Literatuurgeschiedenis Een beknopte samenvatting van “Literatuur zonder grenzen” door Jan Liebregts In deze samenvatting kom je alleen de hoofdzaken tegen. Je zult daaromheen de opgegeven stof in je boek moeten bestuderen om goed voorbereid te zijn op je toetsen.
Literatuur zonder grenzen hoofdstuk 3 en 4 De hoofdstukken 3 en 4 gaan over de middeleeuwen, de renaissance, barok en de Verlichting. Deze twee hoofdstukken worden met één toets afgesloten.
Middeleeuwen (500 - 1500) Kenmerken: 1. Theocentrisch (God als middelpunt) In de middeleeuwen waren het vooral de priesters die konden lezen en schrijven. Zij verzorgden ook het onderwijs. Middeleeuwse literatuur werd beluisterd. 2. Ridderlijk (adel) 3. Burgerlijk (de burgerij) Pas in de late middeleeuwen werd de burgerij in de grote steden machtiger.
De Middeleeuwen Genres: Ridderroman: Karel ende Elegast Satire: Vanden vos Reinaerde Legende: Beatrijs Mirakelspel: Mariken van Nieumeghen Reisverhaal: De reis van Sint Brandaan
Renaissance (1500 - 1650) “wedergeboorte”: hernieuwde belangstelling voor de Griekse en Romeinse Oudheid In de literatuur betekende dit dat men de klassieke schrijvers als voorbeeld nam. Eerst werden ze letterlijk vertaald, maar al snel wilde men ze navolgen en zelfs overtreffen. homo universalis: streven van de mens zich zo veelzijdig mogelijk te ontwikkelen. (Leonardo de Vinci)
De Verlichting (1700 - 1800) Belangrijkste kenmerk: De Rede . Het menselijk verstand was in staat om alles op te lossen. Men liet zich niet meer leiden door Kerk en overheid, men moest zelf nadenken. Wonderen werden zeer sceptisch bekeken. Rationalisme (ratio = rede) en empirisme (waarnemen en experimenteren) speelden een belangrijke rol
Verlichting Nederlandstalige schrijvers Justus van Effen Pieter Langendijk Hieronymus van Alphen Betje Wolff en Aagje Deken
Tijdbalk 400----0-----500----------1500--1650----------1800-----1850 klassieke oudheid Middeleeuwen Renaissance Verlichting Romantiek