Preventie van lees- en spellingproblemen bij kleuters Voorschotbenadering bij oudste kleuters
Programma Voorschotbenadering voor wie? Uitgangspunten Fasen Invented spelling
Begeleidingsrelatie Interesse in de leerling tonen, accepteren, nieuwsgierig zijn Oefenen maar ook kijken, luisteren, aanvoelen Communicatieve ruimte scheppen Sfeer van vertrouwen en plezier Aansluiten bij talenten en mogelijkheden van de leerling Interesse in de leerling tonen, accepteren, nieuwsgierig zijn. Het gaat erom de leerling echt te leren kennen en een band mee op te bouwen. Oefenen maar ook kijken, luisteren, aanvoelen. Let op verbale maar ook op non-verbale communicatie Communicatieve ruimte scheppen Leg uit waarom de leerling extra begeleiding krijgt. Probeer inzicht te krijgen in of de leerling ervaart dat hij anders is dan de andere kinderen in de groep en hoe hij daarmee omgaat. Stel je in het gesprek op als een gelijkwaardige gesprekspartner. Sfeer van vertrouwen en plezier Interventie moet leuk zijn. Leerling moet trots kunnen zijn op zijn prestatie Aansluiten bij talenten en mogelijkheden van de leerling Niet alle leerlingen zijn hetzelfde. Ze hebben andere interesses en voorkeuren. Het is de kunst om hierbij aan te sluiten.
Voorschotbenadering voor wie? Oudste kleuters met: Onvoldoende fonemisch bewustzijn Onvoldoende letterkennis
Uitgangspunten Niet wachten tot een leerling ‘eraan toe’ is Gesproken vorm en geschreven vorm tegelijkertijd aanbieden Altijd klank in combinatie met letter aanbieden Niet trainen, maar spelenderwijs stimuleren Geen haast en met plezier
Fasen Fase 1: identificatie van fonemen/letters Fase 2: manipulatie van fonemen/ letters Fase 3: klank-letterkoppelingen aanleren Fase 1: De leerkracht of leesspecialist kiest 6 tot 10 letters die voor de leerlingen functioneel en niet te moeilijk zijn (bv. eerste letter eigen naam). Per les 1 letter centraal. De leerling leert in fase 1 deze letter te herkennen en een kort tekstje of rijmpje (alfabet- en letterboeken zijn geschikte middelen). De doelletter wordt nadrukkelijk uitgesproken, de leerling wijst bij. Als de kleuter blijk geeft van enig klankbewustzijn m.b.t. de behandelde klanken dan volgt de tweede fase. Fase 2: Analyseren van woorden en klanken en synthetiseren van klanken tot hele woorden oefenen. Spel ‘Drietal’ kan hierbij worden gebruikt. Per woord zijn er drie kaartjes met daarop 1 letter of lettercombinatie van het woord en een plaatje van het totale woord. Als de eerste fases goed gaan, volgt fase 3. Fase 3: Wanneer fase 2 goed lukt, wordt overgegaan op fase 3. Spelenderwijs aanleren van de klank-letterkoppeling. 1 nieuwe letter per week, oude letters regelmatig herhalen. Het is van belang dat de letter hardop verklankt wordt terwijl hij wordt opgeschreven. Via motorische inprenting en simultaan schrijven en verklanken is de kans groter dat de letter wordt onthouden.
Fase 1: identificatie van fonemen/letters 6-10 letters functionele letters Per les 1 letter centraal Gebruik alfabet- en letterboeken Magnetische letters, letterstempels, typemachine, letterpuzzels Klank uitspreken en gebruik maken van een gebaar Klank uitspreken en gebruik maken van een gebaar bijvoorbeeld Vonk, Y. (2005). Spreekbeeld. Tweede herziene druk. Tiel: GGD Rivierenland.
Fase 2: manipulatie van fonemen/letters Oefenen van analyse en synthese, ondersteund met letters Werken met Drietal of Spreekbeeld
Fase 3: klank-letterkoppelingen aanleren Als fase 1 en 2 goed lukken 1 letter per week Lettermuur Lettergroeiboekje Oefen speels en eis niets
Invented spelling Zelf bedenken van mogelijke spellingen Koppelen aan dagelijkse schrijfactiviteiten Steeds koppelen aan de uitspraak Leerkracht als model voor schrijfproces Producten van kinderen hardop lezen Aanmoedigen om een dagboekje te schrijven Zelf bedenken van mogelijke spellingen (door de kleuter) zorgt ervoor dat leerlingen meer inzicht krijgen in de relatie tussen letters en klanken in woorden.