Wanneer we de poten van dieren gaan vergelijken vallen ons een aantal zaken op. In de volgende pagina’s kijken we eens goed naar de botten in de voet en het onderbeen. We gaan kijken naar de struisvogel:
Dijbeen Scheenbeen Voetwortelbeentjes Scheenbeen Teenkootjes en middenvoetsbeentjes Bekijk de rode lijnen goed: Dijbeen
Uit de afbeelding kunnen we de conclusie trekken dat de mens op zijn voetzolen loopt: -Teenkootjes -Middenvoetsbeentjes -Voetwortelbeentjes (inclusief hielbeen) Bij de struisvogel kunnen we concluderen dat hij loopt op: - De teenkootjes
ZoolgangerTeenganger Topganger (hoefganger) In de volgende pagina’s leggen we het verschil uit tussen deze vier termen:
Dijbeen Scheenbeen Voetwortelbeentjes Middenvoetsbeentjes Zoolgangers lopen op hun complete voetzool. Voordeel is dat je op een zachte ondergrond zoals zand of modder niet snel kunt wegzakken. Nadeel is dat zoolgangers minder snelheid kunnen ontwikkelen.
Mens IJsbeer Konijn
Dijbeen Scheenbeen Voetwortelbeentjes Middenvoetsbeentjes Teengangers lopen op hun teenkootjes Voordeel is dat een dier met deze bouw sneller kan sprinten, bijvoorbeeld om te jagen Nadeel is dat teengangers maar korte tijd een hoge snelheid kunnen ontwikkelen en op een drassige bodem iets makkelijker wegzakken
Hond Leeuw Kat
Dijbeen Scheenbeen Voetwortelbeentjes Middenvoetsbeentjes Topgangers lopen op hun voorste teenkootjes Voordeel is dat de benen zo lang mogelijk worden en het dier goed kan wegsprinten met grote passen (zijn vaak prooidieren) of kan daarmee op plaatsen komen waar je met korte poten niet komt Nadeel is dat topgangers op een drassige bodem makkelijker weg zakken Bij de meeste topgangers eindigen de tenen in een hoef, waarmee de dieren zich goed kunnen afzetten tegen een harde ondergrond. Dit noemen we hoefgangers.
Ezel Giraffe Hert