Voeren en verzorgen Periode 3

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Enzymen (in het spijsverteringskanaal)
Advertisements

Spijsvertering 22 maart 2011.
Het spijsverteringsstelsel
2rootje ‘Die-eet’ De spijsvertering.
Op reis van MOND tot KONT
Thema 2. Voeding en vertering.
Spijsvertering.
Inleveren verslag opdracht 9
Inhoud les Herhaling Uitleg Film Opdrachten Huiswerk.
Hoe vervoert je verteringsstelsel voedsel
Over mijn lijf De spijsvertering Gebruikte symbolen Ga naar mijn volgende dia Ga naar mijn voorgaande dia Ik wil nog even mijn informatie raadplegen.
Hoofdstuk 7 Paragraaf 7.5.
J Bügel Noorderpoortcollege
Het verteringsstelsel
Wat voedt jou, deel 2 Les 2.
Voeding & Vertering.
Les 1 Spijsveteringsstelsel Voeding klas V31. Wat gaan we doen?  Laat zien wat je weet  Spijsvertering koe.
Ons lichaam heeft energie en bouwstoffen nodig om te kunnen werken en in stand te blijven Bouwstoffen en energie halen we uit drinken en eten 1.Water.
Maagdarmkanaal V31, VOEDING. Voedsel en maagdarmkanaal A. Plantaardig materiaal B. Vlees C. Insecten D. Zowel plantaardig als dierlijk materiaal 1. Carnivoor.
Wat voedt jou, deel 2 Les 1 Spijsvertering De mond en keelholte.
VERTERING. CELLEN WEEFSEL orgaan organenstelsel.
De Organen.
VHP Les 10.
Voeren en Verzorgen Les 2.
Anatomie en Fysiologie
Het verteringsstelsel
De liefde gaat door de maag
Het menselijk spijsverteringsstelsel.
Spijsverteringsstelsel
Spijsvertering.
Hoofdstuk 4 Spijsveteringsstelsel melkvee
Voeren en Verzorgen Blok 1 Les 2 Niveau 2.
. Mond en keelholte.
Antwoorden college 3 Noem de 5 structuren/ruimten waar de keelholte mee in verbinding staat. Neusholte, mond, luchtpijp, slokdarm, buis van Eustachius.
Thema 4 Spijsveteringsstelsel melkvee
Voeren en Verzorgen Blok 1 Les 3 Niveau 2.
Maagdarmkanaal V31, Voeding.
Slokdarm en maag.
Hoofdstuk 4 Spijsveteringsstelsel melkvee
Les 2 voeding Spijsvertering en uiterlijke verschillen voersoorten
Voeding Konijn.
Door: Silke, Anniek en Kayleigh
Voeren en verzorgen Periode 3
Voeding en Vertering 2 VMBO – KGT Thema 2.
Digestie anatomie en fysiologie
Voeren en verzorgen Periode 3
Voeren en verzorgen Periode 4
Biologie voor jou; Thema 2.
Voeren en verzorgen Periode 3
Gummibeertjes MijnBiologie.nl.
Voeren en verzorgen Periode 3
Voeding: Spijsvertering en uiterlijke verschillen voersoorten
2 Vertering & Voedselopname. 2 Vertering & Voedselopname.
Vertering en opname van voedingsstoffen in het bloed
Maagdarmkanaal V31, Voeding.
Hoofdstuk 4 Spijsveteringsstelsel melkvee
Voeren en verzorgen Periode 3
H6: Anatomie & Fysiologie
Voeren en verzorgen Periode 3 Herhalen en samenvatten
Voeren en Verzorgen Vogels
H6: Het Spijsverteringsstelsel
Spijsvertering Bijgewerkt
Voeren en verzorgen Periode 3 Herhalen en samenvatten
De organen voor vertering
Voeren en verzorgen Periode 3
Deel 3: Spijsvertering van het rund en het varken
H6: Het Spijsverteringsstelsel- deel 2
Transcript van de presentatie:

Voeren en verzorgen Periode 3 Week 3 Voeren en verzorgen Periode 3

Wat gaan we vandaag doen? We maken een begin aan H6 anatomie en fysiologie Bespreken van de opdrachten van vorige week -dictaat 1.2 Leren van herpeten Kahoot herpeten Werken aan dictaat herpeten 1.3 en 1.4 (huiswerk) Werken aan encyclopedie

H6 anatomie en fysiologie: Spijsvertering Wat is de belangrijkste functie van het spijsverteringsstelsel? -Voeding afbreken in kleine deeltjes en transporteren Weten jullie de juiste volgorden van het spijsverteringsstelsel? Onderdelen Juiste volgorde Keelholte Maag Dunne darm Slokdarm Anus Mondholte Dikke darm Lever Alvleesklier Juiste volgorde Mondholte Keelholte Slokdarm Maag Lever Alvleesklier Dunne darm Dikke darm Anus

Mond en mondholte Alle soorten voeding starten hier! Hier zit de tong, speekselklieren en gebit

Tong Sterkte spierbundel met achterin tongbeentjes Bedekt met slijmvlies en 2 soorten papillen: -Lange dunne verhoorde papillen (bijvoorbeeld kat en koe) -Kleine platte papillen met zintuigcellen (smaak) Tong wordt ook gebruikt bij drinken

Speekselklieren Veel dieren letten eerst op geur  dit zet speekselklieren aan tot productie Dit helpt om makkelijk te slikken Speeksel bevat bij de meeste dieren enzymen = eiwitten die aanzetten tot afbraak van zetmeel Honden en katten hebben dit niet!

Pavlov reactie

Het gebit - tanden

Het gebit - kiezen

Verschillende onderdelen Snijtanden Hoektanden Valse kiezen Ware kiezen

Verschillen per dier 1 herbivoor 2 carnivoor 3 omnivoor

Gebitsformule-hond I- snijtanden C- hoektanden P-valse kiezen M- ware kiezen

Keelholte Voedsel en vocht gaat naar slokdarm Lucht naar luchtpijp Het strottenklepje helpt hierbij Dit gaat via slikreflex

Slokdarm Slappe dunne buis tussen keelholte en maag Bevat lengte spieren en kringspieren Bij herkauwers wordt in de slokdarm door deze spieren voeding ook weer richting de mondholte geduwd.

De maag Heeft een ingang en een uitgang Inhoud hangt af van grootte van het dier Hond gem 4 liter Hier start de “echte” vertering De kliercellen maken zoutzuur dit dood bacteriën Enzym pepsine breekt eiwitten af Tot slot maakt de maag een slijm, hiermee beschermt het zichzelf tegen zoutzuur

Volgende week De volgende les behandelen we de overige onderdelen

Nu even de herpeten nogmaals bekijken

Huiswerk nakijken Dictaat 1.2 van Herpeten en Vissen

Dictaat 1.3 en 1.4 Je krijgt 10 min om de tekst van 1.3 door te lezen, dit doen we in stilte! Klassikaal beantwoorden wij eerst de volgende vragen: -waarom houden reptielen een winterslaap? -Waarin lijken schildpadden op vogels? -Hoe krijgt een kameleon zijn water binnen? -Welke overeenkomsten hebben varanen met slangen?

Geef in principe altijd vers voedsel. Voer zo gevarieerd mogelijk. Verrijk het voer eventueel met vitamines en mineralen. Pluk geen planten en vang geen weideplankton in de berm van de drukke weg. Voer voedseldieren eerst zelf met hoogwaardig voer, alvorens ze te voeren. Bedenk eerst, voordat je aan de hobby begint, of je aan de hoeveelheid voer kunt voldoen. Voor een volwassen baardagame zijn 3 x 15 krekels en een muisje per week geen probleem. Voor een volwassen luipaardgekko is dit 3 x per week ± 6 krekels maat 7. Je kunt reptielen en amfibieën ook overvoeren, zeker met vet voedsel, zoals krekels en meelwormen. De meeste terrariumhouders voeren hun dieren ongeveer 3 keer per week. Jonge dieren mogen elke dag voedsel. Slangen kan men eens per 1 à 4 weken voeren. Is er een voedsel hiërarchie in het terrarium, dat wil zeggen krijgen de grotere dieren veel en de kleinere weinig tot niets, besteed hier dan speciale aandacht aan. Probeer door juist de kleinere te voeren het verschil gelijk te trekken. En niet vergeten: Verwijder 's avonds altijd alle aanwezige knaagdieren. Zij zijn namelijk warmbloedig en 's nachts dus wel actief en kunnen aan de reptielen gaan knagen. Voer op het juiste tijdstip. De meeste dieren kan men het best voeren als de lampen aan zijn, en niet te laat 's avonds. Boomkikkers (meestal nacht‑actief) en nachtgekko's kan men het best 's avonds laat voeren. Voer jonge dieren voedsel, dat niet breder is dan de helft van de bek.

Huiswerk Lees H 6.1 t/m 6.7 door van fysiologie en anatomie Maak de opdrachten bij Dictaat 1.3 (gebruik internet hierbij) Maak de opdrachten op school van hoofdstuk 1.4 (voeren van herpeten observeren)  Doe dit deze week ergens op school spreek dit af met de verzorgers! Oefen de herpeten