Je bent opgewekt: sta dus op. Wees 1. gericht op Christus; 2 Je bent opgewekt: sta dus op! Wees 1. gericht op Christus; 2. geborgen in Christus; 3. overwinnaar met Christus. “Nu je met Christus opgewekt bent…” Geen oproep maar feit, gegeven. Want je bent gedoopt: je bént met Christus verbonden. En dus ook met hem opgewekt! Werkelijkheid dus. Tegelijk een oproep: leef er dan ook naar. Gericht op Jezus: op zijn nieuwe wereld, leven als nieuwe mens.
Je bent opgewekt: sta dus op. Wees 1. gericht op Christus; 2 Je bent opgewekt: sta dus op! Wees 1. gericht op Christus; 2. geborgen in Christus; 3. overwinnaar met Christus. Opgewekt. En ook gestorven. Je oude ik met Christus begraven. Zonde en kwaad hebben geen macht meer over je. Dat is de taal van de doop: laat het los, want het heeft niets meer over je te zeggen. En dat nieuwe leven is ‘verborgen’: nog niet (helemaal) zichtbaar. Maar al wel ge-borgen: veilig.
Je bent opgewekt: sta dus op. Wees 1. gericht op Christus; 2 Je bent opgewekt: sta dus op! Wees 1. gericht op Christus; 2. geborgen in Christus; 3. overwinnaar met Christus. Het diepste van dat geheim is Christus zelf. Ik ga naar hem verlangen. “Uw liefde is beter dan het leven” (David in Psalm 63). “Niet ik, maar Christus leeft in mij” (Galaten 2,20). Verlangen naar Christus’ glorie, mijn glorie.