Benigne en maligne tumoren Inleiding Medische Kennis H. 9 en 10
2 betekenissen van het woord tumor Zwelling bij ontsteking holte gevuld met vocht of andere substantie (cyste) Gezwel (toename cellen ofwel weefselgroei) Ook wel neoplasma Cellen worden dik en groeien
Celdeling Waarom delen cellen? Groei (kind) Vervangen van oude cellen > in het volwassen lichaam zijn regelmechanismen Maar.. zenuwcellen delen niet > neuronen zijn niet in staat om te delen.
Benigne tumoren = goedaardig gezwel Rustige cellen Gladde, regelmatige begrenzing Geen infiltratieve groei (=doorgroei in omgeving) Geen metastasering (=verspreiding via bloed- of lymfebaan) Problemen door grootte of plaats Sommige goedaardige tumoren kunnen op termijn wel kwaadaardig worden!
Voorbeelden benigne tumoren Fibroom = bindweefselgezwel Lipoom = vetweefselgezwel (vetbultje) Verruca vulgaris = wrat Mollusca contagiosa = waterwratjes Myoom = spierweefselgezwel (“vleesboom”)
Voorbeelden benigne tumoren Hemangioom (aardbei-/frambozenvlek) = Benigne tumor van bloedvaten Komt voor bij baby’s en kleine kinderen Bij geboorte meestal niet zichtbaar Wordt rode vlek/zwelling (van speldepunt tot tennisbal) Afwijking verdwijnt meestal vanzelf Geen behandeling nodig tenzij oog wordt geblokkeerd
benigne tumoren Fibroadenoom = combi van bindweefsel en klierweefseltumor Komt alleen voor in de mamma (=borst) Kan kwaadaardig worden, groeit door oestrogeen hormoon Poliep = uitstulping slijmvlies Binnenbekleding van orgaan > darm of blaas Kan kwaadaardig zijn/worden > daarom altijd verwijderen Naevus = Moedervlek Soms vlek, soms gezwelletje van pigment Kan kwaadaardig worden (melanoom) Symptomen: Snelle groei Vreemde verkleuring (lichter of donkerder) Jeuk Bloeden Vormverandering
Maligne tumoren = kwaadaardig gezwel Ongeremde celdeling door mutatie in de kern van cel > Begint in 1 cel en erfelijk materiaal in cel veranderd niet Oorzaak lang niet altijd bekend Wel bekend: Roken (teer) Straling, waaronder zonlicht Virus Bij ontdekking ziekte vergevorderd! Constante verdubbelingstijd > explosieve groei! Infiltratie = (soms agressief) doorgroei in omgeving Metastasen = uitzaaiingen (hematogeen/lymfogeen) Kankercellen door lymfaatje groeien > lymfeklier > lymfogeen Kankercellen door haarvaatje groeien > bloed meestromen > Hematogene metastase (bot, lever, hersenen) Vreet lichaamsenergie en schadelijke stoffen vrij in het bloed > moeheid > algehele malaise
Preventie in HAP Primaire preventie (voorkomen dat de ziekte ontstaat) Voorlichting, zoals Niet roken Gezond eten (beperkt dierlijk vet, veel groente en fruit) Beperkt alcohol Niet zonnen tussen 12 en 15 uur Secundaire preventie (ziekte zo vroeg mogelijk vaststellen dat gevolgen ervan worden voorkomen) 3 bevolkingsonderzoeken: Baarmoederhalskanker (uitstrijkje) Borstkanker (mammografie) Darmkanker (fecesonderzoek)
Secundaire preventie: ‘Seven signals of danger’ Onschuldige klachten die te lang duren Abnormale vormen van bloedverlies Zwellingen, vooral als ze geen pijn doen Verandering afwijking huid: kleur, vorm, jeuk Zweertje dat niet binnen enkele weken geneest Vermagering, zonder reden Verandering defecatiepatroon, normale regelmaat of soort ontlasting
Maar ook: (bron: www.kwf.nl) Blijvende heesheid of hoest Slikklachten Nieuwe of veranderende moedervlekken Een (niet genezend) schilferend plekje of bobbeltje op de huid Een verdikking of bobbel(tje) ergens in uw lichaam, m.n pijnloze bijv. in de borst, zaadbal, hals, oksel, lies
(bron: www.kwf.nl) Vrouw: Ongewoon vaginaal bloedverlies of abnormale afscheiding buiten de menstruatie om. Man: zaadbalklachten. Veranderingen bij het plassen zoals moeilijker kunnen plassen, vaker moeten plassen, pijn bij het plassen of bloed in uw plas.
Verschijnselen en diagnose Moeheid > in later stadium Erg veel pijn > botmetastasen Kortademig > longmetastasen Hoofdpijn, gedragsverandering > hersenmetastasen Geelzucht en jeuk > levermetastasen Bewijs van bestaan: Patholoog onderzoekt cellen/weefsel via biopt Aanvullend onderzoek: Bloedonderzoek en beeldvormend onderzoek
Behandeling van maligne tumoren Curatief = genezend Palliatief = verzachtend Gericht op het verlichten van het lijden Veelal gericht op pijn in later stadium Chirurgie = curatief: alle kankercellen zijn uit lichaam Radiotherapie (bestraling) Doet geen pijn, wel moeheid klachten Bijwerkingen: ook gezonde, snel-delende cellen worden vernietigd, bijv. bestralingsdermatitis (irritatie en ontsteking op stralingsplek)
Vervolg behandeling Oncolytica Chemotherapie: Cytostatica=celdelingremmers Bijwerkingen: ook gezonde snel delende cellen worden vernietigd, bijv. haaruitval, diarree, anemie, leukopenie, trombocytopenie. Is een aanslag op de gezondheid. Ernstig is beschadiging van beenmerg > aanmaak bloedcellen verstoord. (rode: anemie, witte: infecties, bloedplaatjes: bloeding)
Prognose gunstig of ongunstig - vooral afhankelijk van tijdstip van diagnose Vijfjaars overleving het % patiënten dat 5 jaar na stellen van de diagnose nog leeft Voorspelling voor de individuele patiënt is moeilijk te doen
Maligne tumoren IMK hfst 10.7 – zelf uittreksel en vragen maken: Bronchuscarcinoom, mammacarcinoom, prostaatcarcinoom, endometriumcarcinoom, cervixcarcinoom, colon en rectumcarcinoom, melanoom, basalioom, maagcarcinoom,