LTAD in wielrennen
LTAD In Nederland is door NOC*NSF is het LTAD model (Long Term Athlete Development) van Bayli in opmars. Zoals vaak blijft het wielrennen echter nog achter hierop. Het wielrennen is immers conservatief en veranderd niet graag (het “do what you did, is get what you got” en het “ja maar” principe). Het oorspronkelijk Canadees model wordt inmiddels in veel landen gebruikt en geeft een duidelijk beeld welke stappen Topsporters moeten doorlopen. Het gaat duidelijk uit van een taakgerichte opleiding in plaats van de prestatiegerichte opleiding die nu vooral gebruikelijk is in Nederland.
LTAD FUNdamentels: Het leren van de fundamentele bewegingen staat in deze periode voorop. In deze fase is het dus van groot belang dat een kind kennis maakt met meerdere sporten en vooral het plezier en het spel moet voorop staan.
LTAD Learning to Train: Laat de jonge sporter kennis maken met oefeningen en trainingsvormen. In het wielrennen betekent dit dat kinderen de basisfietstechnieken onder de knie moeten krijgen. Hieronder verstaan we het sturen, het rijden van bochten en het in de groep rijden. Daarnaast mogen technieken zoals het sprinten en het waaierrijden al onder de aandacht gebracht worden. Plezier maken moet echter nog steeds de belangrijkste factor zijn binnen de training.
LTAD Training to Train: Deze periode valt samen met de pubertijd en de daarbij horende groeispurt. Belangrijke aanpassing van de trainingsopbouw is dat de duur uitgebouwd gaat worden. Daarnaast worden vaardigheden zoals genoemd in de ‘Learning tot Train’ fase verder uitgebouwd en geperfectioneerd. Door de groeispurt is het van groot belang om de technische oefeningen te blijven herhalen. Nieuwe technieken zouden in deze periode beter niet aan bod komen.
LTAD Training to Compete: Vanaf hier wordt het trainen gerichter middels periodisering. Er zal een persoonlijk trainingsprogramma moeten worden opgesteld vanuit een meerjarenplan. De sporter gaat zich ook specialiseren en zijn of haar training hierop aanpassen. Gedurende deze periode zal de sporter steeds meer gedwongen worden actief mee te denken in het trainingsprogramma. Na deze periode zal de sporter zelf medeverantwoordelijk moeten zijn voor zijn periodisering en het daarbij behorende trainingsprogramma.
LTAD Training to Win: Deze periode beging mijn inziens pas bij de beroepsrenners. Alle overwinningen in onderliggende categorieën doen immers onder tot zeges bij de professionals. Doorgaans begint een profcarrière tussen pakweg 21 en 23 jaar.
LTAD Bayli stelt in zijn LTAD model dat alle bovenstaande fases doorlopen moeten worden om uiteindelijk de wereldtop te kunnen halen. Verder stelt hij, niet onbelangrijk, dat hiervoor uiteindelijk pakweg 10.000 trainingsuren nodig zijn.
Traditionele opleidingsmodel
Mijn visie Proces belangrijker dan prestaties en de sporter centraal.