Jong volwassenen Dr. Eric Blaauw Lector Verslavingskunde r.w.blaauw@pl.hanze.nl
DSM 5 criteria Veel trek of gebruik Vaker en in grotere hoeveelheden gebruiken dan de bedoeling was. Wens of mislukte pogingen om te minderen of te stoppen. Gebruik en herstel van gebruik kosten veel tijd. Hunkering: Sterk verlangen om te gebruiken Tolerantie en afhankelijkheid Voortdurend gebruik ondanks weet hebben dat het gebruik lichamelijke of psychische problemen met zich meebrengt of verergert. Tolerantie: Grotere hoeveelheden nodig voor hetzelfde effect. Het optreden van onthoudingsverschijnselen Negatieve consequenties, ook voor anderen Door gebruik tekortschieten op het werk, school of thuis. Blijven gebruiken ondanks hieruit resulterende problemen in het relationele vlak Door gebruik opgeven van hobby’s, sociale activiteiten of werk Voortdurend gebruik in situaties die fysiek gevaar opleveren 2-3 licht, 4-5 matig, 6+ ernstig
Ziektelast Verslaving kan verergeren. Stoornissen in het gebruik van middelen zijn na verloop van tijd bij 25-30% chronisch Kans op tal van ziekten en vroegtijdige sterfte (Nutt, King & Philips, 2010; Rehm et al., 2017) Bij stoornis in alcohol (40%) of drugs (60%) vaak comorbide stoornis (Popma, Blaauw & Bijlsma, 2010) Comorbiditeit en chroniciteit moeilijk te behandelen (Hunt et al., 2013) Meer opnames Meer vroegtijdige sterfte Meer suicides Meer zwerven Meer somatiek Meer geweld Meer herhaalde detenties
DSM 5 criteria Veel trek of gebruik Vaker en in grotere hoeveelheden gebruiken dan de bedoeling was. Wens of mislukte pogingen om te minderen of te stoppen. Gebruik en herstel van gebruik kosten veel tijd. Hunkering: Sterk verlangen om te gebruiken Tolerantie en afhankelijkheid Voortdurend gebruik ondanks weet hebben dat het gebruik lichamelijke of psychische problemen met zich meebrengt of verergert. Tolerantie: Grotere hoeveelheden nodig voor hetzelfde effect. Het optreden van onthoudingsverschijnselen Negatieve consequenties, ook voor anderen Door gebruik tekortschieten op het werk, school of thuis. Blijven gebruiken ondanks hieruit resulterende problemen in het relationele vlak Door gebruik opgeven van hobby’s, sociale activiteiten of werk Voortdurend gebruik in situaties die fysiek gevaar opleveren 2-3 licht, 4-5 matig, 6+ ernstig
Partners hebben last Partners hebben tal van klachten (Benishek, Kirby & Dugosh, 2011) Allen hebben relatieproblemen (100%) en emotionele problemen (100%) Bijna allen hebben financiële problemen (90%) en familieproblemen (87%) Meer dan helft heeft gezondheidsproblemen (68%) en last van geweld (70%) Ongeveer een op de zes heeft problemen met politie en justitie (17%) Partners hebben psychische en lichamelijke problemen en minder kwaliteit van leven (Hussaerts, Roozen & Meyers, 2007)
Kinderen hebben last Kinderen hebben tal van klachten (Overview: Barber & Crisp, 1994) Kleine kinderen. Driejarigen zijn impulsiever en hebben meer gedragsproblemen (alcohol). Daarbij geen consistente relatie met IQ of schoolprestaties Basisschoolkinderen. Depressiever, meer gezondheidsproblemen (alcohol), meer problemen met ouders en meer parentificatie. Gelukkig betere relaties met broertjes/zusjes en relaties met cognitieve functies inconsistent. Meerdere studies rapporteren meer kindermishandeling Adolescenten. Meer emotionele problemen, minder sociale competentie en slechtere gezondheid. Minder vervolgopleidingen Volwassen kinderen. Inconsistente bevindingen omtrent (psychische) gezondheid en persoonlijkheidsproblemen Overdracht van verslaving op kinderen (Anthonio et al., 2016)
Verdere omgeving heeft last Vijf personen in de omgeving worden geraakt (Daley & Baskin, 1991) Alcoholgebruik belangrijkste factor bij verkeersongevallen (Houwing e.a., 2014) Jaarlijks miljarden aan kosten alcohol en drugs (RIVM, 2016)
Conclusie Verslaving vormt niet alleen een probleem voor de persoon zelf, maar ook voor diens omgeving
jongvolwassenen
JOVO In programma ‘Modernisering Sanctietoepassing’ (MST) binnen het beleidsprogramma ‘Naar een veiliger Samenleving’ aandacht voor jongvolwassenen (JOVO’s). Leeftijd 18-24, meestal onder volwassenenstrafrecht Omdat jongvolwassenen zich nog in een overgangsfase naar de volwassenheid bevinden, verdienen zij een aparte aanpak die meer is afgestemd op de specifieke behoeften van deze groep (zie o.a. Roberts, 2001; Rössner & Bannenberg, 2002). In PI’s JOVO regimes sinds 2002
Gedetineerden 8.500 gedetineerden in 2018 Hiervan 94% mannen Meer dan helft van de gedetineerden is 20-35 jaar (vs 29% in Nederlandse bevolking) 15% is JOVO (5%)
In huizen van bewaring is bij 60% problematisch middelengebruik aanwezig: 30% alcohol, 38% drugs (Oliemulder et al., 2009; zie ook Vogelvang et al., 2003) In justitiële jeugdinrichtingen had 55% in halfjaar voor plaatsing een stoornis in gebruik van middelen (Vreugdenhil et al., 2004) Veel 18 (48%, 1000 Euro) tot 23 jarige (75%, 6000 Euro) gedetineerden hebben schulden, maar is niet onderscheidend Veel JOVO’s geen inkomen (16%) of ontvangen zorg (13%) Iets meer dan helft is thuiswonend In de Nederlandse bevolking drinken en roken JOVO’s meer
PJ rapportage Zijn er argumenten gelegen in de persoonlijkheid en/of ontwikkeling van betrokkene die aanleiding geven het minderjarigenstrafrecht toe te passen? (Geldt alleen indien de betrokkene ten tijde van het plegen van het ten laste gelegde de leeftijd van 23 jaar nog niet had bereikt) Hiervoor wordt een wegingslijst adolescenten gebruikt
Wegingslijst contra-indicaties Justitiële voorgeschiedenis Langdurige beveiliging maatschappij is noodzakelijk Heeft eerder PIJ-maatregel gehad Heeft jarenlange justitiële voorgeschiedenis Heeft eerdere justitiële sancties laten mislukken Is niet onder de indruk van justitiële autoriteiten Er is een toename in ernst van delicten Psychopathische trekken Heeft psychopathische trekken Gebruikt anderen voor eigen doeleinden Heeft antisociale persoonlijkheidsproblematiek Criminele levensstijl Pedagogische aanpak is niet mogelijk
Wegingslijst indicaties Beperkte handelingsvaardigheden Functioneert op verstandelijk beperkt niveau Kan risico's eigen handelen nauwelijks inschatten Kan eigen gedrag nauwelijks organiseren Handelt zonder nadenken Komt in contact jonger over dan kalenderleeftijd Anders Pedagogische beïnvloeding is wenselijk Pedagogische aanpak is noodzakelijk Pedagogische aanpak is mogelijk Gezinsgerichte hulpverlening is noodzakelijk (Continuering) scholing noodzakelijk Heeft groepsgericht leefklimaat nodig Neemt actief deel aan gezin van herkomst
CONCLUSIE: JONGVOLWASSENEN HEBBEN VOORAL ONDERSTEUNING NODIG
VISIE OP VERSLAVING
Visies op verslaving Het is een karakterzwakte (moreel model) Het komt door het middel (farmacologisch model) Het is een ziekte voor mensen die er kwetsbaar voor zijn (ziektemodel) Leshner (1997): Verslaving is een chronische recidiverende hersenziekte (hersenziektemodel)
Nieuwe visie op verslaving Het is een samenspel van biologische, psychische en sociale factoren (bio-psycho-sociale model) Maar let ook op zingeving (o.a. Frankl, 1946, 2011) Dus een focus op het persoonlijke bio-psycho-sociale model met toevoeging van zingeving (BPSZ) is gewenst
Visie VNN Let op de hele persoon in zijn omgeving Het gaat om het persoonlijk verhaal van iemand Psychologisch Biologisch Sociaal Zingeving
Behandeling in de forensische verslavingszorg
Aandachtspunten vanuit een (oud) adagium Gedrag is een functie van de persoon en de omgeving (Denk aan Alexander’s Rat Park) De kans van slagen is dan hoger wanneer de persoon uit de omgeving wordt weggehaald De kans van terugval is dan hoger wanneer de persoon in de omgeving terugkeert Moeten we dan de persoon en diens omgeving veranderen? Moeten klinieken/gevangenissen veel lijken op de natuurlijke omgeving of juist weinig?
Visie forensische verslavingszorg: behandeling bij voorkeur ambulant in samenwerking met ketenpartners en maatschappelijke organisaties organisatie van maatschappelijke steunsystemen een diepgaande delictketen-analyse risicotaxatie en risicomanagement Netwerkanalyse behandelplan vanuit zorg, cliënt en toezichthouder resocialisatieplan terugvalpreventieplan via zorgpaden en via herstelprincipe monitoren van de voortgang in de behandeling
Vragen of dilemma’s Ligt het focus op de korte, middellange of lange termijn (onder toezicht of niet?) Is gecontroleerd middelengebruik aanvaardbaar? Hoe kunnen klinieken meer lijken op de natuurlijke omgeving? (Hoe) kan de omgeving worden ingeschakeld?
Genogram
Sociogram
Uitgangspunten Risicotaxatie doe je samen: Reclasseerder, behandelaar, client, naaste Risicomanagement doe je samen: Reclasseerder, behandelaar, client, naaste Van belang is: In kaart brengen van het netwerk Betrekken netwerk Samen opstellen signaleringsplannen Samen doelen stellen
Samen sta je sterker!
References American Psychiatric Association (2014). Handboek voor de classificatie van psychische stoornissen. Amsterdam: Boom. Barber, J. G. & Crisp, B. R. (1994). The effects of alcohol abuse on children and the prtner’s capacity to initiate change. Drug and Alcohol Review, 13, 409-416. Benishek, L. A., Kirby, K. C., & Dugosh, K. L. (2011). Prevalence and frequency of problems of concerned family members with a substance-using loved one. The American Journal Of Drug And Alcohol Abuse, 37(2), 82-88. Anthonio, G.G., Willems, I., Jansen, D. & vander Meer-Jansma, M. (2016). Verslaafde ouder is risico voor kind. Medisch Contact, 27 september. Bennett, T.,Holloway, K., & Farrington, D. (2008). The statistical association between drug misuse and crime: A meta-analysis. Aggression and Violent Behavior, 13(2), 107–118. Cafferky, B. M., Mendez, M., Anderson, J. R. & Stith, S. M. (2016). Substance use and intimate partner violence: A meta-analytic review. Psychology of Violence. http://dx.doi.org/10.1037/vio0000074. Correia, C. J., Benson, T. A., & Carey, K. B. (2005). Decreased substance use following increases in alternative behaviors: A preliminary investigation. Addictive Behaviors, 30(1), 19-27. Daley, D. C., & Raskin, M. S. (1991). Treating the chemically dependent and their families. Thousand Oaks, CA, US: Sage Publications, Inc. Frankl, V.E. (2011). De Zin van het bestaan. Rotterdam: Ad Donker b.v. Foran, H. M., & O’Leary, K. D. (2008). Alcohol and intimate partner violence: A meta-analytic review. Clinical Psychology Review, 28, 1222-1234. Houwing, S., Bijleveld, F.D., Commandeur, J.J.F. & Vissers, L. (2014). Het werkelijk aandeel verkeersdoden als gevolg van alcohol Aanpassing schattingsmethodiek. R-2014-32. Den Haag: SWOV. Hunt, G.M., & Azrin, N.H. (1973). A community reinforcement approach to alcoholism. Behaviour Research And Therapy, 11(1), 91-104 Hunt, G.E., Siegfried, N., Morley, K., Sitharthan, T. & Cleary, M. (2013). Psychosocial interventions for people with both severe mental illness and substance misuse. Cochrane Database of Systematic Reviews, 10. DOI: 10.1002/14651858.CD001088.pub3. Hussaarts, P., Roozen, H. G., Meyers, R. J., van de Wetering, B. M., & McCrady, B. S. (2012). Problem areas reported by substance abusing individuals and their concerned significant others. The American Journal On Addictions, 21(1), 38-46. Kraanen, F. L., & Emmelkamp, P. M. G. (2011). Substance misuse and substance use disorders in sex offenders: A review. Clinical Psychology Review, 31(3), 478–489. Leshner, A.I. (1997). Addiction is a brain disease, and it matters. Science, 278, 45-47. Meyers, R.J. & Smith, J.E. (2008). Handboek voor de behandeling van alcoholverslaving: de Community Reinforcement Approach. Nederlandse bewerking door P. Greeven, L. De Fuentes-Merillas, & H. Roozen. Utrecht: Bohn Stafleu & van Loghum Moore, T. D., Stuart, G. L., Meehan, J. C., Rhatigan, D. L., Hellmuth, J. C. & Keen, S. M. (2008). Drug abuse and aggression between intimate partners: A meta-analytic review. Clinical Psychology Review, 28, 247-274. Nordén, T., Malm, U., & Norlander, T. (2012). Resource group Assertive Community Treatment (RACT) as a tool of empowerment for clients with severe mental illness: A meta-analysis. Clinical Practice & Epidemiology in Mental Health, 8, 144-151. Doi: 10.2174/1745017901208010144 Nugter, M. A., Engelsbel, F., Bähler, M., Keet, R., & van Veldhuizen, R. (2016). Outcomes of FLEXIBLE Assertive Community Treatment (FACT) Implementation: A Prospective Real Life Study. Community Mental Health Journal, 52(8), 898–907. http://doi.org/10.1007/s10597-015-9831-2 Nutt, D.J., King, L.A. & Phillips, L.D. (2010). Drug harms in the UK: a multicriteria decision analysis. Lancet, 376, 1558–1565. Popma, A., Blaauw, E., & Bijlsma, E. (2012). Psychiatrische comorbiditeit van verslaving in relatie tot criminaliteit. In Blaauw, E., & Roozen, H. (Red.), Handboek Forensische Verslavingszorg (pp. 21-40). Utrecht: Bohn, Stafleu en van Loghem. RIVM (2016). Maatschappelijke kosten baten analyse alcoholgebruik. RIVM Report 2016-0133. Robins, L. N., Davis, D. H., & Nurco, D. N. (1974). How permanent was Vietnam drug addiction? American Journal of Public Health, 64(12 Suppl), 38–43. Roozen, H. G., Wiersema, H., Strietman, M., Feij, J. A., Lewinsohn, P. M., Meyers, R. J., Koks, M. and Vingerhoets, A. J.J.M. (2008), Development and Psychometric Evaluation of the Pleasant Activities List. The American Journal on Addictions, 17, 422–435. doi:10.1080/10550490802268678 Tuithof, M. (2015). Drinking Distilled: Onset, course and treatment of alcohol use disorders in the general population. Amsterdam: UvA-DARE.