VOORRANG: NIET ZO EENVOUDIG ALS JE DENKT! LET WEL! HOU ZELF JE SCORE BIJ (op 10 punten) !!!
Ken je de voorrangsregels: wie mag eerst? Denk aan het volgende: rij je op een voorrangsweg? hoe herken je een voorrangsweg? bij welk bord moet je voorrang verlenen? voorrang van rechts: als er geen verkeersbord staat bij speciaal bord “voorrang van rechts” Klik steeds op het voertuig dat voorrang moet krijgen!
1
De fietser slaat af. Dus moet hij voorrang geven aan de tractor die rechtdoor rijdt. JUIST !
De fietser slaat af. Dus moet hij voorrang geven aan de tractor die rechtdoor rijdt. FOUT !
2
De fietser slaat af. Dus moet hij voorrang geven aan de auto die rechtdoor rijdt. JUIST !
De fietser slaat af. Dus moet hij voorrang geven aan de auto die rechtdoor rijdt. FOUT !
3
De fietser slaat af, maar rijdt op een voorrangsweg De fietser slaat af, maar rijdt op een voorrangsweg. Dus heeft hij voorrang op de auto die rechtdoor rijdt. JUIST !
De fietser slaat af, maar rijdt op een voorrangsweg De fietser slaat af, maar rijdt op een voorrangsweg. Dus heeft hij voorrang op de auto die rechtdoor rijdt. FOUT !
4
De fietser rijdt rechtdoor De fietser rijdt rechtdoor. Dus heeft hij voorrang op de vrachtwagen die afslaat. JUIST !
De fietser rijdt rechtdoor De fietser rijdt rechtdoor. Dus heeft hij voorrang op de vrachtwagen die afslaat. FOUT !
5
De fietser slaat rechts af en heeft voorrang, want de vrachtwagen moet de weg (ander baanvak) over. JUIST !
De fietser slaat rechts af en heeft voorrang, want de vrachtwagen moet de weg (ander baanvak) over. FOUT !
6
De fietser heeft geen voorrang De fietser heeft geen voorrang. De auto heeft voorrang omdat hij van rechts komt. JUIST !
De fietser heeft geen voorrang De fietser heeft geen voorrang. De auto heeft voorrang omdat hij van rechts komt. FOUT !
7
Let wel, beiden bevinden zich niet op een voorrangsweg. De fietser slaat rechts af en heeft voorrang, want de vrachtwagen moet de weg (ander baanvak) over. JUIST ! Let wel, beiden bevinden zich niet op een voorrangsweg.
Let wel, beiden bevinden zich niet op een voorrangsweg. De fietser slaat rechts af en heeft voorrang, want de vrachtwagen moet de weg (ander baanvak) over. FOUT ! Let wel, beiden bevinden zich niet op een voorrangsweg.
8
De fietser bovenaan komt van rechts De fietser bovenaan komt van rechts. Hier geldt dus de “voorrang van rechts”-regel. JUIST !
De fietser bovenaan komt van rechts De fietser bovenaan komt van rechts. Hier geldt dus de “voorrang van rechts”-regel. FOUT !
9
De fietser rijdt niet op een voorrangsweg en moet dus de vrachtwagen doorlaten die wel op een voorrangsweg rijdt. JUIST !
De fietser rijdt niet op een voorrangsweg en moet dus de vrachtwagen doorlaten die wel op een voorrangsweg rijdt. FOUT !
10
De fietser rijdt rechtdoor, maar komt aan een voorrangsweg De fietser rijdt rechtdoor, maar komt aan een voorrangsweg. De autobestuurder (op voorrangsweg) mag dus eerst afslaan. JUIST !
De fietser rijdt rechtdoor, maar komt aan een voorrangsweg De fietser rijdt rechtdoor, maar komt aan een voorrangsweg. De autobestuurder (op voorrangsweg) mag dus eerst afslaan. FOUT !
Score goed bijgehouden? hoe herken je een voorrangsweg? bij welk bord moet je voorrang verlenen? voorrang van rechts: weet je nu wanneer en hoe dit toegepast wordt?