bemesting en wijziging van bodemchemie. In aanvulling op puntje 2: een productiever systeem is gevoeliger voor reductie: een mechanisme om productiveit van het systeem op peil te houden?? Ik kan dit bevestigen: in het Torfbroek de eerste jaren van het herstelbeheer komt men constant die rotte eierenlucht tegen, nu is dit op diezelfde plekken eerder uitzonderlijk (bijv. alleen nog in de onmiddellijke bronzones)

Sulfide-sulfaatcyclus Diepe reductie: Me2+ + SO42-  Me2+ + S2- S2- + Fe-ox  FeS (pyriet) S wordt gebonden, Me2+ kan uitspoelen Heroxidatie (pyrietoxidatie): FeS + O2  Fe-ox + SO42- + zuur Acid sulphate soil Luc, er is bij diepe reductie ook H2S-vorming mogelijk. Als dit kan ontsnappen, dat compenseert het verlies aan basen. Weet je iets over de factoren die bepalen of er nu meer FeS wordt gevormd dan wel H2S, maw wat remt de H2S vorming? Misschien de pH, dus in zuurdere bodems sneller H2S (echt maar een gissing)?? Als dit zo zou zijn, dan zal de pyrietoxidatie na een tijdje afnemen omdat de H2S de overmaat haalt.

Externe stikstofaanvoer Enkel direct effect, geen blijvend tenzij gevangen in vegetatie Denitrificatie: automatisch en sterk NH3NO3N2 Indien uit lucht, geen pH-effect Indien uit water: verzurend bij NH3 pH-verhogend bij NO3 Uitzondering: sterk zure systemen (pH > 3.5 à 4) Enkel direct effect: dit vind ik wel wat teveel door een roze bril bekeken, maar dat is maar mijn mening: als er constant zoveel N uit de lucht valt, is een direct effect een zeer wezenlijk effect. Klopt, maar dit valt door beheer op te vangen: ‘t ja ‘t is maar hoe je het bekijkt: de vergrassing niet alleen van de heide, droge schraalgraslanden of zure bossen, maar zelfs ook van de kalkgraslanden en glanshavers is een moeilijk probleem, dat van de beheerders veel inspanningen vraagt en zelfs maar ten dele via het beheer kan weggewerkt worden. (zie mail). Dus hoe minder hoe liever. Ook het feit dat het in de biomassa kan opgenomen worden, kan voor langere tijd naijlingseffecten geven, plus onrechtstreeks voor verzuring zorgen (verhoogde dosis snel afbreekbaar organisch materiaal). Iemand anders zou kunnen zeggen. ‘naast een direct effect, is er ook een blijvend effect wanneer het wordt opgenomen in de vegetatie’. Dit is even juist of even verkeerd als wat jij schrijft. Een systeem extra belasten is nooit toe te juichen, ook al zijn er mechanismen in het systeem aanwezig die de belasting aankunnen. Het systeem wordt er naarmate de belasting groter wordt alsmaar labieler van, want het wordt steeds sterker afhankelijk van die mechanismen. Dit is maar mijn mening: ik zou het dus neutraler houden: meer over het denitrificatie-proces. Wat begunstigt het en door wat wordt het afgeremd. Met gevangen bedoel je waarschijnlijk opgenomen in de biomassa en dat het via deze weg langer in het systeem kan blijven. Ja Denitrificatie treedt niet altijd op: maar waarschijnlijk wel in de natte schraallanden, kan je daar een % opplakken?? Vanaf bepaalde zuurtegraden wordt het geremd, ‘k weet niet of dit van toepassing is voor natte s. Aangepast Ik heb de bronnen van N geschrapt omdat ik het daar niet met je eens over ben. Ik denk dat de landbouw tout court een van de grootste N-leveranciers is, toch van de N die we zelf in Vlaanderen produceren en zeker indien deze sector qua inspanningen om er iets aan te doen achter blijft hinken op de andere sectoren. NH3 wordt vooral uitgestoten in de onmiddellijke omgeving van landbouwbedrijven, terwijl nitraten verderreiken. Grotendeels oneens, maar vrees dat dit te controversieel is, zie mail

Vaak voorkomende ‘acties’ met interne eutrofiering tot gevolg Actie Via Verruiging verhoging reductiediepte Begrazing verhoging reductiediepte verhoging mineralisatie Overstroming vervuild water verhoging reductiediepte sulfide-sulfaatcyclus Waterconservering verhoging reductiediepte Effect begrazing: door trappen op de zode wordt de mineralisatie/reductie steeds versneld, ook indien geen duidelijke trapgaten zichtbaar zijn deze dia is me niet helemaal duidelijk, begrijp ik het goed dat verruiging, begrazing,.. factoren zijn die een effect hebben op de reductiediepte en zo ook op de nutriënten? Heb hem gereorganiseerd. Hoop dat het nu duidelijker is Heel zeker, nog wat met kleurtjes opgesmukt, maar dat is maar een ideetje

Verzuring en ontzuring Ontzuring door denitrificatie zonder sulfaatreductie Sterke verzuring bij sulfaatreductie Fe is een verplaatser van zuur: verzuring in neerslagzone, ontzuring in oploszone Fe is een buffer redox (voordeel: niet direct sulfidevorming) zuur bij reductie (voordeel: bescherming tegen externe verzuring) trofie: legt P vast Wat bedoel je met de eerste zin, want zoals hij daar zo staat, roept deze bij mij toch vraagtekens op. Naanvoer via de lucht is in de eerste plaats toch een zure aanvoer (men spreekt toch ook van zure depositie). Ik ben het met je eens dat door denitrificatie dit weer geneutraliseerd wordt en zelfs netto een ontzuring is (dit geldt wel specifiek voor natte s.), maar dit staat in de tweede regel. Ik vind de eerste daarom overbodig en ik zou hem schrappen. Goede opmerking Die Fe-regels zijn heel moeilijk voor mij. Bedoel je met de eerste dat fe2 naar fe3 een zuurvormend proces is, terwijl andersom zuurconsumptie optreedt?. Door het verplaatsen van Fe2 met het grondwater naar boven, verplaatst men ook zuur naar hier? Klopt. Kemmers noemde het verdwijnen van ijzer de bloedarmoede van natuurgebieden De tweede regel begrijp ik niet, iets anders formuleren? Nu beter ? Ja, veel beter: Fe vermijdt dat snel lage potentialen bereikt worden, waarbij sulfide zou kunnen gevormd worden, ook hoe meer Fe hoe relatief meer P wordt gebonden. De tweede regel is de moeilijkste te vatten, onder gereduceerde omstandigheden (als Fe2?) functioneert het ook als zuurbuffer?

Enkele conclusies Datum maaien voor natte schraalgraslanden niet belangrijk (trofie) mits vegetatie kort en zonder strooisel de winter ingaat. Verzuringsgevoelige graslanden: idem Verzuring: niet eenduidig Waterpeilschommelingen: belangrijk voor schraalheid (denitrificatie) Begrazing: heel wat problemen, maar kan nog steeds toegepast mits voorwaarden Vernatting : eutrofiering, Drainage : verschraling, maar ook verdroging Zou je nog niet iets toevoegen over het specifiek belang van waterpeilschommelingen op de N-huishouding, je spreekt wel over denitrificatie, maar zonder het verband te leggen met die schommelingen, ik dacht (kan gerust verkeerd zijn) dat dit toch wel belangrijk was (contact van nitraat met organische stof in een anoxisch milieu) Iets zeggen over overstromingsperiodes (tot 2 weken : OK; langer dan 2 weken opletten, zeker in de risicogebieden die je geschetst hebt) Verdroging: ik weet wat je bedoelt, maar tijdens je speech toch misschien aanhalen dat te droog natuurlijk ook niet meer goed is. Het is dus dansen op een slappe koord