Bedrijfsinformatie in Emissieregistratie Richard van Hoorn Waterdienst richard.van.hoorn@rws.nl 06-11532396 Op basis van analyses van Deltares en CBS 2 juli 2009
Inhoud Herkomst Proces E-PRTR versus KRW Gevolgen Oplossingen ter discussie 2 juli 2009
Herkomst bedrijfsemissies in ER ‘Vroeger’ via CIW Enquete onder waterbeheerders en aangevuld en gecontroleerd op consistentie met MJV via samenwerking met PBL Administratieve last voor beheerders; Niet altijd compleet beeld; Via historie mogelijkheid check door RIZA en doorkopieren. Ronde ER2009 uitsluitend gebruik eMJV Zowel eMJV als E-PRTR plichtige bedrijven rapporteren; Jaarlijkse excercitie middels stand-alone applicatie; Vanaf 1-1-2010 eMJV@Internet: integraal E-PRTR verslaglegging; Coördinatie VROM. Sinds februari 2006 is de European Pollutant Release Transfer Register verordening (E-PRTR) van kracht. Bedrijven die onder deze verordening vallen, moeten jaarlijks de emissies rapporteren aan het bevoegde gezag. In Nederland vullen met ingang van rapportagejaar 2007 de E-PRTR bedrijven zelf hun emissies in, in het elektronisch Milieujaarverslag (eMJV). Voor de Nederlandse situatie geldt dat een groot deel van de bedrijven onder de E-PRTR verordening valt, waardoor de emissies via het eMJV kunnen worden verzameld. Om die reden is er vanuit de Waterdienst voor gekozen om vanaf het rapportagejaar 2007 de jaarlijkse enquête individuele bedrijfsemissies niet meer uit te zetten onder de waterkwaliteitsbeheerders, maar alle jaarvrachten van de bedrijven uit het eMJV te halen. Als gevolg van het verdwijnen van de enquête individuele bedrijfsemisses bestaat het ERI-water, het deel van EmissieRegistratie met vrachten van de individuele bedrijven, voor het jaar 2007 uit de bedrijven en vrachten die rechtstreeks uit het eMJV/e-PRTR jaarverslag worden overgenomen. 2 juli 2009
Proces van eMJV tot ER Besluit Milieujaarverslaglegging, wettelijke verplichting Bedrijven rapporteren, WM / WVO Bevoegd Gezag valideert Na validatie worden cijfers overgenomen door PBL Aanvulling met vrijwillige rapportages en milieuconvenanten door FO-I en PBL Bijschatting lozingen op riool door CBS op basis van statistieken (werknemersaantallen in bepaalde bedrijfstakken e.d.) Ten gevolge van het is een groot aantal bedrijven verplicht jaarlijks een milieujaarverslag in te dienen. In dit milieujaarverslag (MJV) geven bedrijven onder andere aan welke emissies in het afgelopen jaar hebben plaatsgevonden. Na controle door het Bevoegd Gezag (vergunningverleners zoals provincies, gemeenten en waterschappen) worden de gegevens uit de MJV's verzameld en opgeslagen in de database. De gegevens uit de wettelijk verplichte MJV's worden vervolgens aangevuld door bedrijven die op vrijwillige basis of in het kader van een milieuconvenant deze gegevens aanleveren. Voor de emissies naar water worden ook de resultaten van de CIW-enquete in de database toegevoegd (CIW staat voor de inmiddel opgeheven Commissie Integraal Waterbeheer). Het geheel van deze gegevensverzameling vormt de zgn. ER-Individueel of ER-I database. De gegevens in de ER-I vormen de basis voor de emissieberekeningen per stof per emissie-oorzaak voor de emissies uit de industrie, de energiesector, raffinaderijen en afval. 2 juli 2009
E-PRTR versus KRW (1): E-PRTR Openbaar register per lidstaat, EG verordening: In beeld brengen emissies en transport vervuilende stoffen en afval voor burgers Rapportageplicht bedrijven (met name IPPC plichtige bedrijven) Toepassing drempelwaarden bij rapportage BV Nederland rapporteert aan EU In totaal 90 stoffen naar lucht, water en bodem. Water, 73 stuks Meer lezen? http://www.vrom.nl/pagina.html?id=9900 http://www.rivm.nl/rvs/stoffen/EPRTR/ Aarhus, openbare informatie - burgers De verordening stelt regels aan Europese bedrijven en overheden over de openbaarmaking van gegevens over hun vervuiling. Het gaat daarbij om de uitstoot van vervuilende stoffen in water, lucht en bodem en om afvaltransporten. Naast deze gegevens over bedrijven wordt in het register ook informatie over diffuse bronnen opgenomen. Dit zijn moeilijk aanwijsbare bronnen die diffuse verontreiniging veroorzaken, zoals meststoffen die van weilanden in bodem en water terecht komen. Het register wordt middels www.emissieregistratie.nl openbaar gemaakt. IPPC: geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging Validatie: In Nederland zijn dat de instanties die de Wm-vergunning (provincies en gemeenten) en de Wvo-vergunning afgeven (waterschappen en Rijkswaterstaat). Voor de intensieve veehouderijen is het Ministerie van LNV aangewezen als bevoegde instantie. 2 juli 2009
E-PRTR versus KRW (2): KRW Goede chemische en ecologische toestand (oppervlaktewater + grondwater) Rapportageplicht waterbeheerders In beeld brengen significante belastingen (art.5 SGBP) Nederland opgedeeld in waterlichamen Normen in Besluit Kwaliteitseisen en Monitoring Water (eerder geheten AMvB Doelstellingen) Prioritair (gevaarlijke) stoffen – GCT, 33+8 stuks Overige relevante stoffen – GET, ~ 170 stuks 2 juli 2009
Gevolgen gebruik integraal E-PRTR verslag (1) Meer dan 90% van bedrijven in eMJV (dataset 2008) is E-PRTR plichtig 5 tot 10% van die bedrijven emitteert 90% van de vracht ! Stoffen voldoende afgedekt Wettelijke verplichting zorgt voor stabiele basis 2007 alle bedrijven ePRTR > drempel % emissies fosfor 428 396 50 89 stikstof 537 498 31 69 2007 alle bedrijven ePRTR > drempel % emissies koper 217 205 23 78 zink 246 232 39 81 cadmium 105 102 7 89 kwik 91 9 lood 159 153 11 85 nikkel 191 182 37 92 Voor een flink aantal stoffen is het slechts een fractie van de bedrijven die jaarvrachten lozen boven de E-PRTR drempelwaarde. Deze bedrijven bepalen meestal voor meer dan 70% de totale vracht van deze stof. Bij rapportage van alleen de jaarvrachten boven de drempelwaarde blijven voor deze stoffen de gerapporteerde emissie ongeveer gelijk, maar de bedrijven die kleine hoeveelheden lozen verdwijnen uit beeld. Puur vanuit een efficiency-oogpunt en in het perspectief van landelijke totalen, zou de conclusie zijn dat het schrappen van de enquête en het hanteren van de E-PRTR-drempelwaarde een goede keus is: met slechts 5-10% van de bedrijven dekken we 90% van de emissies. De problemen ontstaan wanneer dit bekeken wordt vanuit het perspectief van bijv. de KRW: hierdoor gaan we vrijwel alle middelgrote en kleinere bedrijven missen op regionale wateren. Juist deze bedrijven kunnen een significante invloed hebben op het niet halen van de KRW-doelstellingen. Dit is ook voor bijv. balansstudies en waterkwaliteitberekeningen een slechte zaak. Daarnaast gaan we stoffen (KRW deels prioritair gevaarlijke stoffen) missen wanneer alleen boven de drempelwaarde wordt gerapporteerd. Nadeel is ook nog dat de bijschattingen minder betrouwbaar worden en soms onmogelijk, waardoor het inzicht in lozingen op riool verminderd 2 juli 2009
Gevolgen gebruik integraal E-PRTR verslag (2) Informatie over belasting op regionaal watersysteem gaat verloren; Significante belasting in waterlichamen minder in beeld; Informatie over aantal KRW stoffen, deels prioritaire stoffen, gaat verloren; Bijschatting voor bedrijfstakken lastiger, soms onmogelijk geworden; Voor de regionale wateren zijn er 96 direct lozende bedrijven, verspreidt over 22 regionale beheerders. De 5 bedrijven die stikstof lozen boven de drempelwaarde liggen in het beheersgebied van 3 beheerders. Er gaat voor de regionale wateren voor 19 beheerders informatie verloren indien er alleen gerapporteerd wordt boven de drempelwaarde. Bijschatting bemoeilijkt omdat spoeling dun wordt (statistische basis) maar ook omdat bepaalde bedrijfstakken niet onder E-PRTR vallen. De bedrijfsgroepen Goederenvervoer over de weg (o.a truck- en tankercleaning), Op- en overslag en intramurale gezondheidszorg zijn sterk gereduceerd ten opzichte van 2006. Deze bedrijfsgroepen vallen niet onder de ePRTR richtlijn. Voor de bijschatting ontstaan de meeste problemen in de sectoren voedingsmiddelen- en metaalelektro industrie. Bij 4 van de 33 bedrijfsgroepen lijkt de bijschatting onmogelijk omdat er helemaal geen indirect lozende bedrijven meer in het ERI aanwezig zijn: de visverwerkende industrie, (fris)drankenindustrie (excl bier), de leerlooierijen en de fietsen, bromfietsen en motor industrie. Bij 5 andere bedrijfsgroepen is de bijschatting zeer moeilijk is en bij 7 ‘twijfelachtig’. Het niet kunnen bijschatten van een flink aantal bedrijfstakken betekent dat een substantieel deel van de emissie van metalen en nutriënten zal ontbreken. Voor nikkel, cadmium en lood lijken de effecten het sterkst (20-30% minder). Voor N-totaal ontbreekt 15 tot 25% van de emissies van de industrie. Inhoud eMJV voor Regionaal watersysteem lozend op oppervlaktewater lozend op riool samen-zuiverend totaal Aantal bedrijven 96 259 5 360 Na toepassing drempel 15 1 21 Aantal beheerders 22 37 64 3 10 14 2 juli 2009
bij te schatten SBI's aantal bedrijven Mogelijkheden voor 2006 2007 reguliere bijschatting SBI 152 SBI 15.2: Visverwerking 4 onmogelijk SBI 159 overig SBI 15.9: Vervaardiging van dranken 9 SBI 191 SBI 19.1: Looien en bewerken van leer 3 SBI 354 SBI 35.4: Vervaardiging van fietsen, motor- en bromfietsen en invalidenwagens 1 SBI 153 SBI 15.3: Groente en fruitverwerking 17 2 zeer moeilijk SBI 154 SBI 15.4: Vervaardiging van plantaardige en dierlijke oliën en vetten 7 SBI 1584 SBI 15.84: Verwerking van cacaobonen en vervaardiging van chocolade en suikerwerk 11 SBI 28 overig SBI 28, excl. 28.51:Vervaardiging van producten van metaal (geen machines en transportmiddelen) 19 6 SBI 29, 31, 32 SBI 29, 31, en 32: Vervaardiging van diverse machines en (elektrische, elektronische) apparaten en onderdelen 27 SBI 158 overig SBI 15.8: Vervaardiging van overige voedingsmiddelen 13 twijfelachtig SBI 151 SBI 15.1: Slachterijen en vleesverwerking 38 10 SBI 173 SBI 17.3: Textielveredeling SBI 212 SBI 21.2: Vervaardiging van papier- en kartonwaren 5 SBI 245 SBI 24.5: Vervaardiging van zeep-, was-, reinigings- en onderhoudsmiddelen, parfums en cosmetica SBI 2462 SBI 24.62: Vervaardiging van lijm- en plakmiddelen SBI 34 SBI 34: Vervaardiging van auto's, aanhangwagens en opleggers SBI 2442 SBI 24.42: Vervaardiging van farmaceutische producten (excl. Grondstoffen) 12 niet bijgeschat in 2006 SBI 1596 SBI 15.96: Bierbrouwerijen SBI 17 overig SBI 17: Vervaardigen van textiel 23 20 mogelijk SBI 155 SBI 15.5: Vervaardiging van zuivelproducten 55 40 SBI 2412 SBI 24.12: Vervaardiging van kleur- en verfstoffen SBI 2413 SBI 24.13: Vervaardiging van overige anorganische basischemicaliën SBI 2416 SBI 24.16: Vervaardiging van kunststof in primaire vorm 25 SBI 242 SBI 24.2: Vervaardiging van landbouwchemicaliën SBI 243 SBI 24.3: Vervaardiging van verf, lak, vernis, inkt en mastiek SBI 2466 SBI 24.66: Vervaardiging van overige chemische producten n.e.g. SBI 251 SBI 25.1: Vervaardiging van producten van rubber SBI 252 SBI 25.2: Vervaardiging van producten van kunststof SBI 261 SBI 26.1: Vervaardiging van glas en glaswerk SBI 274 SBI 27.4: Vervaardiging van non-ferrometalen SBI 2851 SBI 28.51: Oppervlaktebehandeling metaalbewerking 36 SBI 275 SBI 27.5: Gieten van ijzer en staal SBI 9002 SBI 90022: Afvalbehandeling 41 42 Voor de regionale wateren zijn er 96 direct lozende bedrijven, verspreidt over 22 regionale beheerders. De 5 bedrijven die stikstof lozen boven de drempelwaarde liggen in het beheersgebied van 3 beheerders. Er gaat voor de regionale wateren voor 19 beheerders informatie verloren indien er alleen gerapporteerd wordt boven de drempelwaarde. Bijschatting bemoeilijkt omdat spoeling dun wordt (statistische basis) maar ook omdat bepaalde bedrijfstakken niet onder E-PRTR vallen. De bedrijfsgroepen Goederenvervoer over de weg (o.a truck- en tankercleaning), Op- en overslag en intramurale gezondheidszorg zijn sterk gereduceerd ten opzichte van 2006. Deze bedrijfsgroepen vallen niet onder de ePRTR richtlijn. Voor de bijschatting ontstaan de meeste problemen in de sectoren voedingsmiddelen- en metaalelektro industrie. Bij 4 van de 33 bedrijfsgroepen lijkt de bijschatting onmogelijk omdat er helemaal geen indirect lozende bedrijven meer in het ERI aanwezig zijn: de visverwerkende industrie, (fris)drankenindustrie (excl bier), de leerlooierijen en de fietsen, bromfietsen en motor industrie. Bij 5 andere bedrijfsgroepen is de bijschatting zeer moeilijk is en bij 7 ‘twijfelachtig’. Het niet kunnen bijschatten van een flink aantal bedrijfstakken betekent dat een substantieel deel van de emissie van metalen en nutriënten zal ontbreken. Voor nikkel, cadmium en lood lijken de effecten het sterkst (20-30% minder). Voor N-totaal ontbreekt 15 tot 25% van de emissies van de industrie. 2 juli 2009
Oplossingen ter discussie Drempels voor stoffen naar water in Nederland verhogen EN wettelijk implementeren; Vrijwillige (of via convenant geregelde) opgave vrachten onder drempel; Berekening met emissiefactoren per bedrijfstak op basis van historie en statistische kentallen; Terugval naar enquetering door ER onder waterbeheerders; Willekeurige volgorde!! Voors en tegens per optie 2 juli 2009