Literaire ontwikkelingen in de 16de en 17de eeuw Hoofdzaken
Schrijver en publiek Middeleeuwen in opdracht van kerk of adel, vaak schrijver anoniem.. 16de en 17de eeuw volkstaal, met schrijver. Opdracht vanuit stadsbestuur of particulier. Schrijvers verzameld in rederijkerskamers. ?
Petrarca Italiaanse dichter, schreef liefdesgedichten in sonnet-vorm. Navolging van Petrarca petrarkisme. Onvervulde liefde in de ik-vorm Liefde stereotiep: blonde haren, rode lippen (bij Petrarca: Laura) Vaste symbolen Veel paradoxen (liefde is mooi, maar doet pijn) Literair spel
Sonnet
Emblematiek Motto (opschrift) Pictura (afbeelding) Subscriptio (uitleg) Doel: literair spel en wijze les.
Didactiek Spannende, ontroerende verhalen waarin morele lessen en algemene waarheden liggen opgesloten. Jacob Cats Doel: opvoeden van het volk!
Liederen Bloeiende zangcultuur (toegankelijkheid) Veel boeken met liederen rondom petrarkistiche liefde Bedoeld voor de jeugd Via muziek: sociaal sterker worden en erotische spanningen kanaliseren. BREDERO! Indeling liedboek: Boertig (komisch) Amoreus (liefde) Aandachtig (religieus)
Toneel Ontwikkeling: via rederijkerskamers naar de Nederduytsche Academie (Coster), naar uiteindelijk de Amsterdamse Schouwburg . Van duidelijke directe lessen, naar spiegelend toneel (het publiek wordt een spiegel voorgehouden). Ernstig toneel : Vijf bedrijven Hooggeplaatst persoon Verheven taalgebruik Onderwerp ontleend aan Oudheid Eenheid van tijd, plaats en handeling. Ondergang van de hoofdpersoon Komisch toneel (naar voorbeeld van Cicero): Vijf bedrijven Herkenbare types, deugden en ondeugden Moraliserend en didactisch Dagelijks leven Twee soorten: retorisch-didactisch (morele les wordt vooral talig overgebracht) en Aristotelisch (hoofdpersoon met innerlijk conflict en maakt verkeerde keuze: morele les komt terug in handelingen.)