Valquiz
DEEL 1
1. Mannen vallen meer dan vrouwen?
2. Hoe meer je beweegt, hoe minder kans je hebt om te vallen?
3. Bij 75-plussers is vallen de belangrijkste doodsoorzaak?
4. Twee keer per week intensief sporten is voor een 65-plussers beter dan elke dag een half uurtje, matig bewegen?
5. Een derde van de 65-plussers valt meer dan één keer per jaar?
6. Calcium zorgt voor stevige botten?
7. Ik blijf beter zitten in mijn zetel, zo heb ik minder kans om te vallen?
8. Het risico op vallen stijgt met de leeftijd?
9. Slechts 1 op 5 meldt een val aan de dokter?
10. Snel kunnen reageren helpt om een val te voorkomen?
11. Alcohol tast je reactievermogen aan?
12. Bewegen verbetert de kwaliteit van je botten?
13. Spinazie bevat geen calcium?
14. Bij het opstaan, blijf je best een paar minuten zitten op het bed, voor je rechtstaat?
15. Je maakt meer kans om op spoed te belanden na een verkeersongeval, dan na een val?
16. Tuinieren, schoonmaken, boodschappen doen … zijn geen beweegactiviteiten?
17. Je kan medicatie nog een half jaar na de houdbaarheidsdatum innemen?
DEEL 1 ANTWOORDEN
1. Mannen vallen meer dan vrouwen?
Fout Vrouwen 30% Mannen 15%
2. Hoe meer je beweegt, hoe minder kans je hebt om te vallen?
Juist Conditie, spierkracht en evenwicht verbeteren door te bewegen. Zo verkleint de kans op vallen.
3. Bij 75-plussers is vallen de belangrijkste doodsoorzaak?
Fout Een valpartij heeft vaak ernstige gevolgen zoals een breuk. Ongevallen zijn de 5de doodsoorzaak bij 75-plussers waarvan de meeste een valincident zijn.
4. Twee keer per week intensief sporten is voor een 65-plussers beter dan elke dag een half uurtje, matig bewegen?
Fout Dagelijks 30 minuten matig bewegen is haalbaar voor iedereen en geeft gezondheidswinst.
5. Een derde van de 65-plussers valt meer dan één keer per jaar?
Juist 24 tot 35% valt minstens één keer per jaar.
6. Calcium zorgt voor stevige botten?
Juist Calcium versterkt de botten en verbetert het evenwicht.
7. Ik blijf beter zitten in mijn zetel, zo heb ik minder kans om te vallen?
Fout Als je stopt met bewegen, vermindert je conditie en vergroot de kans op vallen.
8. Het risico op vallen stijgt met de leeftijd?
Juist Hoe ouder je wordt, hoe groter je kans op een val.
9. Slechts 1 op 5 meldt een val aan de dokter?
Juist Vallen is een sterk onderschat probleem.
10. Snel kunnen reageren helpt om een val te voorkomen?
Juist Een getraind reactievermogen zorgt voor een optimaal gebruik van je reflexen waardoor je sneller reageert als je wankelt.
11. Alcohol tast je reactievermogen aan?
Juist Door alcohol reageer je trager.
12. Bewegen verbetert de kwaliteit van je botten?
Juist Door te bewegen wordt het bot sterker.
13. Spinazie bevat geen calcium?
Fout Spinazie bevat calcium. Maar ons lichaam neemt wel beter calcium op vanuit zuivelproducten.
14. Bij het opstaan, blijf je best een paar minuten zitten op het bed, voor je rechtstaat?
Juist Als je te snel opstaat, kun je duizelig worden.
15. Je maakt meer kans om op spoed te belanden na een verkeersongeval, dan na een val?
Fout Je maakt 10x meer kans om op spoed te belanden na een val.
16. Tuinieren, schoonmaken, boodschappen doen … zijn geen beweegactiviteiten?
Fout Dagdagelijkse activiteiten zijn ook een vorm van bewegen.
17. Je kan medicatie nog een half jaar na de houdbaarheidsdatum innemen?
Fout Gebruik nooit vervallen medicatie. Dit kan uw gezondheid schaden.
DEEL 2 RISICO’S
1. Je laat je badkamer vernieuwen. Wat is de veiligste keuze? A een bad B een douche C een bad met een badzitje
2. Wat doe je met het telefoonsnoer dat over de vloer ligt? A ik verplaats de telefoon zodat het snoer niet meer in de weg ligt B ik leg een tapijt over het snoer C ik kleef het snoer vast
3. Met welke schoen is je kans om te vallen het grootst? A sportschoen B een pantoffel (achteraan open) C een stevige schoen met veters
4. Welke stelling is fout? A kalmeer- of slaapmiddelen maken je duizelig B kruidenmedicijnen maken je niet duizelig C medicijnen moet je op het juiste tijdstip innemen
A ik vraag iemand om het pad te strooien voor ik naar buiten ga 5. Het heeft gevroren en het pad is glad. Wat doe je? A ik vraag iemand om het pad te strooien voor ik naar buiten ga B ik stap heel voorzichtig op het pad C ik ga gewoon naar buiten
A een beweegcursus die het evenwicht verbetert B een hondenras 6. Wat is tai chi? A een beweegcursus die het evenwicht verbetert B een hondenras C een levenselixir
7. Welke stelling is juist? A om de drie jaar naar de oogarts gaan is voldoende B ik ken de weg in mijn eigen huis, dus hoef ik niet altijd mijn licht aan te doen. C het is noodzakelijk om regelmatig naar de oogarts te gaan
8. Wanneer stijgt het risico op vallen? A vanaf twee medicijnen B vanaf vier medicijnen C vanaf zes medicijnen
9. Hoeveel minuten per dag zou je moeten bewegen om gezond te blijven? A 60 minuten B 15 minuten C 30 minuten
DEEL 2 ANTWOORDEN
1. Je laat je badkamer vernieuwen. Wat is de veiligste keuze? A een bad B een douche C een bad met een badzitje
B Een douche is in vele gevallen het veiligst, maar niet altijd haalbaar. Bij iedere oudere wordt gekeken wat de beste oplossing is.
2. Wat doe je met het telefoonsnoer dat over de vloer ligt? A ik verplaats de telefoon zodat het snoer niet meer in de weg ligt B ik leg een tapijt over het snoer C ik kleef het snoer vast
A Probeer je woning veilig in te richten A Probeer je woning veilig in te richten. Zorg ervoor dat er geen snoeren los over de grond liggen.
3. Met welke schoen is je kans om te vallen het grootst? A sportschoen B een pantoffel (achteraan open) C een stevige schoen met veters
B Je draagt best gesloten schoeisel met een brede lage hak.
4. Welke stelling is fout? A kalmeer- of slaapmiddelen maken je duizelig B kruidenmedicijnen maken je niet duizelig C medicijnen moet je op het juiste tijdstip innemen
B Medicijnen kunnen je slaperig maken B Medicijnen kunnen je slaperig maken. Ook kruiden kunnen deze bijwerking hebben. Vraag advies aan je arts.
A ik vraag iemand om het pad te strooien voor ik naar buiten ga 5. Het heeft gevroren en het pad is glad. Wat doe je? A ik vraag iemand om het pad te strooien voor ik naar buiten ga B ik stap heel voorzichtig op het pad C ik ga gewoon naar buiten
A Vraag aan je buur, familie of vrienden om zout op het pad te strooien.
A een beweegcursus die het evenwicht verbetert B een hondenras 6. Wat is tai chi? A een beweegcursus die het evenwicht verbetert B een hondenras C een levenselixir
A Tai Chi is een sport die bestaat uit vloeiende, langzame bewegingen.
7. Welke stelling is juist? A om de drie jaar naar de oogarts gaan is voldoende B ik ken de weg in mijn eigen huis, dus hoef ik niet altijd mijn licht aan te doen. C het is noodzakelijk om regelmatig naar de oogarts te gaan
C Goed zien is belangrijk om niet te vallen C Goed zien is belangrijk om niet te vallen. Een regelmatige oogcontrole wordt aangeraden.
8. Wanneer stijgt het risico op vallen? A vanaf twee medicijnen B vanaf vier medicijnen C vanaf zes medicijnen
B Vanaf 4 medicijnen kan het risico op een val toenemen B Vanaf 4 medicijnen kan het risico op een val toenemen. Bespreek dit met je arts.
9. Hoeveel minuten per dag zou je moeten bewegen om gezond te blijven? A 60 minuten B 15 minuten C 30 minuten
C 30 minuten licht tot matig bewegen per dag is ideaal voor de gezondheid.
DEEL 3 VEILIG IN DE TUIN
1. Hoe kan je meer bewegen elke dag? Geef vier voorbeelden.
2. Wat kan een val uitlokken in de tuin? Geef vier voorbeelden.
3. Welke hulpmiddelen kunnen helpen om je veiligheid te vergroten? Geef drie voorbeelden.
4. Hoe maak je de trap veiliger? Geef twee voorbeelden
5. Waar vallen senioren het meest? Geef vier voorbeelden
DEEL 3 ANTWOORDEN
1. Hoe kan je meer bewegen elke dag? Geef vier voorbeelden.
Neem de trap Ga fietsen, wandelen, zwemmen Parkeer de auto iets verder Speel met de kleinkinderen Neem een hond Ga met de fiets of te voet voor korte afstanden
2. Wat kan een val uitlokken in de tuin? Geef vier voorbeelden.
Bladeren en mos op het tuinpad Drempels en opstapjes Losliggende tegels Rondslingerend tuingereedschap
3. Welke hulpmiddelen kunnen helpen om je veiligheid te vergroten? Geef drie voorbeelden.
Draadloze telefoon of GSM Verlichting Handgrepen Antislipmatjes
4. Hoe maak je de trap veiliger? Geef twee voorbeelden
Het kleven van antislip op treden Een fluostrip op de 1ste en laatste trede Geen voorwerpen op de trap leggen Geen matje onderaan de trap
5. Waar vallen senioren het meest? Geef vier voorbeelden
Op de trappen In de slaapkamer In de badkamer In de living In het toilet In de keuken
DEEL 4 VEILIG IN HUIS
1. Hoe maak ik mijn huis veiliger? Het tuinpad.
2. Hoe maak ik mijn huis veiliger? De keuken.
3. Hoe maak ik mijn huis veiliger? De woonkamer.
4. Hoe maak ik mijn huis veiliger? De trap.
5. Hoe maak ik mijn huis veiliger? De slaapkamer.
6. Hoe maak ik mijn huis veiliger? Het toilet.
7. Hoe maak ik mijn huis veiliger? De badkamer.
DEEL 4 ANTWOORDEN
1. Hoe maak ik mijn huis veiliger? Het tuinpad.
Drempel aan inkom max. 2 cm Drempel hoger dan 2 cm, hellend vlak plaatsen Mos, overgroeiend gras, sneeuw en afval verwijderen Goed bereikbare brievenbus Goed verlicht pad
2. Hoe maak ik mijn huis veiliger? De keuken.
Onderhoudsvriendelijke en slipvrije vloer Voldoende hoog geplaatste kookplaat en spoelbak Oven op reikhoogte Frequent gebruikt keukenmateriaal op reikhoogte
3. Hoe maak ik mijn huis veiliger? De woonkamer.
Voldoende “beweeg”ruimte Vermijd meubilair op wieltjes Geen losse snoeren over de vloer Vermijd gladde vloerbekleding Geen losliggend tapijt ofwel anti-slip aanbrengen
4. Hoe maak ik mijn huis veiliger? De trap.
Goede trapverlichting Vermijd traplopers Trapleuning aan beide zijden Geen materiaal laten liggen op de trap (was, schoenen … )
5. Hoe maak ik mijn huis veiliger? De slaapkamer.
Goede verlichting, bediening vanuit bed Voldoende “beweeg”ruimte Draagbaar toestel of GSM naast bed Vermijd tapijten of voorzie anti-slip Voldoende hoogte om gemakkelijk te gaan zitten en recht te staan
6. Hoe maak ik mijn huis veiliger? Het toilet.
Verhoogd toilet Handgreep Stoel of kruk naast toilet als extra opduwvlak Voldoende hoge wastafel
7. Hoe maak ik mijn huis veiliger? De badkamer.
Anti-slipmatten in douche en bad Handgreep of badgreep Vermijd ligbad met hoge rand Voldoende hoge wastafel en aangepaste spiegelhoogte
DEEL 5 HULPMIDDELEN
1. Welk hulpmiddel kan je gebruiken om een douche te nemen?
2. Welk hulpmiddel kan je gebruiken om een bad te nemen?
3. Welk hulpmiddel kan je gebruiken aan de wastafel?
4. Welk hulpmiddel kan je gebruiken aan het toilet?
DEEL 5 ANTWOORDEN
1. Welk hulpmiddel kan je gebruiken om een douche te nemen?
Handgreep Douchekruk Antislip mat
2. Welk hulpmiddel kan je gebruiken om een bad te nemen?
Badgreep Badopstap Badplank Badzit
3. Welk hulpmiddel kan je gebruiken aan de wastafel?
Stoel Kantelspiegel Voldoende ruimte
4. Welk hulpmiddel kan je gebruiken aan het toilet?
Toiletverhoger Toilet wandbeugel Toiletsteun Toiletzetting met armsteunen
DEEL 6 WOORDZOEKER
B E W G I N A D L T V S J P C H R
HOE STA IK RECHT NA EEN VAL? DEEL 7 HOE STA IK RECHT NA EEN VAL?
Rol op je buik door je hand over je buik in de andere richting te brengen Ga op handen en knieën zitten Zoek steun aan een stevig en stabiel meubel met je handen Zet één voet plat op de grond, plooi je knie en duw je op