LEGENDA = dit symbool geeft aan dat er bij de betreffende regel(s) of vers/verzen een inhoudelijke of grammaticale vraag in het boek gesteld is. = dit.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Afscheid groep 8 Kindernevendienst en Bevestiging ambtsdragers 15 juni 2014 Thema:
Advertisements

Zending vandaag Wat gaan we bespreken? Wat is zending?
Studiedag “Screening versus roeping?” MCNL – Amersfoort
Zingen Vers 1 O onze Vader, trouwe Heer, zie uit uw hemel op ons neer;
Hoe is dat ... ouder worden ?.
Het is precies 19:06.
Zingen Vers 1 HEER, U doorgrondt mij van omhoog,
Eerbied voor een keuze De hel bestaat niet … ?. Genesis 1:28 / 31   En God zegende hen en God zei tegen hen: Wees vruchtbaar, word talrijk, vervul de.
Thema voor vanavond is:
VREDE.
Hoe is dat ... ouder worden ?.
Zingen Vers 1 Ja, God is goed voor Israël,
Ik zal mijn gemeente bouwen Zendingsdienst
Genezing in de schaduw? Handelingen 5:15
Preek. Het kruis van Christus als baken wijst je de weg naar het leven.
Wat een waarheid schuilen er in deze woorden
Welkom Zondag 3 mei 2015 Voorganger: Ds. J.A. Berkheij Ouderling van dienst: Anita Dahmen Orgel: Herman Kamp Lezingen: I Johannes 2: 28-3: 10 Efeziërs.
Beelden van de kerk.
Welkom Zondag 30 augustus 2015
In deze dienst zal Ds. Verbree Voorgaan
3e Advenszondag 13 december 2015
Thema 4.
JAARTEKST 2016 Filippenzen 4:5b-7 GELOOF. Filippenzen 4:5b-7 De Heere is nabij. Wees in geen ding bezorgd, maar laat uw verlangens in alles, door bidden.
Wie worden met kracht weggenomen bij de bazuin van God? 1 Thessalonicenzen 4:13-18.
DoeMeeDienst GemeenteGroeiGroep 28 februari 2016 Thema: Als kinderen andere wegen gaan…. Welkom!
Genesis 1:1-6:8 (5) WELKOM. Psalm 119: 1  Welzalig wie de rechte wegen gaan, wie in de regels van Gods wijsheid treden.  Zalig wie zijn getuigenis verstaan,
1 Mozes Zondag 7 augustus Binnen 5 minuten gaat het over…
27 oktober 2016 Rotterdam. (schijn)vrede 1e zegel grote verdrukking 42 maanden oprichting gruwel van verwoesting wegrukking lichaam van Christus staking.
Zegen. 1. Zegen van God  Plaats in de liturgie “Gaat heen in vrede” ‘Ite, missa est’ - missie.
Welkom en Afkondigingen > ♪139:1,2 ♪139:4,5 ✝ JONA 1 ♪654 : 1,2 ✡Verkondiging ♪531:1,3 ♪654:4,5 ✡ Viering H.A. ♬OPW:249 ♪474:1,2,3.
Genesis 22:1-19 (HSV) En het gebeurde na deze dingen dat God Abraham op de proef stelde. Hij zei tegen hem: Abraham! Hij zei: Zie, hier ben ik. Hij zei:
Weest niet verbaasd als u de wereld haat;
God is liefde. Geliefde broeders en zusters, als God ons zo heeft liefgehad, moeten ook wij elkaar liefhebben. Niemand heeft God ooit gezien. Maar als.
Voorganger: Ds. M.P. Vis, Sint Jansklooster Ouderling : Jenny Boersma Organist : Erik Hofstede Kind van de zondag: Jurre Beukema Schriftlezing : Zacharia.
Johannes 16:5-8 5 En nu ga Ik heen naar Hem Die Mij gezonden heeft, en niemand van u vraagt Mij: Waar gaat U heen? 6 Maar omdat Ik deze dingen tot u.
Waar kijk je naar uit? Handelingen 1:1-14.
Wanneer is mijn geloof goed genoeg?
Geloof in het bovennatuurlijke
Een heilig priesterschap
Voor de houtschijven staat een kruis met een zwart
Paaswake We komen in stilte de kerk binnen.
Welkom in deze dienst Voorganger: Ds E.J.N. Kronenburg
Les 16 Stortplaats Wat doe ik hier vandaag?
Blok III Jezus, Gods Zoon
Les 2 Naar boven kijken Wat doe ik hier vandaag?
Les 10 Respecteer je ouders
Toen men dit hoorde, voegde Hij er nog een gelijkenis aan toe, daar Hij dichtbij Jeruzalem was en men meende, dat het Rijk Gods onmiddellijk ging verschijnen. Hij.
Ik leer meer over de symbolen in het boek Openbaring.
Jezus komt terug! Jippie!... of toch niet?
Les 7 De Vader straft Wat doe ik hier vandaag?
Petrus op de Pinksterdag (1)
Psalm 139: 1-18 en 23,24 Heer, u weet alles van mij, u kent mij.
Licht voor natiën 14 mei 2017 Zoetermeer.
Blok III De wet In de lessen 14 t/m 20 ontdek je welke betekenis
Strijd tegen Porsenna De moed van Horatius Cocles.
Blok II God de Vader God bestaat uit drie personen.
Les 19 Alles helemaal nieuw
Les 13 De Zoon wint Wat doe ik hier vandaag?
Blok II Bidden In de lessen 7 t/m 13 ontdek je hoe jij verbinding kunt maken met God door te bidden.
Les 4 Twijfelen Wat doe ik hier vandaag?
WELKOM.
Les 18 Wat doe ik hier vandaag? Jij en vrienden
AMOR EST Amor est Amor est cupere: tecum essem! Amor est hesitare:
Les 17 De Geest spreekt Wat doe ik hier vandaag?
Psalm 139 (1) 22 juli 2018 Den Haag.
1 Samuël 22:1/2 David ging weer weg uit Gat en vond een veilig heenkomen in een grot in de buurt van Adullam. Toen zijn broers en zijn overige familieleden.
Psalm 46.
Hemelvaart Het stuk bestaat uit een cirkel van 5 flessen met in het midden een 6e fles. De middelste fles bevat een witte roos: de bloem van de liefde.
Gods beloften zijn niet los verkrijgbaar
Transcript van de presentatie:

LEGENDA = dit symbool geeft aan dat er bij de betreffende regel(s) of vers/verzen een inhoudelijke of grammaticale vraag in het boek gesteld is. = dit symbool geeft aan dat er in het boek een vraag over stijlfiguren gekoppeld is aan de betreffende regel(s) of vers/verzen. = dit symbool geeft aan dat er in het boek een vraag over het metrum gesteld wordt, gekoppeld aan het betreffende vers/verzen. * Let op: slechts de vragen die gekoppeld zijn aan specifieke regelnummers en verzen worden aangegeven in de PowerPoint. In het boek staan dikwijls meer vragen, bijvoorbeeld over de passage in zijn geheel, zonder verwijzing naar een specifieke regel of vers. ? S ? (–uu) VOLGENDE

Inhoud HOOFDSTUK 6 AENEAS EN DIDO 3. DE DOOD VAN DIDO (IV, 584-705) a. Dido ziet onverwachts Aeneas met zijn vloot vertrekken (IV, 584-606) b. Dido vervloekt Aeneas en zijn nageslacht (IV, 607-629) c. Dido wil sterven (IV, 630-647) d. Dido neemt afscheid (IV, 648-662) e. Dido stort zich in het zwaard (IV, 663-671) f. Anna vindt haar zuster (IV, 672-687) g. Dido sterft (IV, 688-705) VORIGE VOLGENDE

a. Dido ziet onverwachts Aeneas met zijn vloot vertrekken (IV, 584-606) Et iam prima novo spargebat lumine terras Regel 584-588 585 Tithoni croceum linquens Aurora cubile. Regina e speculis ut primam albescere lucem vidit et aequatis classem procedere velis, litoraque et vacuos sensit sine remige portus, terque quaterque manu pectus percussa decorum Regel 589-594 590 flaventisque abscissa comas ‘Pro Iuppiter! Ibit hic,’ ait ‘et nostris inluserit advena regnis? Non arma expedient totaque ex urbe sequentur, diripientque rates alii navalibus? Ite, ferte citi flammas, date tela, impellite remos! … zie volgende dia Regel 586-591: Bestudeer het schema van de zin.    Bijzin: ut regina vidit + A.c.I.        (ut) regina sensit + A.c.I.  Hoofdzin: vanaf terque   Persoonsvorm: ait + 2 participia   percussa                     abscissa VORIGE VOLGENDE

a. Dido ziet onverwachts Aeneas met zijn vloot vertrekken (IV, 584-606) … zie vorige dia 595 Quid loquor? Aut ubi sum? Quae mentem insania mutat? Regel 595-599 Infelix Dido, nunc te facta impia tangunt? Tum decuit, cum sceptra dabas. En dextra fidesque, quem secum patrios aiunt portare penatis, quem subiisse umeris confectum aetate parentem! … zie volgende dia VORIGE VOLGENDE

a. Dido ziet onverwachts Aeneas met zijn vloot vertrekken (IV, 584-606) … zie vorige dia 600 Non potui abreptum divellere corpus et undis Regel 600-603 spargere? Non socios, non ipsum absumere ferro Ascanium patriisque epulandum ponere mensis? Verum anceps pugnae fuerat fortuna. Fuisset: quem metui moritura? Faces in castra tulissem Regel 604-606 605 implessemque foros flammis natumque patremque cum genere exstinxem, memet super ipsa dedissem. VORIGE VOLGENDE

a. Dido ziet onverwachts Aeneas met zijn vloot vertrekken, 584-588 Et iam prima novo spargebat lumine terras 585 Tithoni croceum linquens Aurora cubile. Regina e speculis ut primam albescere lucem vidit et aequatis classem procedere velis, litoraque et vacuos sensit sine remige portus, ? (–uu) Regel 586-591: Bestudeer het schema van de zin.    Bijzin: ut regina vidit + A.c.I.        (ut) regina sensit + A.c.I.  Hoofdzin: vanaf terque   Persoonsvorm: ait + 2 participia   percussa                     abscissa S VORIGE LATIJN - NEDERLANDS VOLGENDE

a. Dido ziet onverwachts Aeneas met zijn vloot vertrekken, 589-594 terque quaterque manu pectus percussa decorum 590 flaventisque abscissa comas ‘Pro Iuppiter! Ibit hic,’ ait ‘et nostris inluserit advena regnis? Non arma expedient totaque ex urbe sequentur, diripientque rates alii navalibus? Ite, ferte citi flammas, date tela, impellite remos! ? Regel 586-591: Bestudeer het schema van de zin.    Bijzin: ut regina vidit + A.c.I.        (ut) regina sensit + A.c.I.  Hoofdzin: vanaf terque   Persoonsvorm: ait + 2 participia   percussa                     abscissa ? VORIGE LATIJN - NEDERLANDS VOLGENDE

a. Dido ziet onverwachts Aeneas met zijn vloot vertrekken, 595-599 595 Quid loquor? Aut ubi sum? Quae mentem insania mutat? Infelix Dido, nunc te facta impia tangunt? Tum decuit, cum sceptra dabas. En dextra fidesque, quem secum patrios aiunt portare penatis, quem subiisse umeris confectum aetate parentem! ? ? S VORIGE LATIJN - NEDERLANDS VOLGENDE

a. Dido ziet onverwachts Aeneas met zijn vloot vertrekken, 600-603 600 Non potui abreptum divellere corpus et undis spargere? Non socios, non ipsum absumere ferro Ascanium patriisque epulandum ponere mensis? Verum anceps pugnae fuerat fortuna. Fuisset: ? S VORIGE LATIJN - NEDERLANDS VOLGENDE

a. Dido ziet onverwachts Aeneas met zijn vloot vertrekken, 604-606 quem metui moritura? Faces in castra tulissem 605 implessemque foros flammis natumque patremque cum genere exstinxem, memet super ipsa dedissem. VORIGE LATIJN - NEDERLANDS VOLGENDE

b. Dido vervloekt Aeneas en zijn nageslacht (IV, 607-629) Sol, qui terrarum flammis opera omnia lustras, Regel 607-610 tuque harum interpres curarum et conscia Iuno, nocturnisque Hecate triviis ululata per urbes 610 et Dirae ultrices et di morientis Elissae, accipite haec, meritumque malis advertite numen Regel 611-614 et nostras audite preces. Si tangere portus infandum caput ac terris adnare necesse est, et sic fata Iovis poscunt, hic terminus haeret, 615 at bello audacis populi vexatus et armis, Regel 615-619 finibus extorris, complexu avulsus Iuli auxilium imploret videatque indigna suorum funera; nec, cum se sub leges pacis iniquae tradiderit, regno aut optata luce fruatur, … zie volgende dia VORIGE VOLGENDE

b. Dido vervloekt Aeneas en zijn nageslacht (IV, 607-629) … zie vorige dia 620 sed cadat ante diem mediaque inhumatus harena. Regel 620-624 Haec precor, hanc vocem extremam cum sanguine fundo. Tum vos, o Tyrii, stirpem et genus omne futurum exercete odiis, cinerique haec mittite nostro munera. Nullus amor populis nec foedera sunto. 625 Exoriare aliquis nostris ex ossibus ultor Regel 625-629 qui face Dardanios ferroque sequare colonos, nunc, olim, quocumque dabunt se tempore vires. Litora litoribus contraria, fluctibus undas imprecor, arma armis: pugnent ipsique nepotesque.’ VORIGE VOLGENDE

b. Dido vervloekt Aeneas en zijn nageslacht, 607-610 Sol, qui terrarum flammis opera omnia lustras, tuque harum interpres curarum et conscia Iuno, nocturnisque Hecate triviis ululata per urbes 610 et Dirae ultrices et di morientis Elissae, ? VORIGE LATIJN - NEDERLANDS VOLGENDE

b. Dido vervloekt Aeneas en zijn nageslacht, 611-614 611 accipite haec, meritumque malis advertite numen et nostras audite preces. Si tangere portus infandum caput ac terris adnare necesse est, et sic fata Iovis poscunt, hic terminus haeret, VORIGE LATIJN - NEDERLANDS VOLGENDE

b. Dido vervloekt Aeneas en zijn nageslacht, 615-619 615 at bello audacis populi vexatus et armis, finibus extorris, complexu avulsus Iuli auxilium imploret videatque indigna suorum funera; nec, cum se sub leges pacis iniquae tradiderit, regno aut optata luce fruatur, ? VORIGE LATIJN - NEDERLANDS VOLGENDE

b. Dido vervloekt Aeneas en zijn nageslacht, 620-624 620 sed cadat ante diem mediaque inhumatus harena. Haec precor, hanc vocem extremam cum sanguine fundo. Tum vos, o Tyrii, stirpem et genus omne futurum exercete odiis, cinerique haec mittite nostro munera. Nullus amor populis nec foedera sunto. ? ? VORIGE LATIJN - NEDERLANDS VOLGENDE

b. Dido vervloekt Aeneas en zijn nageslacht, 625-629 625 Exoriare aliquis nostris ex ossibus ultor qui face Dardanios ferroque sequare colonos, nunc, olim, quocumque dabunt se tempore vires. Litora litoribus contraria, fluctibus undas imprecor, arma armis: pugnent ipsique nepotesque.’ ? ? ? S ? (–uu) VORIGE LATIJN - NEDERLANDS VOLGENDE

c. Dido wil sterven (IV, 630-647) 630 Haec ait, et partis animum versabat in omnis, Regel 630-634 invisam quaerens quam primum abrumpere lucem. Tum breviter Barcen nutricem adfata Sychaei, namque suam patria antiqua cinis ater habebat: ‘Annam, cara mihi nutrix, huc siste sororem: 635 dic corpus properet fluviali spargere lympha, Regel 635-637 et pecudes secum et monstrata piacula ducat. Sic veniat, tuque ipsa pia tege tempora vitta. … zie volgende dia VORIGE VOLGENDE

c. Dido wil sterven (IV, 630-647) … zie vorige dia Sacra Iovi Stygio, quae rite incepta paravi, Regel 638-641 perficere est animus finemque imponere curis 640 Dardaniique rogum capitis permittere flammae.’ Sic ait. Illa gradum studio celebrabat anili. At trepida et coeptis immanibus effera Dido Regel 642-647 sanguineam volvens aciem, maculisque trementes interfusa genas et pallida morte futura, 645 interiora domus inrumpit limina et altos conscendit furibunda rogos ensemque recludit Dardanium, non hos quaesitum munus in usus. Regel 642-647: Bestudeer het schema van de lange zin vanaf At.  Dido (onderwerp)  Bepalingen: trepida et effera        volvens        interfusa        pallida    Persoonsvormen: inrumpit, conscendit (furibunda), recludit (ensem)             quaesitum part. bij munus, predicatief bij ensem VORIGE VOLGENDE

c. Dido wil sterven, 630-634 630 Haec ait, et partis animum versabat in omnis, invisam quaerens quam primum abrumpere lucem. Tum breviter Barcen nutricem adfata Sychaei, namque suam patria antiqua cinis ater habebat: ‘Annam, cara mihi nutrix, huc siste sororem: S ? VORIGE LATIJN - NEDERLANDS VOLGENDE

c. Dido wil sterven, 635-637 635 dic corpus properet fluviali spargere lympha, et pecudes secum et monstrata piacula ducat. Sic veniat, tuque ipsa pia tege tempora vitta. ? (–uu) VORIGE LATIJN - NEDERLANDS VOLGENDE

c. Dido wil sterven, 638-641 Sacra Iovi Stygio, quae rite incepta paravi, perficere est animus finemque imponere curis 640 Dardaniique rogum capitis permittere flammae.’ Sic ait. Illa gradum studio celebrabat anili. ? VORIGE LATIJN - NEDERLANDS VOLGENDE

c. Dido wil sterven, 642-647 At trepida et coeptis immanibus effera Dido sanguineam volvens aciem, maculisque trementes interfusa genas et pallida morte futura, 645 interiora domus inrumpit limina et altos conscendit furibunda rogos ensemque recludit Dardanium, non hos quaesitum munus in usus. Regel 642-647: Bestudeer het schema van de lange zin vanaf At.  Dido (onderwerp)  Bepalingen: trepida et effera        volvens        interfusa        pallida    Persoonsvormen: inrumpit, conscendit (furibunda), recludit (ensem)             quaesitum part. bij munus, predicatief bij ensem ? VORIGE LATIJN - NEDERLANDS VOLGENDE

d. Dido neemt afscheid (IV, 648-662) Hic, postquam Iliacas vestis notumque cubile Regel 648-650 conspexit, paulum lacrimis et mente morata 650 incubuitque toro dixitque novissima verba: ‘Dulces exuviae, dum fata deusque sinebat, Regel 651-654 accipite hanc animam meque his exsolvite curis. Vixi et, quem dederat cursum Fortuna, peregi, et nunc magna mei sub terras ibit imago. … zie volgende dia VORIGE VOLGENDE

d. Dido neemt afscheid (IV, 648-662) … zie vorige dia 655 Urbem praeclaram statui, mea moenia vidi, Regel 655-658 ulta virum poenas inimico a fratre recepi, felix, heu nimium felix, si litora tantum numquam Dardaniae tetigissent nostra carinae.’ Dixit, et os impressa toro ‘Moriemur inultae, Regel 659-662 660 sed moriamur,’ ait. ‘Sic, sic iuvat ire sub umbras. Hauriat hunc oculis ignem crudelis ab alto Dardanus, et nostrae secum ferat omina mortis.’ VORIGE VOLGENDE

d. Dido neemt afscheid, 648-650 Hic, postquam Iliacas vestis notumque cubile conspexit, paulum lacrimis et mente morata 650 incubuitque toro dixitque novissima verba: VORIGE LATIJN - NEDERLANDS VOLGENDE

d. Dido neemt afscheid, 651-654 651 ‘Dulces exuviae, dum fata deusque sinebat, accipite hanc animam meque his exsolvite curis. Vixi et, quem dederat cursum Fortuna, peregi, et nunc magna mei sub terras ibit imago. ? ? VORIGE LATIJN - NEDERLANDS VOLGENDE

d. Dido neemt afscheid, 655-658 655 Urbem praeclaram statui, mea moenia vidi, ulta virum poenas inimico a fratre recepi, felix, heu nimium felix, si litora tantum numquam Dardaniae tetigissent nostra carinae.’ S VORIGE LATIJN - NEDERLANDS VOLGENDE

d. Dido neemt afscheid, 659-662 Dixit, et os impressa toro ‘Moriemur inultae, 660 sed moriamur,’ ait. ‘Sic, sic iuvat ire sub umbras. Hauriat hunc oculis ignem crudelis ab alto Dardanus, et nostrae secum ferat omina mortis.’ ? VORIGE LATIJN - NEDERLANDS VOLGENDE

e. Dido stort zich in het zwaard (IV, 663-671) Dixerat, atque illam media inter talia ferro Regel 663-666 conlapsam aspiciunt comites, ensemque cruore 665 spumantem sparsasque manus. It clamor ad alta atria: concussam bacchatur Fama per urbem. Lamentis gemituque et femineo ululatu Regel 667-671 tecta fremunt, resonat magnis plangoribus aether, non aliter quam si immissis ruat hostibus omnis 670 Karthago aut antiqua Tyros, flammaeque furentes culmina perque hominum volvantur perque deorum. VORIGE VOLGENDE

e. Dido stort zich in het zwaard, 663-666 Dixerat, atque illam media inter talia ferro conlapsam aspiciunt comites, ensemque cruore 665 spumantem sparsasque manus. It clamor ad alta atria: concussam bacchatur Fama per urbem. VORIGE LATIJN - NEDERLANDS VOLGENDE

e. Dido stort zich in het zwaard, 667-671 Lamentis gemituque et femineo ululatu tecta fremunt, resonat magnis plangoribus aether, non aliter quam si immissis ruat hostibus omnis 670 Karthago aut antiqua Tyros, flammaeque furentes culmina perque hominum volvantur perque deorum. S ? S S VORIGE LATIJN - NEDERLANDS VOLGENDE

f. Anna vindt haar zuster (IV, 672-687) Audiit exanimis trepidoque exterrita cursu Regel 672-676 unguibus ora soror foedans et pectora pugnis per medios ruit, ac morientem nomine clamat: 675 ‘Hoc illud, germana, fuit? Me fraude petebas? Hoc rogus iste mihi, hoc ignes araeque parabant? Quid primum deserta querar? Comitemne sororem Regel 677-680 sprevisti moriens? Eadem me ad fata vocasses, idem ambas ferro dolor atque eadem hora tulisset. 680 His etiam struxi manibus patriosque vocavi … zie volgende dia Regel 672-674: Bestudeer het volgende schema van de regels.  Hoofdzin:  soror audiit et ruit, ac clamat        soror exanimis, exterrita         Participium: foedans ora/pectora VORIGE VOLGENDE

f. Anna vindt haar zuster (IV, 672-687) … zie vorige dia voce deos, sic te ut posita, crudelis, abessem? Regel 681-685 Exstinxti te meque, soror, populumque patresque Sidonios urbemque tuam. Date, vulnera lymphis abluam et, extremus si quis super halitus errat, 685 ore legam.’ Sic fata gradus evaserat altos, Regel 685-687 semianimemque sinu germanam amplexa fovebat cum gemitu atque atros siccabat veste cruores. VORIGE VOLGENDE

f. Anna vindt haar zuster, 672-676 Audiit exanimis trepidoque exterrita cursu unguibus ora soror foedans et pectora pugnis per medios ruit, ac morientem nomine clamat: 675 ‘Hoc illud, germana, fuit? Me fraude petebas? Hoc rogus iste mihi, hoc ignes araeque parabant? ? S ? S Regel 672-674: Bestudeer het volgende schema van de regels.  Hoofdzin:  soror audiit et ruit, ac clamat        soror exanimis, exterrita         Participium: foedans ora/pectora ? VORIGE LATIJN - NEDERLANDS VOLGENDE

f. Anna vindt haar zuster, 677-680 Quid primum deserta querar? Comitemne sororem sprevisti moriens? Eadem me ad fata vocasses, idem ambas ferro dolor atque eadem hora tulisset. 680 His etiam struxi manibus patriosque vocavi ? ? S VORIGE LATIJN - NEDERLANDS VOLGENDE

f. Anna vindt haar zuster, 681-685 voce deos, sic te ut posita, crudelis, abessem? Exstinxti te meque, soror, populumque patresque Sidonios urbemque tuam. Date, vulnera lymphis abluam et, extremus si quis super halitus errat, 685 ore legam.’ ? (–uu) ? S VORIGE LATIJN - NEDERLANDS VOLGENDE

f. Anna vindt haar zuster, 685-687 685 Sic fata gradus evaserat altos, semianimemque sinu germanam amplexa fovebat cum gemitu atque atros siccabat veste cruores. ? VORIGE LATIJN - NEDERLANDS VOLGENDE

g. Dido sterft (IV, 688-705) Illa gravis oculos conata attollere rursus Regel 688-692 deficit; infixum stridit sub pectore vulnus. 690 Ter sese attollens cubitoque adnixa levavit, ter revoluta toro est oculisque errantibus alto quaesivit caelo lucem ingemuitque reperta. Tum Iuno omnipotens longum miserata dolorem Regel 693-697 difficilisque obitus Irim demisit Olympo 695 quae luctantem animam nexosque resolveret artus. Nam quia nec fato merita nec morte peribat, sed misera ante diem subitoque accensa furore, … zie volgende dia Regel 693-695: Bestudeer het schema van de zin.  Hoofdzin  tum Iuno Irim demisit   Participium  (Iuno) miserata + 2 lijd. vw.: longum dolorem                        difficilis obitus   Betrekk. bijzin bij Irim:  quae t/m resolveret + 2 lijd. vw.                        luctantem animam                         nexos artus Regel 696-699: Bestudeer de structuur van de zin.    quia-bijzin t/m furore  Hoofdzin nam nondum t/m Orco    Persoonsvorm: abstulerat, damnaverat    Onderwerp: Proserpina VORIGE VOLGENDE

g. Dido sterft (IV, 688-705) … zie vorige dia nondum illi flavum Proserpina vertice crinem Regel 698-702 abstulerat Stygioque caput damnaverat Orco. 700 Ergo Iris croceis per caelum roscida pennis mille trahens varios adverso sole colores devolat et supra caput astitit. ‘Hunc ego Diti Regel 702-705 sacrum iussa fero teque isto corpore solvo’: sic ait et dextra crinem secat, omnis et una 705 dilapsus calor atque in ventos vita recessit. Regel 696-699: Bestudeer de structuur van de zin.    quia-bijzin t/m furore  Hoofdzin nam nondum t/m Orco    Persoonsvorm: abstulerat, damnaverat    Onderwerp: Proserpina VORIGE VOLGENDE

g. Dido sterft, 688-692 Illa gravis oculos conata attollere rursus deficit; infixum stridit sub pectore vulnus. 690 Ter sese attollens cubitoque adnixa levavit, ter revoluta toro est oculisque errantibus alto quaesivit caelo lucem ingemuitque reperta. ? ? (–uu) ? ? (–uu) VORIGE LATIJN - NEDERLANDS VOLGENDE

g. Dido sterft, 693-697 Tum Iuno omnipotens longum miserata dolorem difficilisque obitus Irim demisit Olympo 695 quae luctantem animam nexosque resolveret artus. Nam quia nec fato merita nec morte peribat, sed misera ante diem subitoque accensa furore, ? ? ? Regel 693-695: Bestudeer het schema van de zin.  Hoofdzin  tum Iuno Irim demisit   Participium  (Iuno) miserata + 2 lijd. vw.: longum dolorem                        difficilis obitus   Betrekk. bijzin bij Irim:  quae t/m resolveret + 2 lijd. vw.                        luctantem animam                         nexos artus Regel 696-699: Bestudeer de structuur van de zin.    quia-bijzin t/m furore  Hoofdzin nam nondum t/m Orco    Persoonsvorm: abstulerat, damnaverat    Onderwerp: Proserpina VORIGE LATIJN - NEDERLANDS VOLGENDE

g. Dido sterft, 698-702 nondum illi flavum Proserpina vertice crinem abstulerat Stygioque caput damnaverat Orco. 700 Ergo Iris croceis per caelum roscida pennis mille trahens varios adverso sole colores devolat et supra caput astitit. Regel 696-699: Bestudeer de structuur van de zin.    quia-bijzin t/m furore  Hoofdzin nam nondum t/m Orco    Persoonsvorm: abstulerat, damnaverat    Onderwerp: Proserpina VORIGE LATIJN - NEDERLANDS VOLGENDE

g. Dido sterft, 702-705 702 ‘Hunc ego Diti sacrum iussa fero teque isto corpore solvo’: sic ait et dextra crinem secat, omnis et una 705 dilapsus calor atque in ventos vita recessit. ? VORIGE LATIJN - NEDERLANDS VOLGENDE

a. Dido ziet onverwachts Aeneas met zijn vloot vertrekken, 584-588 Et iam prima novo spargebat lumine terras 585 Tithoni croceum linquens Aurora cubile. Regina e speculis ut primam albescere lucem vidit et aequatis classem procedere velis, litoraque et vacuos sensit sine remige portus, 584 En de eerste Dageraad bestrooide de landen al met nieuw licht, terwijl ze het saffraangele bed 585 van Tithonus verliet. Zodra de koningin vanuit haar uitkijkpost(en) het eerste licht zag gloren en de vloot gelijkmatig zeilend zag voortgaan, en merkte dat de kusten leeg waren en de havens leeg zonder roeiers waren, ? (–uu) S Regel 586-591: Bestudeer het schema van de zin.    Bijzin: ut regina vidit + A.c.I.        (ut) regina sensit + A.c.I.  Hoofdzin: vanaf terque   Persoonsvorm: ait + 2 participia   percussa                     abscissa LATIJN VOLGENDE VERTALING

a. Dido ziet onverwachts Aeneas met zijn vloot vertrekken, 589-594 terque quaterque manu pectus percussa decorum 590 flaventisque abscissa comas ‘Pro Iuppiter! Ibit hic,’ ait ‘et nostris inluserit advena regnis? Non arma expedient totaque ex urbe sequentur, diripientque rates alii navalibus? Ite, ferte citi flammas, date tela, impellite remos! zei ze, zich en driemaal en viermaal met haar hand op haar bekoorlijke borst slaand 590 en zich de blonde haren uitrukkend: ‘O Jupiter! Zal deze gaan en zal hij, een vreemdeling, ons rijk bespot hebben? Zullen sommigen geen wapens tevoorschijn halen en hen vanuit de hele stad (achter)volgen, en (zullen) anderen de schepen uit de werven wegslepen? Komt, brengt snel fakkels, geeft wapens, brengt de roeiriemen in beweging! ? ? Regel 586-591: Bestudeer het schema van de zin.    Bijzin: ut regina vidit + A.c.I.        (ut) regina sensit + A.c.I.  Hoofdzin: vanaf terque   Persoonsvorm: ait + 2 participia   percussa                     abscissa VORIGE VERTALING LATIJN VOLGENDE VERTALING

a. Dido ziet onverwachts Aeneas met zijn vloot vertrekken, 595-599 595 Quid loquor? Aut ubi sum? Quae mentem insania mutat? Infelix Dido, nunc te facta impia tangunt? Tum decuit, cum sceptra dabas. En dextra fidesque, quem secum patrios aiunt portare penatis, quem subiisse umeris confectum aetate parentem! 595 Wat zeg ik? Of waar ben ik? Welke waanzin verandert mijn geest? Ongelukkige Dido, treffen nú jou de goddeloze daden? Toen/op dat moment paste het (dat de goddeloze daden je troffen), toen je (hem) de heerschappij wilde geven. Kijk, de rechterhand en de trouw van hem, die/van wie ze zeggen dat hij de Penaten van zijn voorvaders met zich mee droeg, (van wie ze zeggen) dat hij zijn vader uitgeput door zijn leeftijd, op zijn schouders heeft genomen! ? ? S VORIGE VERTALING LATIJN VOLGENDE VERTALING

a. Dido ziet onverwachts Aeneas met zijn vloot vertrekken, 600-603 600 Non potui abreptum divellere corpus et undis spargere? Non socios, non ipsum absumere ferro Ascanium patriisque epulandum ponere mensis? Verum anceps pugnae fuerat fortuna. Fuisset: 600 Had ik zijn weggesleurde lichaam niet kunnen verscheuren en over de golven verstrooien? (Had ik) niet zijn metgezellen, niet Ascanius zelf met het zwaard (kunnen) doden en hem te eten aanbieden op de tafel van zijn vader? Maar de uitslag van de strijd was onzeker geweest. Laat dat zo geweest zijn: ? S VORIGE VERTALING LATIJN VOLGENDE VERTALING

a. Dido ziet onverwachts Aeneas met zijn vloot vertrekken, 604-606 quem metui moritura? Faces in castra tulissem 605 implessemque foros flammis natumque patremque cum genere exstinxem, memet super ipsa dedissem. wie had ik te vrezen, ik die op het punt stond te sterven? Dan had ik/zou ik fakkels naar zijn legerkamp hebben gebracht en 605 de gangboorden met vlammen hebben gevuld en de zoon en de vader met zijn geslacht hebben uitgeroeid, (en) had/zou ik zelf mij erbovenop hebben gegeven/ gegooid.’ VORIGE VERTALING LATIJN VOLGENDE VERTALING

b. Dido vervloekt Aeneas en zijn nageslacht, 607-610 Sol, qui terrarum flammis opera omnia lustras, tuque harum interpres curarum et conscia Iuno, nocturnisque Hecate triviis ululata per urbes 610 et Dirae ultrices et di morientis Elissae, 607 ‘Zon, (u) die met uw vlammen alle werken van/ op aarde verlicht, en u Juno, bemiddelaar en getuige van deze liefde, en Hecate huilend aangeroepen op de nachtelijke driesprongen in de steden 610 en wraakzuchtige Wraakgodinnen en (wraakzuchtige) goden van de stervende Elissa, ? VORIGE VERTALING LATIJN VOLGENDE VERTALING

b. Dido vervloekt Aeneas en zijn nageslacht, 611-614 611 accipite haec, meritumque malis advertite numen et nostras audite preces. Si tangere portus infandum caput ac terris adnare necesse est, et sic fata Iovis poscunt, hic terminus haeret, laat dit goed tot u doordringen, en richt uw goddelijke macht die zij verdienen op de slechterikken/die ik verdien op mijn ellende en hoort onze/mijn gebeden. Als het noodzakelijk is dat de afschuwelijke kerel havens bereikt en aan land aanspoelt, en de lotsbepalingen van Jupiter het zo eisen (en) dit einde vaststaat, VORIGE VERTALING LATIJN VOLGENDE VERTALING

b. Dido vervloekt Aeneas en zijn nageslacht, 615-619 615 at bello audacis populi vexatus et armis, finibus extorris, complexu avulsus Iuli auxilium imploret videatque indigna suorum funera; nec, cum se sub leges pacis iniquae tradiderit, regno aut optata luce fruatur, 615 moge hij dan, geteisterd door een oorlog met een moedig volk en door wapens, verdreven uit zijn gebied, weggerukt uit de omarming van Julus, om hulp smeken en onwaardige dood(sgevallen) van de zijnen zien; en moge hij niet, wanneer hij zich zal hebben overgeleverd onder/ aan de voorwaarden van een vijandige vrede, genieten van zijn heerschappij of (het door hem) gewenste leven, ? VORIGE VERTALING LATIJN VOLGENDE VERTALING

b. Dido vervloekt Aeneas en zijn nageslacht, 620-624 620 sed cadat ante diem mediaque inhumatus harena. Haec precor, hanc vocem extremam cum sanguine fundo. Tum vos, o Tyrii, stirpem et genus omne futurum exercete odiis, cinerique haec mittite nostro munera. Nullus amor populis nec foedera sunto. 620 maar moge hij sneuvelen vóór zijn dag en onbegraven midden op het strand (liggen). Dit/hierom smeek ik, deze laatste woorden giet ik uit samen met mijn bloed. Dan moeten jullie, Tyriërs, zijn familie en zijn hele toekomstige geslacht met haat(gevoelens) achtervolgen, en deze laatste eer aan onze/mijn as zenden/geven. Er moet geen enkele liefde en geen verdragen voor/ tussen de volkeren zijn. ? ? VORIGE VERTALING LATIJN VOLGENDE VERTALING

b. Dido vervloekt Aeneas en zijn nageslacht, 625-629 625 Exoriare aliquis nostris ex ossibus ultor qui face Dardanios ferroque sequare colonos, nunc, olim, quocumque dabunt se tempore vires. Litora litoribus contraria, fluctibus undas imprecor, arma armis: pugnent ipsique nepotesque.’ 625 Moge jij als een of andere wreker uit onze botten opstaan die met fakkel en ijzer/te vuur en te zwaard de Trojaanse kolonisten moet achtervolgen, nu, ooit, op welk moment ook maar de krachten/macht voorhanden zullen/ zal zijn. Dat kusten vijandig aan kusten zijn, golven (vijandig) aan golven (zijn) spreek ik als verwensing uit, wapens (vijandig) aan wapens: mogen en zijzelf en hun nakomelingen strijden.’ ? ? ? S ? (–uu) VORIGE VERTALING LATIJN VOLGENDE VERTALING

c. Dido wil sterven, 630-634 630 Haec ait, et partis animum versabat in omnis, invisam quaerens quam primum abrumpere lucem. Tum breviter Barcen nutricem adfata Sychaei, namque suam patria antiqua cinis ater habebat: ‘Annam, cara mihi nutrix, huc siste sororem: 630 Dit zei zij, en zij wendde haar geest naar alle kanten, zoekend zo snel mogelijk het gehate levenslicht af te snijden. Toen sprak zij kort tot Barce, de voedster van Sychaeus, want de donkere as in haar oude/vroegere vaderland had haar eigen voedster: ‘Aan mij dierbare voedster, breng mijn zuster Anna hierheen: S ? VORIGE VERTALING LATIJN VOLGENDE VERTALING

c. Dido wil sterven, 635-637 635 dic corpus properet fluviali spargere lympha, et pecudes secum et monstrata piacula ducat. Sic veniat, tuque ipsa pia tege tempora vitta. 635 zeg dat ze zich moet haasten haar lichaam met het water uit de rivier te besprenkelen en dat ze dieren en de voorgeschreven zoenoffers met zich meeneemt. Laat zij zó komen, en jij moet zelf je slapen bedekken met een heilige band. ? (–uu) VORIGE VERTALING LATIJN VOLGENDE VERTALING

c. Dido wil sterven, 638-641 Sacra Iovi Stygio, quae rite incepta paravi, perficere est animus finemque imponere curis 640 Dardaniique rogum capitis permittere flammae.’ Sic ait. Illa gradum studio celebrabat anili. Het is mijn bedoeling om voor de Stygische Jupiter de offerhandelingen, die ik, volgens voorschrift begonnen, heb voorbereid, te voltooien en een eind te maken aan mijn liefdesverdriet 640 en de brandstapel van de Trojaanse persoon/schepsel prijs te geven aan het vuur.’ Zo sprak zij. Zij (Barce) ging vlijtig op weg met de ijver van een oude vrouw. ? VORIGE VERTALING LATIJN VOLGENDE VERTALING

c. Dido wil sterven, 642-647 At trepida et coeptis immanibus effera Dido sanguineam volvens aciem, maculisque trementes interfusa genas et pallida morte futura, 645 interiora domus inrumpit limina et altos conscendit furibunda rogos ensemque recludit Dardanium, non hos quaesitum munus in usus. Maar Dido, onrustig en verwilderd door de afschuwelijke onderneming, draaiend/rollend haar met bloed doorlopen ogen, en haar trillende wangen bestrooid met/vol vlekken en bleek door de naderende dood, 645 stormt het meer naar binnen gelegen gedeelte van haar huis binnen (eventueel splitsen) en beklimt bezeten de hoge brandstapel en ontbloot het Trojaanse zwaard, een geschenk niet voor dit gebruik verworven. ? Regel 642-647: Bestudeer het schema van de lange zin vanaf At.  Dido (onderwerp)  Bepalingen: trepida et effera        volvens        interfusa        pallida    Persoonsvormen: inrumpit, conscendit (furibunda), recludit (ensem)             quaesitum part. bij munus, predicatief bij ensem VORIGE VERTALING LATIJN VOLGENDE VERTALING

d. Dido neemt afscheid, 648-650 Hic, postquam Iliacas vestis notumque cubile conspexit, paulum lacrimis et mente morata 650 incubuitque toro dixitque novissima verba: 648 Toen/hier, nadat zij de Trojaanse kleding en het bekende bed aanschouwd had, pauzeerde zij een korte tijd in tranen en in gedachten, 650 en liet zich vallen op het bed en zei haar laatste woorden: VORIGE VERTALING LATIJN VOLGENDE VERTALING

d. Dido neemt afscheid, 651-654 651 ‘Dulces exuviae, dum fata deusque sinebat, accipite hanc animam meque his exsolvite curis. Vixi et, quem dederat cursum Fortuna, peregi, et nunc magna mei sub terras ibit imago. ‘Aangename/zoete kleding die eens van hem was, (aangenaam) zolang het lot en de god het toestonden, neem dit leven aan en verlos mij van dit liefdesverdriet. Ik heb geleefd en de gang, die Fortuna mij gegeven had, heb ik voltooid, en nu zal de grote schim van mij onder de aarde gaan. ? ? VORIGE VERTALING LATIJN VOLGENDE VERTALING

d. Dido neemt afscheid, 655-658 655 Urbem praeclaram statui, mea moenia vidi, ulta virum poenas inimico a fratre recepi, felix, heu nimium felix, si litora tantum numquam Dardaniae tetigissent nostra carinae.’ 655 Ik heb een prachtige stad gebouwd, ik heb mijn muren gezien, ik heb, mijn man gewroken hebbend, van mijn vijandige broer genoegdoening gekregen, gelukkig, ach, al te gelukkig, als de Dardanische schepen maar nooit onze kusten hadden bereikt.’ S VORIGE VERTALING LATIJN VOLGENDE VERTALING

d. Dido neemt afscheid, 659-662 Dixit, et os impressa toro ‘Moriemur inultae, 660 sed moriamur,’ ait. ‘Sic, sic iuvat ire sub umbras. Hauriat hunc oculis ignem crudelis ab alto Dardanus, et nostrae secum ferat omina mortis.’ Ze heeft gesproken, en met haar gezicht op het bed gedrukt zei ze: ‘Wij zullen ongewroken sterven, 660 maar laten we sterven. Zo, zo behaagt het me/wil ik afdalen in de Onderwereld. Moge de wrede Trojaan dit vuur met zijn ogen vanaf de zee in zich opnemen en met zich het onheilsteken van onze dood meedragen.’ ? VORIGE VERTALING LATIJN VOLGENDE VERTALING

e. Dido stort zich in het zwaard, 663-666 Dixerat, atque illam media inter talia ferro conlapsam aspiciunt comites, ensemque cruore 665 spumantem sparsasque manus. It clamor ad alta atria: concussam bacchatur Fama per urbem. 663 Ze had gesproken, en temidden van dergelijke woorden zien de begeleiders dat zij door (de klap van) het zwaard neergestort is en dat het zwaard schuimt van het bloed 665 en haar handen bespat zijn. Een geschreeuw stijgt op naar de hoge hallen: het Gerucht gaat als een razende rond door de geschokte stad. VORIGE VERTALING LATIJN VOLGENDE VERTALING

e. Dido stort zich in het zwaard, 667-671 Lamentis gemituque et femineo ululatu tecta fremunt, resonat magnis plangoribus aether, non aliter quam si immissis ruat hostibus omnis 670 Karthago aut antiqua Tyros, flammaeque furentes culmina perque hominum volvantur perque deorum. 667 De huizen weerklinken van gejammer en gezucht en geschreeuw van vrouwen, de hemel weergalmt van groot/luid weeklagen, niet anders dan als, wanneer de vijanden zijn binnengedrongen, heel 670 Carthago of het oude Tyrus zou instorten, en woedende vlammen zich en langs de huizen van mensen en langs die van goden zouden kronkelen. S ? S S VORIGE VERTALING LATIJN VOLGENDE VERTALING

f. Anna vindt haar zuster, 672-676 Audiit exanimis trepidoque exterrita cursu unguibus ora soror foedans et pectora pugnis per medios ruit, ac morientem nomine clamat: 675 ‘Hoc illud, germana, fuit? Me fraude petebas? Hoc rogus iste mihi, hoc ignes araeque parabant? 672 Haar zuster hoorde het verbijsterd en verschrikt haast zij zich in angstige gang/met angstige snelheid door degenen (heen) die tussen hen instonden, haar gezicht met haar nagels en haar borst met haar vuisten verminkend, en zij roept de stervende bij naam: 675 ‘Was dit dat, zuster? Was het mij die jij bedroog? Dit verschafte mij die brandstapel, dit de vuren en altaren? ? S ? S ? Regel 672-674: Bestudeer het volgende schema van de regels.  Hoofdzin:  soror audiit et ruit, ac clamat        soror exanimis, exterrita         Participium: foedans ora/pectora VORIGE VERTALING LATIJN VOLGENDE VERTALING

f. Anna vindt haar zuster, 677-680 Quid primum deserta querar? Comitemne sororem sprevisti moriens? Eadem me ad fata vocasses, idem ambas ferro dolor atque eadem hora tulisset. 680 His etiam struxi manibus patriosque vocavi Waarover moet ik, verlaten, het eerst klagen? Heb jij al stervend je zuster als vriendin afgewezen? Jij had mij naar hetzelfde lot moeten roepen/had jij me maar . . ., dezelfde pijn (door het zwaard) en hetzelfde uur hadden ons beiden met het zwaard moeten wegnemen. 680 Ik heb zelfs met deze handen (de brandstapel) opgericht en luid de voorvaderlijke goden aangeroepen, ? ? S VORIGE VERTALING LATIJN VOLGENDE VERTALING

f. Anna vindt haar zuster, 681-685 voce deos, sic te ut posita, crudelis, abessem? Exstinxti te meque, soror, populumque patresque Sidonios urbemque tuam. Date, vulnera lymphis abluam et, extremus si quis super halitus errat, 685 ore legam.’ opdat ik van jou, wreedaard, zo gelegen, gescheiden was? Jij hebt jezelf en mij, zuster, vernietigd en het volk en de vaders/senatoren van Sidon en jouw stad. Geef (water), laat ik je wonden met (helder) water schoonmaken en laat ik, als er een laatste adem boven ronddwaalt, 685 deze met mijn mond opvangen.’ ? (–uu) ? S VORIGE VERTALING LATIJN VOLGENDE VERTALING

f. Anna vindt haar zuster, 685-687 685 Sic fata gradus evaserat altos, semianimemque sinu germanam amplexa fovebat cum gemitu atque atros siccabat veste cruores. Zo sprekend had zij de hoge treden beklommen en zij koesterde haar halfdode zuster, haar omarmend, aan haar boezem met/onder gezucht en zij droogde (de stromen/druppels van) het donkere bloed met haar kleed. ? VORIGE VERTALING LATIJN VOLGENDE VERTALING

g. Dido sterft, 688-692 Illa gravis oculos conata attollere rursus deficit; infixum stridit sub pectore vulnus. 690 Ter sese attollens cubitoque adnixa levavit, ter revoluta toro est oculisque errantibus alto quaesivit caelo lucem ingemuitque reperta. 688 Zij, terwijl ze haar zware ogen op haar beurt probeert op te richten, verliest haar kracht; de wond die is toegebracht sist diep in haar borst. 690 Driemaal zich oprichtend en steunend op haar elleboog heeft ze zich opgericht, driemaal is zij teruggevallen op het kussen en met ronddwalende/ rondwarende ogen zocht zij het licht aan/ in de hoge hemel en toen zij het gevonden had slaakte zij een diepe zucht. ? ? (–uu) ? ? (–uu) VORIGE VERTALING LATIJN VOLGENDE VERTALING

g. Dido sterft, 693-697 Tum Iuno omnipotens longum miserata dolorem difficilisque obitus Irim demisit Olympo 695 quae luctantem animam nexosque resolveret artus. Nam quia nec fato merita nec morte peribat, sed misera ante diem subitoque accensa furore, Toen/op dat moment stuurde de almachtige Juno, omdat ze medelijden had met de langdurige pijn en de moeilijke doodsstrijd Iris naar beneden van de Olympus, 695 opdat zij de worstelende ziel en de daarmee vastgeknoopte ledematen zou bevrijden. Want omdat zij noch stierf door het lot noch door een verdiende/ rechtmatige dood, maar ongelukkig vóór haar tijd en aangestoken door een plotselinge waanzin, ? ? ? Regel 693-695: Bestudeer het schema van de zin.  Hoofdzin  tum Iuno Irim demisit   Participium  (Iuno) miserata + 2 lijd. vw.: longum dolorem                        difficilis obitus   Betrekk. bijzin bij Irim:  quae t/m resolveret + 2 lijd. vw.                        luctantem animam                         nexos artus Regel 696-699: Bestudeer de structuur van de zin.    quia-bijzin t/m furore  Hoofdzin nam nondum t/m Orco    Persoonsvorm: abstulerat, damnaverat    Onderwerp: Proserpina VORIGE VERTALING LATIJN VOLGENDE VERTALING

g. Dido sterft, 698-702 nondum illi flavum Proserpina vertice crinem abstulerat Stygioque caput damnaverat Orco. 700 Ergo Iris croceis per caelum roscida pennis mille trahens varios adverso sole colores devolat et supra caput astitit. had Proserpina nog niet bij haar van haar hoofd blond haar weggenomen en haar hoofd/persoon/ leven aan de Stygische Orcus overgeleverd/gewijd. 700 Dus vliegt Isis bedauwd met haar saffraangele vleugels door de hemel naar beneden, terwijl ze duizend afwisselende kleuren meesleept in de stralen van de zon en ze ging staan boven haar hoofd. Regel 696-699: Bestudeer de structuur van de zin.    quia-bijzin t/m furore  Hoofdzin nam nondum t/m Orco    Persoonsvorm: abstulerat, damnaverat    Onderwerp: Proserpina VORIGE VERTALING LATIJN VOLGENDE VERTALING

g. Dido sterft, 702-705 702 ‘Hunc ego Diti sacrum iussa fero teque isto corpore solvo’: sic ait et dextra crinem secat, omnis et una 705 dilapsus calor atque in ventos vita recessit. ‘Ik neem op bevel dit als offer voor Pluto mee en ik maak je los van dat lichaam’: Zo spreekt ze en ze snijdt met haar rechterhand de haren af, en alle 705 warmte verdween tegelijk en het leven week terug in de wind(en). ? VORIGE VERTALING LATIJN