Traditional and recent measures of fear of crime in relation to different covariates and social desirability Drs. Wim Hardyns Prof. dr. Lieven Pauwels.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Jongeren over politiek
Advertisements

KWALITEITSZORG november 2012
De arbeidszorgmedewerker in Vlaanderen in beeld - enkele cijfers Globaal beeld van 'de arbeidszorgmedewerker' 2012 (algemene cijfers, profiel, context)
Kenniscentrum Onderwijs en Opvoeding van de Hogeschool van Amsterdam
‘SMS’ Studeren met Succes deel 1
Paulus' eerste brief aan Korinthe (20) 23 januari 2013 Bodegraven.
28 juni 2009 Paëllanamiddag 1 Paëllanamiddag 28 juni 2009 Voorbereiding vrijdagavond (Loopt automatisch - 7 seconden)
Werkwoorden d t dt.
NEDERLANDS WOORD BEELD IN & IN Klik met de muis
ZIEHIER 36 REDENEN WAAROM BIER
1 Resultaten marktonderzoek RPM Zeist, 16 januari 2002 Door: Olga van Veenendaal, medew. Rothkrans Projectmanagement.
November 2013 Opinieonderzoek Vlaanderen – oktober 2013 Opiniepeiling Vlaanderen uitgevoerd op het iVOXpanel.
Geestelijke Gezondheid in Vlaanderen
Uitgaven aan zorg per financieringsbron / /Hoofdstuk 2 Zorg in perspectief /pagina 1.
1 - RA patiënten – Februari 2009 REUMATOÏDE ARTRITIS KENNIS – OPVOLGING – PERSOONLIJKE EVALUATIE Patiëntenonderzoek Initiatief van met de steun van nv.
December 2007 Dimarso N.V., opererend onder de commerciële naam TNS Dimarso en hierna TNS Dimarso genoemd, beschikt exclusief over het auteursrecht van.
Sociale relaties op school en geestelijke gezondheid
Global e-Society Complex België - Regio Vlaanderen e-Regio Provincie Limburg Stad Hasselt Percelen.
7 april 2013 Zoetermeer 1. 1Korinthe Maar, zal iemand zeggen, hoe worden de doden opgewekt? En met wat voor lichaam komen zij? 2.
 Deel 1: Introductie / presentatie  DVD  Presentatie enquête  Ervaringen gemeente  Pauze  Deel 2 Discussie in kleinere groepen  Discussies in lokalen.
Burgerschap in de openbare ruimte: resultaten TNS/NIPO onderzoek november 2011.
STAPPENPLAN GRAMMATICUS.
Ronde (Sport & Spel) Quiz Night !
Een Concert van het Nederlands Philharmonisch Orkest LES 4 1.
Een optimale benutting van vierkante meters Breda, 6 juni 2007.
Kb.1 Ik leer op een goede manier optellen en aftrekken
Nooit meer onnodig groen? Luuk Misdom, IT&T
BZ voor de Klas 3 juni 2010.
FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU 1 Kwaliteit en Patiëntveiligheid in de Belgische ziekenhuizen anno 2008 Rapportage over.
Elke 7 seconden een nieuw getal
1 introductie 3'46” …………… normaal hart hond 1'41” ……..
Oefeningen F-toetsen ANOVA.
Wat levert de tweede pensioenpijler op voor het personeelslid? 1 Enkele simulaties op basis van de weddeschaal B1-B3.
In dit vakje zie je hoeveel je moet betalen. Uit de volgende drie vakjes kan je dan kiezen. Er is er telkens maar eentje juist. Ken je het juiste antwoord,
13 maart 2014 Bodegraven 1. 1Korinthe Want gelijk het lichaam één is en vele leden heeft, en al de leden van het lichaam, hoe vele ook, een lichaam.
Seminarie 1: Pythagoreïsche drietallen
Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap Afdeling HRM BUE Middenkader 2005 Een eerste verkenning van de resultaten.
2009 Tevredenheidsenquête Resultaten Opleidingsinstellingen.
Ben Bruidegom 1 Sequentiële schakelingen Toestand uitgang bepaald door:  ingangen;  vorige toestand uitgang.
Inger Plaisier Marjolein Broese van Groenou Saskia Keuzenkamp
Een bakje kwark kost € 1,27. Hoeveel kosten vijf bakjes? 5 x € 1,27 = 5 x € 1,00 = € 5,00 5 x € 0,20 = € 1,00 5 x € 0,07 = € 0, € 6,35 Een.
Obesitas & Schouderdystocie
Help! ‘Niet vorderende ontsluiting’
SAMENWERKING WO EN HBO BIJ AANSLUITINGSONDERZOEK V0-HO Rob Andeweg DAIR 7 en 8 november 2007.
EFS Seminar Discriminatie van pensioen- en beleggingsfondsen
Hoe gaat dit spel te werk?! Klik op het antwoord dat juist is. Klik op de pijl om door te gaan!
Eerst even wat uitleg. Klik op het juiste antwoord als je het weet.
Enquête.
ECHT ONGELOOFLIJK. Lees alle getallen. langzaam en rij voor rij
FHI branches Trendonderzoek & Recessie-enquête.
Hartelijk welkom bij de Nederlandse Bridge Academie Hoofdstuk 7 De 2 ♦ /2 ♥ /2 ♠ en de 2 ♣ -opening 1Contract 2, hst 7.
STIMULANS KWALITEITSZORG juni 2014.
De financiële functie: Integrale bedrijfsanalyse©
In opdracht van NOC*NSF
De vierkantjes ! Dit is een puzzel om uw hersens eens goed te laten werken. De vraag is bij elk figuur hoeveel vierkanten u ziet.
Waar gaat het nou toch om?!
Toets 1 Examen Reinder Reen.
1 Zie ook identiteit.pdf willen denkenvoelen 5 Zie ook identiteit.pdf.
12 sept 2013 Bodegraven 1. 2  vooraf lezen: 1Kor.7:12 t/m 24  indeling 1Korinthe 7  1 t/m 9: over het huwelijk  10 t/m 16: over echtscheiding  16.
13 november 2014 Bodegraven 1. 2 de vorige keer: 1Kor.15:29-34 indien er geen doden opgewekt worden...  vs 29: waarom dopen?  vs.30-32: waarom doodsgevaren.
1 Week /03/ is gestart in mineur De voorspellingen van alle groten der aarden dat de beurzen zouden stijgen is omgekeerd uitgedraaid.
Openbaar je talent Service public, talent particulier.
ONTSPAN , LUISTER EN LEES
Om het maar niet te vergeten… Om het maar niet te vergeten… We will not forget We will not forget
23 mei 2013 Bodegraven vanaf hoofdstuk 6: hoofdst.1: de wijsheid van de wereld hoofdst.2: de wijsheid van God hoofdst.3: Gods akker en Gods bouwwerk.
WAT IS MANTELZORG?.
Transcript van de presentatie:

Traditional and recent measures of fear of crime in relation to different covariates and social desirability Drs. Wim Hardyns Prof. dr. Lieven Pauwels Onderzoeksgroep Sociale Veiligheidsanalyse (Universiteit Gent) NVK Congres 2009 – 18/19 juni 2009

 Inleiding en probleemstelling  Meting van ‘angst voor criminaliteit’ (emotionele component)  Meetproblemen in ‘fear of crime’ onderzoek  Hypotheses  Methodologie en data  Resultaten  Conclusie en bedenkingen

Inleiding en probleemstelling  Grootschalige surveys zeer populair  Vbn:  British Crime Survey  (U.S.) National Crime Survey  Lyndon Johnson’s 1967 Crime Surveys (‘fear of crime’!!)  Pas in 1997: eerste Belgische Veiligheidsmonitor  Peiling naar:  Algemeen onveiligheidsgevoel  Mijdgedrag  Risico-inschatting (om slachtoffer te worden)

Inleiding en probleemstelling  Ondanks enorme hoeveelheid studies binnen deze onderzoekstraditie, eerder pessimistische terugblik:  Zwak theoretisch en conceptueel raamwerk  Conservatieve methodologie  Zwakke meting adhv ‘single-item questions’  Vb: “How safe do you, or would you, feel walking alone in this area after dark?”  Introductie van schaaltechnieken  nieuwe meetproblemen (mbt vraagstelling en antwoordstijl)

Voorbeelden traditionele ‘angst voor criminaliteit’-vragen Veiligheidsmonitor  Single-item question: “Gebeurt het dat u zich onveilig voelt?”  Schaal ‘mijdgedrag’: “Gebeurt het dat u … - bepaalde plekken in uw gemeente mijdt omdat u het niet veilig vindt?” - vermijdt om open te doen voor onbekenden omdat u het niet veilig vindt?” - bij duisternis vermijdt om weg te gaan van huis?” (altijd/vaak/soms/zelden/nooit)

Meting van ‘fear of crime’ (emotionele affectieve component)  Conceptuele verwarring veroorzaakt meetproblemen  Angst voor criminaliteit ≠ onveiligheidsgevoel  Cognitieve ≠ gedragsmatige ≠ emotionele component  “An emotional response of dread or anxiety to crime or symbols that a person associates with crime” (Ferraro, 1995)  Emotionele component van ‘angst voor criminaliteit’ wordt zelden of ontoereikend bestudeerd  Kennis over verspreiding, frequentie en intensiteit van ‘angst voor criminaliteit’ afwezig in traditionele vragen   Overschatting van de ‘angst voor criminaliteit’

Meting van ‘fear of crime’ (emotionele affectieve component)  “Are we really prepared to unquestioningly accept that almost a third to two-thirds of the westernized, civilized society are ‘fearful’ of crime ‘some’ or ‘a lot’ of the time?” (Farrall, 2004)  Ontwikkeling van alternatieve vraagstructuur:  Q1: Heb je je in het voorbije jaar ooit ‘angstig’ gevoeld over de mogelijkheid dat je slachtoffer zou worden van criminaliteit? (ja, neen, kan het niet herinneren)  Q2: Indien ja, hoeveel keer heb je je zo gevoeld in het voorbije jaar? (absoluut aantal)  Q3: Indien ja, hoe angstig voelde je je de laatste keer? (niet erg, beetje, tamelijk, zeer, kan het niet herinneren)

Meetproblemen in ‘fear of crime’ onderzoek “Survey measurement error refers to error in survey responses arising from the method of data collection, the respondent or the questionnaire (or other instrument)” (Billiet, 1997). 1. Questionnaire: traditionele vraagstelling (mijdgedrag schaal) vergelijken met alternatieve vraagstructuur (‘angstfrequentie’ en ‘angstintensiteit’). Verschillen nagaan inzake proporties en correlaties met belangrijke covariaten. 2. Respondent: sociaal wenselijk antwoordgedrag zou kunnen leiden tot onderraportering van ‘angst voor criminaliteit’. Deze tendens kan nagegaan worden aan de hand van sociale wenselijkheidsschalen.

Hypotheses 1. Verschillende metingen van ‘angst voor criminaliteit’ leiden tot verschillende conclusies in termen van frequentie en intensiteit. 2. Verschillende metingen van ‘angst voor criminaliteit’ hebben een impact op de relatie tussen ‘angst voor criminaliteit’ en enkele belangrijke covariaten (gemeenschapsperceptie, overlastperceptie en voorgaand slachtofferschap). 3. Sociale wenselijkheid verstoort de relatie tussen verschillende metingen van ‘angst voor criminaliteit’ en gemeenschapsperceptie/overlastperceptie/voorgaand slachtofferschap. 4. Sociale wenselijkheid heeft een effect op gender verschillen inzake ‘angst voor criminaliteit’.

Methode: Key Informant Analysis  “Professional key informants are persons that have a great deal of knowledge on social situations in neighbourhoods and can provide additional and more accurate information then the average neighbourhood inhabitant in community surveys on social cohesion and disorder” (Pauwels and Hardyns, 2009).  Diverse professionele achtergrond (sociaal werk, lokale politie en private veiligheid, lokale winkels, horeca, lokaal beleid).  Afname: Oktober-November 2008 (face-to-face)  N = 750 (18 Belgische kustgemeenten)

Data  Mijdgedrag (alpha = 0.67)  Angstfrequentie (alpha = 0.64) hoeveel keer heb je je in het voorbije jaar angstig gevoeld over de mogelijkheid dat je slachtoffer zou kunnen worden van … (1)“criminaliteit in het algemeen”, (2)“autodiefstal”, (3)“woninginbraak”, (4)“opzettelijke slagen en verwondingen”  Angstintensiteit (alpha = 0.66) “hoe angstig voelde je je de laatste keer?”  EPQR-A lie-scale (alpha = 0.58) (1)”Ben je ooit hebzuchtig geweest door eerder jezelf te behelpen dan iets te delen?” (2)”Heb je ooit iemand beschuldigd van iets waarvan je zeker wist dat het jouw fout was?” (3)”Heb je ooit iets genomen (zelfs al was het maar een kleinigheid zoals bv. een balpen…) dat toebehoorde aan iemand anders?” (4)”Heb je ooit vals gespeeld tijdens een spel?” (5)”Heb je ooit iemand gebruikt om er voordeel uit te halen?”

Data  Gemeenschapsperceptie (alpha = 0.62) (1)”Ik voel me veilig in deze buurt” (2)”Contacten in deze buurt zijn over het algemeen goed” (3)”Ik geniet respect in deze buurt”  Overlastperceptie (alpha = 0.85) (1)”Jongeren hangen rond op straat” (2)”Een groepje jongeren valt iemand lastig op straat om geld of andere zaken te verkrijgen” (3)”Een paar mannen drinken alcohol (bier, …) op straat (bv. aan een bushalte of supermarkt in deze buurt)” (4)”Iemand verkoopt drugs (hasj, wiet, …) op straat” (5)”Iemand wordt op straat bedreigd met een wapen (mes of vuurwapen)” (6)”Een jongere begint te vechten omdat deze werd uitgedaagd door andere jongeren” (7)”Deze buurt heeft te kampen met wildplassers”  Voorgaand slachtofferschap Bent u in de afgelopen 12 maanden slachtoffer geworden van… (1)”woninginbraak”, (2)”poging tot woninginbraak”, (3)”diefstal uit auto”, (4)”fietsdiefstal”, (5)”fysiek geweld”, (6)”dreiging met geweld”

Hypothese 1 (verschillende metingen van ‘angst voor criminaliteit’ vergelijken) “ Gebeurt het dat u zich onveilig voelt? ” (single-item question Veiligheidsmonitor 2006) Mijdgedragschaal (Key Informant Survey 2008) MFTotaalMF Nooit of zelden 67.5% 13, % 12, % 26, % % % 419 Soms, vaak of altijd 32.5% 6, % 10, % 17, % % % % 20, % 22, % 43, % % % 749

Hypothese 1 (verschillende metingen van ‘angst voor criminaliteit’ vergelijken) Niet angstigLage graad van angstHoge graad van angstTotaal MF MF MF MF Nooit in het voorbije jaar % % % % % % Een keer % 5 1.3% % 5 1.5% % % % % % Twee keer % % % 2 0.6% 7 1.8% 9 1.3% % % % Drie keer % 7 1.8% % 5 1.5% 2 0.5% 7 1.0% % 9 2.3% % Vier keer % 1 0.3% 1 0.1% 1 0.3% 6 1.6% 7 1.0% 1 0.3% 7 1.8% 8 1.1% Vijf en meer keer % % % % % % % % % Totaal % % % % % % % % % % % %

Hypothese 2 & 3 (correlaties tussen verschillende metingen van ‘angst voor criminaliteit’ en belangrijke covariaten + controle voor sociale wenselijkheid) AngstfrequentieAngstintensiteitMijdgedrag Gemeenschapsperceptie -.24*** Partial correlation: -.23*** -.30*** Partial correlation: -.28*** -.38*** Partial correlation: -.37*** Overlastperceptie.22*** Partial correlation:.21***.27*** Partial correlation:.27***.30*** Partial correlation:.30*** Voorgaand slachtofferschap.36*** Partial correlation:.36***.44*** Partial correlation:.44***.20*** Partial correlation:.19***

Hypothese 4 (sociale wenselijkheid en verschillen naar geslacht inzake ‘angst voor criminaliteit’) Geslacht MannenVrouwen Mijdgedrag F=34.64*** 3.69 (1.26) 4.38 (1.85) Angstfrequentie (n.s.) 2.76 (4.45) 2.80 (4.20) Angstintensiteit (n.s.) 1.81 (2.96) 1.97 (2.85) EPQR-A lie-scale F=22.65*** 3.23 (1.40) 3.69 (1.25)

Hypothese 4 (sociale wenselijkheid en verschillen naar geslacht inzake ‘angst voor criminaliteit’) Volledige steekproefVrouwenMannen Mijdgedrag *0.15** Angstfrequentie *-0.01 Angstintensiteit **-0.02 MijdgedragAngstfrequentieAngstintensiteit Lie-scale ↓↓ low score Geslacht (0=man) (1=vrouw) 0.30*** Lie-scale Moderate score 0.21** Lie-scale ↑↑ High score Correlatie tussen EPQR-A lie-scale en ‘angst voor criminaliteit’

Conclusie en bedenkingen  Metingen van ‘angst voor criminaliteit’ o.b.v. frequentie en intensiteit  lager percentage angstigen t.o.v. traditionele metingen  Man-vrouw verschillen minder uitgesproken bij metingen van frequentie en intensiteit  Soort meting van ‘angst voor criminaliteit’ beïnvloedt sterkte van de correlaties met belangrijke covariaten (vooral ‘voorgaand slachtofferschap’)  Sociale wenselijkheid: geen effect op de relatie tussen ‘angst voor criminaliteit’ en belangrijke covariaten  Sociale wenselijkheid: effect op de relatie tussen geslacht en ‘angst voor criminaliteit’ (vrouwen met sociaal wenselijk antwoordgedrag  lagere graad van ‘angst voor criminaliteit’)