Het einde van de citroenloopbaan? De stijging van het langdurig ziekteverzuim in perspectief
Jaarlijks verzuimrapport SD Worx Steekproef 460.057 medewerkers 15.242 organisaties uit de privésector Verzuim: ziekte arbeidsongeval ongewettigde afwezigheid: medewerker komt niet opdagen en heeft geen toestemming noch rechtvaardiging Verzuimpercentage: de verhouding van het aantal ziektedagen ten opzichte van de te werken dagen Verzuim en afwezigheden Alle organisaties worden in meerdere of mindere mate geconfronteerd met afwezigheid van hun medewerkers. Vaste of geplande afwezigheden Afwezigheden kunnen vaststaan, zoals op feestdagen, of gepland zijn, zoals (on)betaalde vakantie, opleidingsdagen en teambuildingactiviteiten. Onverwachte, niet geplande afwezigheden Wanneer het evenwel gaat over onverwachte, niet ingeplande afwezigheden van het werk, waarbij de oorzaak (en het initiatief) bij de medewerker ligt, spreken we van verzuim. De verzuimde tijd is de tijd waarin er geen prestaties worden geleverd door de medewerker, terwijl de arbeidsovereenkomst dit wel voorziet. We onderscheiden 2 categorieën verzuim: 1. Gewettigde afwezigheden, beperkt in duur, waarop de medewerker recht heeft mits er aan een aantal voorwaarden is voldaan: zwangerschap, geboorte, vaderschap of adoptie loopbaanonderbreking verlof om dwingende reden (ook wel familiaal of sociaal verlof genoemd) klein verlet educatief verlof 2. Het strikte verzuim, onbeperkt in duur, waarop de werkgever evenwel een zekere impact kan uitoefenen: ziekte arbeidsongeval ongewettigde afwezigheid: de medewerker komt niet opdagen op het werk en heeft hiervoor geen toestemming noch rechtvaardiging
Verzuimgradaties Wit verzuim Grijs verzuim Zwart verzuim Motivatie Mate van arbeidsongeschiktheid Motivatie Wit verzuim Grijs verzuim Zwart verzuim
Verzuim is een ijsberg Het verzuimcijfer is een goede indicator voor de algemene conditie van een organisatie. Verzuim is vooral een vorm van gedrag. De mate waarin de medewerker zich gemotiveerd en betrokken voelt, bepaalt zijn gedrag. Voor werkgevers is kortdurend ziekteverzuim de meest storende vorm van verzuim. Het loon van arbeiders en bedienden is namelijk gedurende 30 kalenderdagen gewaarborgd en maakt zo de belangrijkste kost uit van het ziekteverzuim.
Kortdurend ziekteverzuim Gemiddeld verliest een Belgische organisatie 9% van zijn normale capaciteit aan ongeplande, onverwachte afwezigheden. Kortdurend ziekteverzuim = ziekte van minder dan 1 maand Verzuimcijfer = graadmeter voor de totale conditie van een organisatie Kortdurend verzuim is vooral een vorm van gedrag. Motivatie en betrokkenheid bepalen gedrag. De aanpak van verzuim beperkt zich in veel organisaties evenwel tot het louter reactief ingrijpen op de symptomen, terwijl verzuim een ijsbergfenomeen betreft. Om de productiviteit blijvend te verhogen, is het dus noodzakelijk om dieper in te gaan op de onderliggende oorzaken. Dit zal leiden tot een pro-actief en geïntegreerd beleid op lange termijn, met gerichte acties. Betrokken en geëngageerde medewerkers die zich kunnen vinden in de cultuur van de organisatie, vormen bovendien de stuwende factor die een organisatie naar een hoger niveau kan tillen op alle vlakken.
Ziekteverzuim, tevredenheid & verloop Gemiddeld aantal dagen afwezig wegens ziekte Tevreden Ontevreden 5,3 dagen 10,8 dagen % medewerkers dat uitkijkt naar een andere job Tevreden Ontevreden 7,4% 56,5%
Aantal ziektedagen per jaar (kortdurend) Ziekteverzuim Ontevreden medewerkers dubbel zo vaak ziek dan geëngageerde medewerkers ontevreden tevreden geëngageerd 2.8 3.3 4.3 Aantal ziektedagen per jaar (kortdurend) Bron: SD Worx – Engagement Study ©
< 1 maand zonder Carens % Ziekteverzuim > 1 maand < 1 jaar Ziekteverzuim België 2011 % Ziekteverzuim volgens duur Verzuim Carens % Verzuim < 1 maand zonder Carens % Ziekteverzuim > 1 maand < 1 jaar Totaal Verzuim 0,14% 2,30% 2,29% 4,73% Carensdag: Voor arbeiders wordt de ziekteperiode in de eerste maand opgesplitst in een aantal tijdsonderdelen. Carensdag (komen alleen bij arbeiders voor = 1ste dag voor een ziekteperiode minder dan 14 kalenderdagen) Impact crisis op motivatie en betrokkenheid van de Belg. Onderzoek van SD Worx bij 5000 werknemers bracht aan het licht dat werknemers in 2010 door de crisis minder tevreden waren over hun job, hun beloningspakket en de werkbelasting. Daarnaast bleek de Belg in 2010 minder energiek en gepassioneerd met zijn job bezig te zijn. Opmerkelijk was de uitspraak dat werknemers door de toegenomen werkdruk minder in staat bleken te zijn om extra inspanningen te leveren, mogelijk omdat ze zich tijdens de crisis al hard en onvoorwaardelijk voor hun organisatie hadden ingezet en bijvoorbeeld spontaan overuren hadden geklopt.
Kortdurend ziekteverzuim 2011
Kortdurend ziekteverzuim 2011 (gewesten)
Kortdurend ziekteverzuim 2011 (provincie)
Kortdurend ziekteverzuim ouderen is het duurst
Kortdurend ziekteverzuim jongeren stoort het meest Bradford-factor = totaal aantal dagen ziekteverzuim x frequentie x frequentie
Evolutie ziekteverzuim 2002-2011
Vaststellingen Kortdurend verzuim Stijgende tendens sinds 2002, met uitzondering van 2004. Stijging 2002-2011 = 10% ‘Plafonneert’ sinds 2008 tussen 2,40% en 2,45% (= 46 tot 48 uren verzuim op jaarbasis) Langdurend verzuim Bewoog zich in de periode 2002-2008 tussen 1,49% en 1,6% Stijgende tendens sinds 2008: Stijging 2008-2011 = 47% (van 1,56% naar 2,29%) Verschil tussen kort- en langdurend verzuim Periode 2002-2009: tussen 0,61 en 0,84%. 2010: 0,37% / 2011: 0,15%:
Ziekteverzuim Arbeiders 2002-2011
Ziekteverzuim bedienden 2002-2011
Vaststellingen Arbeiders: Kortdurend verzuim boven 3% sinds 2007 (uitgezonderd.2009: 2,94%) Stijging langdurend verzuim sinds 2008 van 2,47% naar 3,69% of een stijging met 49% tov 2008 Sinds 2010: meer langdurend verzuim dan kortdurend verzuim Bedienden: Kortdurend verzuim boven 2% sinds 2008 Stijging langdurend verzuim sinds 2002 Stijging met 58% tov 2007 (van 0,98% naar 1,55%) Verschil tussen kort- en langdurend verzuim wordt kleiner sinds 2008: van 0,99% (2008), 0,91% (2009), 0,69% (2010) tot 0,57% (2011)
Evolutie per sector
Evolutie per gewest
Vaststellingen langdurend verzuim Sterke stijging sinds 2008 België: van 1,58% naar 2,29% ( +0,71%) Vlaanderen: van 1,6% naar 2,3% (+0,7%) Brussel HG: van 1,25% naar 1,91% (+0,66%) Wallonië: van 1,94% naar 2,93% (+0,99%) Arbeiders: van 2,47% naar 3,69% (+1,22%) Bedienden: van 1,08% naar 1,55% (+0,47%) Secundaire sector: van 1,75% naar 2,52% (+0,77%) Tertiaire sector: van 1,3% naar 2,03% (+0,73) Quartaire sector: van 2,03% naar 2,69% (+0,63)
Vaststellingen langdurend verzuim (2) Sterkere stijging sinds 2008 naarmate medewerkers ouder worden <25 jaar: 0,93% naar 0,66% (-0,27%) 25-29 jaar: 0,93 naar 1,24% (+0,31%) 30-34 jaar: 1,11% naar 1,49% (+0,38%) 35-39 jaar: 1,30% naar 1,78% (+0,48%) 40-44 jaar: 1,56 % naar 2,17 % (+0,61%) 45-49 jaar: 1,88 % naar 2,49 % (+0,61%) 50-54 jaar: 2,51 % naar 3,41% (+0,9%) 55-59 jaar: 2,57 % naar 4,13 % (+1,56%) >=60 jaar: 2,31 % naar 4,13 % (+1,99%)
Sectoren met hoog langdurend verzuim Tabaksindustrie Diensten in verband met gebouwen; landschapsverzorging Maatschappelijke dienstverlening zonder huisvesting Maatschappelijke dienstverlening met huisvestingPapiernijverheid Vervoer te land en vervoer via pijpleidingen Beveiligings- en opsporingsdiensten Vervaardiging van elektrische apparatuur Bouw van gebouwen; ontwikkeling van bouwprojecten Voedingsindustrie
Mogelijke verklaringen Wisselende combinatie van factoren Demografie: werknemerspopulatie is gemiddeld ouder Impact van de economische crisis sinds 2008 Zware fysieke belasting (arbeiders) Arbeidsomstandigheden Zware engagementproblematiek (stress, burn-out, demotivatie, gebrek aan erkenning) Reëel effect van ‘citroenloopbaan’
Zware engagementproblematiek NV België SD Worx 2010 (werknemersbevraging bij 5000 wns) Sterk afwijkende scores voor langdurige verzuimers (>30 dagen) vergeleken met niet-verzuimers op: Mentale belasting job Lichamelijke belasting job Stressniveau Tijdsdruk Sterkste afwijking evenwel op vlak van: Inspraak (-25% tegenover niet-verzuimers) Erkenning (‘Er wordt rekening gehouden met mijn visie bij het nemen van een beslissing’) (-20%) Cultuur: ‘mismatch’ met de organisatie (-18%)