Literaire Begrippen.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Spelling en Schrijven en formuleren hoofdstuk 1,2&3
Advertisements

Algemene Weetjes Over Tekst verklaren en het CSE.
Tijd en opbouw: Verteltijd:
Concrete werkvormen voor groep 3 en 4
Hoe schrijf ik een recensie
Fictieanalyse College 3.
Boekvergelijking lessenserie.
HET LEVEN IS VURRUKKELLUK BEGIN TE LEZEN OP BLADZIJDE 25.
Fictieanalyse-proza.
Introductie van ‘ruimte’
MET DANK AAN COLLEGA’S IN DEN LANDE ! vee 2012
BRIDGET JONES The edge of reason Kijk een film (dvd/bluray) met het commentaar van de regisseur en ga opzoek naar de succesfactor.
De 100 jarige man die uit het raam klom en verdween
Woordenschat Groep 5 Thema 4, les 6
4 VWO / HAVO Laagland, Module 4.
Woordenschat Groep 5 Thema 4, les 5
Samenvatten Klas 4A de Foorakker.
Blok 6.
Literaire bouwstenen 1 Vertelperspectief.
Briant College Fictie h4 Spanning. Briant College ­ Wat een verhaal spannend maakt ­ Welke ‘trucjes’ de schrijver gebruikt om het verhaal spannend te.
Verhalen over leven dood
Briant College Fictie h4 Tijd. Briant College ­ Op welke manier een schrijver ‘tijd’ gebruikt in een verhaal. 2 Wat ga je deze les leren.
Tekstverklaring Hoe doe je dat?.
De theorie achter de verhalen
Het belang van voorlezen
Literaire bouwstenen Vertelperspectief.
Literaire bouwstenen.
Nederlands Vrijdag 11 maart 2VA.
Leesvaardig Examentraining.
Het schrijven van een betoog
Literaire bouwstenen 3.
Literary Devices. Alliteration; herhalen van eerste medeklinker-klanken om bepaalde nadruk aan deze woorden te geven. The passionate shepherd to his love.
LEEN VAN HULST MELK & SNEEUW. Titel: Melk & Sneeuw Uitgeverij: ’t Verschil Verschijning: 30/11/2011 Vertaling: In het Fins en Engels.
Wegwijs Groep 8 Thema 2Weer en verkeer Introductieles: 30 minuten Zelfstandig werken: 90 minuten Afsluiting: 30 minuten. presenteren.
FICTIE 1.1 VERHAALPERSONEN. AAN HET EINDE VAN DEZE LES WEET JE Wat hoofd- en bijfiguren zijn en hoe je deze herkent in een tekst. Hoe het komt dat je.
H4 – Comenius College Laagland. Lezen ‘De minzame moordenaar’ Waarom lees je? Effect Leesmotivatie: plezier, ontspanning, ontsnappen aan werkelijkheid,
LEZEN 5.4 BESCHOUWING. DEZE LES LEER JE: Wat de tekstvorm ‘beschouwing’ is. Welke tekstdoel een beschouwing heeft. Hoe een beschouwing is opgebouwd. Wat.
Klas 3vwo Over lezen Blok 3
In 2017 ga jij: je diploma halen;
Opdracht Nederlands Je doet in een groepje van vijf personen een klein literatuuronderzoek. De uitkomsten van dit onderzoek beschrijf je in een verslag.
Lezen H1 t/m H3 In deze PowerPoint: Op onderwerp: Op leesstrategie:
Fictie 2.1 tijd.
Begin en einde van een boek
Essay Een essay is een beschouwende tekst over een literair, maatschappelijk of wetenschappelijk onderwerp, met een duidelijk persoonlijke inslag. Een.
Effect van vertelstandpunt, tijd
Dialogen in het boek en in de film
De passievrucht De roman versus de film.
Fictie 2.1 tijd.
Eindopdracht Robinson
SCHM Literatuur Les 1 #havo5.
Nee Zeggen!.
Lezen 1.3 en 2.1 Woordenschat 1.1 en 1.2
Lezen samenvatten.
Wat maakt een PPT goed?.
Hoe schrijf je een recensie?
Vwo 6 – literatuur Week
Ik heb mijn boek uit… Wat nu?.
Poster ontwerpen Opdracht fictie klas 1.
Creatief schrijven Hierop laten staan voor de opdracht begint
Living lab & Storytelling
Informatieve teksten, interviewverslag
Posters voor in het geschiedenislokaal
Klassiekers Vwo 2 – project periode 4.
Inleiding, middenstuk, slot
De schrijver mee op reis
Leesanalyse en schrijfopdracht
Gesprekstechnieken Les 2.
De schrijver mee op reis
Hoofdstuk 5- les 4 Geluid versterken.
38 Fictie Motief. 38 Fictie Motief THEMA EN MOTIEF thema: kortst mogelijke samenvatting van een verhaal liefde, dood, pubertijd motief: ‘een patroon’
Transcript van de presentatie:

Literaire Begrippen

Wat wordt bedoeld met het thema van een boek? Het thema is het grondmotief De kortste aanduiding van het centrale probleem waar het verhaal over gaat.

Wat zijn motieven? Motieven zijn steeds terugkerende elementen in een verhaal Er zijn twee soorten motieven: a. Abstracte motieven b. Leidmotieven Abstacte ongrijpbare begrippen Bijvoorbeeld: onmacht, liefde, eenzaamheid, oorlog, dood, lot, toeval Terugkerende tastbare zaken met een symbolische betekenis Bijvoorbeeld: een dobbelsteen = toeval roos = liefde water = leven boom = leven

Hoe vind je het thema? Door te letten op: A. de motieven B. de titel – deze zegt vaak waar het boek over gaat, de meeste titels hebben zowel een letterlijke als figuurlijke betekenis C. Het motto een motto is een citaat of tekstfragment van een gedicht of lied dat voorin het boek staat. De meeste boeken hebben geen motto. kijk uit! Een motto is niet hetzelfde als een ‘opdracht’

Welke soorten perspectief zijn er? a. Ik-perspectief b. Hij/Zij of Personaal persp. c. Alwetend of Auctoriaal persp. Ik-figuur Beschrijft wat hij meemaakt of heeft meegemaakt De ik-figuur is ook de ik-verteller Voorbeeld: dagboek Door de ogen van een hij/zij figuur maak je de gebeurtenissen mee Een personale verteller De alwetende verteller neemt niet deel aan de handeling. Hij levert commentaar op de gebeurtenissen Auctor = schrijver

Wat wordt verstaan onder Ruimte/Décor? A. de plaats van handeling & B. het weer/ het seizoen/ de sfeer (triest of vrolijk) C. Verleden of toekomst DUS: niet alleen de plaats maar ook de ambiente!

Wat is de functie van ruimte in een verhaal? Ruimte zorgt voor: a. sfeer & b. ondersteunt de spanning of gebeurtenissen

Welke vier soorten ruimte/décor zijn er? A. De Functionele ruimte B. De Decoratieve ruimte C. De Begeleidende ruimte/ Karakteristieke ruimte D. de Contrasterende ruimte

a. De functionele ruimte De plaats van handeling is van GROOT belang De ruimte heeft een functie Bijvoorbeeld: horrorverhaal op een kerkhof, het onweert

b. De decoratieve ruimte De ruimte heeft geen enkel belang in het verhaal De ruimte is functieloos en is er alleen maar ter decoratie. De ruimte is beschrijvend voor een verhaal

c. De begeleidende of karakteristieke ruimte De ruimte ondersteunt de handeling van het personage Bijvoorbeeld: een geliefde wordt begraven en het regent heel hard met grijze wolken Een verliefd paartje huppelt door een bloemenweide en de zon schijnt

d. De contrasterende ruimte De plaats van handeling staat in contrast/tegenstelling met de handeling Bijvoorbeeld: Twee mensen trouwen en het begint te stormen

Waarom is tijd belangrijk in een verhaal? Door met tijd te spelen wordt een verhaal spannender

Wat is het verschil tussen chronologische tijd en niet-chronologische tijd? De gebeurtenissen spelen zich af in de volgorde waarin ze zich hebben afgespeeld Chronos = tijd Eerst – toen – toen – ten slotte De gebeurtenissen staan niet in de tijdsvolgorde waarin ze zich hebben afgespeeld Einde – flashback – begin - einde

Wat is een …. Flashback: Onderbreking van de chronologie door terug te gaan in de tijd Flashforward: Onderbreking van de chronolgie door vooruit te kijken

Tijdverdichting: De schrijver heeft stukken tijd samengevat in een paar woorden omdat ze voor het verhaal niet belangrijk zijn Tijdsprong: De schrijver slaat stukken tijd over Tijdvertraging: Gebeurtenissen duren langer dan normal, dit gebeurt bij belangrijke gebeurtenissen

Nog twee begrippen die met tijd te maken hebben Vertelde tijd: Geeft aan hoe lang de gebeurtenissen hebben geduurd: uren, dagen, maanden, jaren Historische tijd: Geeft aan in welke tijd/periode het verhaal zich afspeelt

Wat zijn personages? (Hoofdfiguren)/karakters Round Characters (Bijfiguren)/types Flat Characters Maakt een ontwikkeling door Je komt veel te weten over het personage Je weet wat ze voelen en denken Ze veranderen vaak in het verhaal Je kent ze oppervlakkig Je kent het uiterlijk en een karaktertrek Het personage ontwikkelt zich niet

Is een hoofdfiguur altijd een karakter en de bijfiguur een type? Nee, meestal wel, maar het is niet altijd zo

Waarom zijn personages belangrijk? De lezer identificeert zich met personages De lezer vindt personages goede karakters of niet

Opbouw/Structuur Hoe is een roman opgebouwd? In delen De meeste delen hebben een titel Verklaar wat de functie van de delen is Titels verwijzen naar: Het onderwerp Perspectief Jaartal …

Op welke manieren kan een roman beginnen? 1. Informatief 2. Niet-informatief Vertelling begint bij het begin De schrijver vertelt over de personages De schrijver vertelt over wat er aan voorafging De lezer begrijpt daardoor wat er gebeurt Het verhaal start zonder inleiding of sfeerschepping De lezer weet niet wat er vooraf is gebeurd, dat komt later via flashbacks De lezer zit meteen middenin de spanning, het verhaal 3. Beginnen bij het eind van het verhaal

Op welke manieren kan een verhaal eindigen? Open einde Gesloten Einde De auteur geeft geen antwoord op de vragen die gedurende het verhaal aan bod komen De lezer moet zelf het einde bedenken De auteur geeft antwoord op de vragen die gedurende het verhaal aan bod komen De lezer weet hoe het verhaal afloopt

Wat is het verschil tussen een Roman en een Novelle?