De Kostprijs Why Bother?.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
H 22: Kosten van een duurzaam produktiemiddel (dpm)
Advertisements

20-03 Indelingen kosten.
Kostenclassificatie Algemene richtlijnen voor de indeling van kosten en de bepaling van de kostprijs van een product.
Opdracht: ‘Tel uit je winst’
Planning Budgetten Break-even analyse
12 Directe en indirecte kosten
Wat moet je leren: Heel hoofdstuk 3, behalve paragraaf 5
Omzet.
Activity based costing
VASTSTELLING VERKOOPPRYZEN
Kostprijsberekening bij KMO
Wat moet je leren: Heel hoofdstuk 3, behalve paragraaf 5
constante kosten, variabele kosten en marginale kosten
Kostprijs berekening bij meerdere soorten producten:
Hoofdstuk 11 Kostenstructuur.
Goederenverwerking H24 Kwaliteit en kostenbeheersing Manager Handel.
Projectwijzer 1 H3 Kostprijs en kosten Middenkader Engineering.
H12 Kostencalculaties.
MARKETINGMIX.
KAM H7 Kwaliteits(kosten) en kostenbeheersing Logistiek teamleider.
Economie H2 Van kostprijs naar verkoopprijs Manager Handel.
Financiering en inkoop
Hoe komt de verkoopprijs van een ijsje tot stand?
Balans per (na afschrijving en winstverdeling)
Verkoopcijfers H2 Van kostprijs naar verkoopprijs Eerste verkoper.
Ondernemen moet je doen
J. de Lange ECONOMIE HOE KUN JE DAT NOU MAKEN?. Winstberekening Belangrijk PROGRAMMA:
Kostprijs & verkoopprijs
Hoofdstuk 2 De winstmarge
Hoofdstuk 6 Productie.
Hoofdstuk 9 M&O JUNI 2016 H3. Wat gaan we doen? - Hoofdstuk 9 M&O - Introductievragen - Uitleg / aantekeningen - Sommen maken.
Kostprijs berekening bij meerdere soorten producten: Heezen Pf 5.4
Pag 107 t/m 136. Waar gaan we het vandaag over hebben? samenvatten vorige week Uitwerking toets bespreken Uitwerking huiswerk Bezettingsverschillen Differentiële.
Hoofdstuk 2 De winstmarge VWO 3
constante kosten, variabele kosten en marginale kosten
3.1 PRODUCTIE.
Lesbrief Vervoer H2.
Havo 4 Lesbrief Vervoer.
verwarring begrippen omzet of winst
Hst 4 Hoe wordt er gewerkt?
Brutowinst en nettowinst
Havo 4 Lesbrief Vervoer.
Vmbo 2 economie Goede producten?
Welkom Havo 5..
Welkom Havo 5..
Begroten & Budgetteren
Begroten & Budgetteren
Welkom 8 mei 2018.
MNO’s = TNO’s = transnationale ondernemingen Productiebedrijven
WAT KOST DE KAPPER? Ondernemend gedrag - Haarverzorging.
PRODUCEREN OMZET, AFZET, WINST.
Hoofdstuk Break-evenpoint
Hoofdstuk 2 Van kosten naar verkoopprijs
Hoofdstuk Omzet, kosten, winst
Goederenstroom Voorraad.
constante kosten, variabele kosten en marginale kosten
Financieel 1.
Economische kringloop
Kostprijsberekening in het kader van persoonsvolgende financiering
Hoofdstuk Kosten indelen
Vakman ondernemer – Financieel plan
Financiering en inkoop
Vakman ondernemer – Financieel plan
Kostprijs.
Eens / oneens ALS VERKOPER MOET JE GOED KUNNEN REKENEN
Extra uitleg H4 Domein Markten
Maak een Powerpoint of Reader van een Product
Eens / oneens ALS VERKOPER MOET JE GOED KUNNEN REKENEN
Coördineren logistiek proces
Transcript van de presentatie:

De Kostprijs Why Bother?

Waarom is de kostprijs belangrijk? Vaststellen van de verkoopprijs. Kostenefficiency Geeft inzicht in de kostenstructuur van de organisatie. Grondslag voor de waardering van de voorraden. Basis voor bedrijfs-economische analyses: wat is de impact van de inkopen op de kostprijs? Hoeveel kapitaal aan te trekken?

Kostprijs: Wat is het ook alweer? De kostprijs bestaat uit alle kosten die je moet maken voor het maken of leveren van je product of dienst. Als je in jouw bedrijf meerdere producten of diensten gaat aanbieden, moet je dus per product of dienst besluiten welke berekening je hierop wilt loslaten. Een goede kostprijsberekening verkleint de kans op het verkeerd inschatten van de vaste en variabele onkosten. De echte vraagprijs/verkoopprijs voor je product of dienst is natuurlijk hoger dan je totale kosten (anders maak je geen winst)

Kostprijs: Variabele Kosten Zuivel, suiker, etc Variabele (Directe) Kosten: Deze zijn rechtstreeks aan het product (of dienst) gekoppeld. (ze variëren met de productie) Uit welke materialen (en/of ingrediënten) bestaat het product? > materialen, grondstoffen, manuren etc. Wat zijn de hoeveelheden per product? Cacao Stokje (en de verpakking)

Kostprijs: Vaste Kosten Vaste (Indirecte) Kosten: Kosten die optreden ongeacht de productie. Dus niet direct gerelateerd aan het product. Geen onderdeel van het product zélf > fabriekshal (huur/ afschrijving) > machines (afschrijving) Maar ook > administratiekosten > reclamekosten

Activity Based Costing (ABC) Methode De ABC-methode (voluit Activity Based Costing) is iets omvangrijker. In dat geval bereken je de vaste lasten terug op de verschillende afdelingen binnen het bedrijf. Daarna bepaal je per afdeling voor hoeveel procent 'gebruik wordt gemaakt' van een product of dienst: evenredig daaraan verdeel je vervolgens de vaste lasten. Als je weet wat je zakelijke kosten zijn, ga je deze per product of dienst de kostprijs bepalen. Onderstaand een stappenplan: Tel alle variabele kosten bij elkaar op die je per periode maakt. Bereken de vaste lasten die je voor het product maakt over dezelfde periode (dit kan dus zowel via een integrale kostenberekening als de ABC-methode). Tel deze kosten bij elkaar op en je houdt de inkoopwaarde over. Bereken vervolgens hoeveel producten je over het kwartaal gaat inkopen. Deel de inkoopwaarde (3) door het aantal producten/diensten (4). Nu weet je wat idealiter de kostprijs van jouw product of dienst moet zijn.

Kostprijs: Berekening 1/2 10.000 stuks Zuivel EUR 4.000 Cacao EUR 3.000 Stokje EUR 1.500 Verpakking Totaal Variabele Kosten EUR 10.000 Afschrijvingen EUR 7.500 Salarissen Reclamekosten EUR 2.500 Totaal Vaste Kosten EUR 20.000 TOTALE KOSTEN EUR 30.000 Per product EUR 3

Kostprijs: Berekening 2/2 10.000 stuks 20.000 stuks Zuivel EUR 4.000 EUR 8.000 Cacao EUR 3.000 EUR 6.000 Stokje EUR 1.500 Verpakking Totaal Variabele Kosten EUR 10.000 EUR 20.000 Afschrijvingen EUR 7.500 Salarissen Reclamekosten EUR 2.500 Totaal Vaste Kosten TOTALE KOSTEN EUR 30.000 EUR 40.000 Per product EUR 3 EUR 2 !!

Conclusies uit het simpele voorbeeld Het aantal verkopen heeft wel degelijk invloed op de kostprijs: De kostprijs is lager bij de verkoop van 20.000 stuks. Als de gangbare verkoopprijs van een magnum EUR 3,50 is, dan heb je bij een verkoop van 10.000 stuks een winst van EUR 0,50 per stuk. Als de gangbare verkoopprijs EUR 2,75 per stuk is, betekent dit dat je maatregelen dient te nemen. Bijvoorbeeld: > marketing voeren om de verkopen te stimuleren; > grondstoffen in grotere hoeveelheden inkopen (schaalvoordelen); > inleveren op kwaliteit op de grondstoffen ter verlaging vd kosten. > etc.