Algemene Muziekleer Hoofdstuk 7 Samenklank

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Muzische vorming Les 7 Nieuwe didactisch model Muzisch evalueren
Advertisements

Pianoles heeft onmiddellijk
Uitleg notenschrift Hoe lees je noten? Hoe speel je die noten op een piano, gitaar of klokkenspel.
3.5 Kloppen de alcoholpercentages op de verpakkingen?
Hoofdstuk 9 Projectuitvoering Controle en Correctie
Muzische vorming Les 6 Muzisch evalueren Meerstemmigheid.
Hofcultuur Muziek in de 16e en 17e eeuw.
3 terugkomende trends en hoe worden deze toegepast?
Notenschrift test jezelf
Notenschrift test jezelf
Presentatie methodeanalyse Zo leren kinderen lezen en spellen & Leeslijn De Hand-out.
Zingen met boventonen en resonantie
Uitleg notenschrift Hoe lees je noten? Hoe speel je die noten op een piano, gitaar of klokkenspel.
JE STEM Raadsel Het is een muziekinstrument…
Dirigeren Wat doet een dirigent?. inhoudsopgave Wie laat ik spelen? Ga ik aftellen? Welke opdrachten kan ik geven? Hoe laat ik ze stoppen?
Muziek in de bovenbouw Wil je in een prettige omgeving beter leren musiceren en weten hoe muziek in elkaar zit en hoe deze ontstaan is? Ben je niet bang.
Piano Hoe vind je de juiste letter terug op een piano?
Gitaar 1 Akkoorden, 2 tonen, 3 melodie als tab+noten 4 melodie als tab, 5 pentatonische toonladder.
Hoe speel ik een tab op een basgitaar
Klokkenspel Overeenkomst piano Melodie uitzoeken en instuderen
Ukelele Snaar / positie Letter bij snaar / positie Akkoorden Akkoordenschema Tab.
Notenschrift Hoe lees je noten? Hoe speel je noten op een piano of klokkenspel. Dit leren wij met het Formative Assessment programma. FAP.
Centraal Examen Nederlands
Muziekgeschiedenis 21 e eeuw Stijlen Een muziekstuk.
Singer-Songwriter Zingen en spelen tegelijk Tekst Melodie Akkoorden Transponeren Stijl en tempo Tekst langer maken Vorm.
Jazz & improvisatie nader bekeken
PO Periodieke functies
Meest voorkomende vragen bij examenteksten.
havo: hoofdstuk 9 (natuurkunde overal)
RITME 1 De namen van de noten. re - je ne Achtste noten
Psalm 150 alles wat adem heeft...
Musical Style Analysis using Statistical Pattern Recognition
Nee Zeggen!.
DEEL 1 LES 4 De basis Les 4 Snijden versie
Samenwerken en communicatie
BRUGGEN Art & Design opdracht ‘Architectuur’ - GT1
Algemene Muziekleer Hoofdstuk 8 Uitvoeringspraktijk
Algemene Muziekleer Hoofdstuk 8 Uitvoeringspraktijk
Algemene Muziekleer Hoofdstuk 1 Ritme
Algemene Muziekleer Hoofdstuk 14 Symfonische Structuren
Algemene Muziekleer Hoofdstuk 10 Melodische Relaties
Algemene Muziekleer Hoofdstuk 6 Dynamiek
Algemene Muziekleer Hoofdstuk 13 Concerterende Structuren
Parallelle beweging De toonhoogtes van twee of meer stemmen bewegen zich in dezelfde richting.
Algemene Muziekleer Hoofdstuk 4 Toonhoogte
Algemene Muziekleer Hoofdstuk 11 Dansen
Algemene Muziekleer Hoofdstuk 11 Dansen
Algemene Muziekleer Hoofdstuk 6 Dynamiek
Algemene Muziekleer Hoofdstuk 17 Vorm
Algemene Muziekleer Hoofdstuk 17 Vorm
Algemene Muziekleer Hoofdstuk 5 Toonsoort
Algemene Muziekleer Hoofdstuk 1 Ritme
Algemene Muziekleer Hoofdstuk 6 Dynamiek
Algemene Muziekleer Hoofdstuk 4 Toonhoogte
Algemene Muziekleer Hoofdstuk 12 Variatie
Algemene Muziekleer Hoofdstuk 7 Samenklank
Algemene Muziekleer Hoofdstuk 10 Melodische Relaties
Parallelle beweging De toonhoogtes van twee of meer stemmen bewegen zich in dezelfde richting.
Algemene Muziekleer Hoofdstuk 10 Melodische Relaties
Algemene Muziekleer Hoofdstuk 5 Toonsoort
Algemene Muziekleer Hoofdstuk 13 Concerterende Structuren
Algemene Muziekleer Hoofdstuk 7 Samenklank
Algemene Muziekleer Hoofdstuk 3 Tempo
Algemene Muziekleer Hoofdstuk 12 Variatie
Algemene Muziekleer Hoofdstuk 12 Variatie
Hoofdstuk 17. Polyfone Structuren
Algemene Muziekleer Hoofdstuk 3 Tempo
volgende bladzijde terug
Algemene Muziekleer Hoofdstuk 2 Maat
Algemene Muziekleer Hoofdstuk 4 Toonhoogte
Transcript van de presentatie:

Algemene Muziekleer Hoofdstuk 7 Samenklank

De intervallen

Consonant Dissonant geen of minimale spanning tussen de tonen spanning tussen de tonen. Soms klinkt het wringend. De term “vals” is echter fout, want als de instrumenten goed gestemd zijn klinken ze niet vals.

Grote drieklank (majeur) Een akkoord dat bestaat uit: Een grondtoon Een grote terts op die grondtoon Een reine kwint op die grondtoon Vb. C, E, G

Kleine drieklank (mineur) Een akkoord dat bestaat uit: Een grondtoon Een kleine terts op die grondtoon Een reine kwint op die grondtoon Vb. A, C, E

Homofoon (gelijkstemmig; Grieks: homos = gelijk; fone = stem) hebben we het wanneer bij meerstemmige muziek één van de stemmen de melodie voert, terwijl de anderen een begeleidende, opvullende functie hebben. Je ziet meteen aan geschreven muziek dat het homofoon is: de stemmen staan keurig recht onder elkaar. Bijvoorbeeld: in 1543 schreef Claude Goudimel een vierstemmige zetting van psalm 143. Hieronder zie je daarvan het begin: duidelijk homofoon, alleen in maat twee kan Goudimel zich in de derde stem even niet in houden http://www.youtube.com/watch?v=Ki0glERC31o

Polyfoon Polyfonie (veelstemmig; Grieks: polys = veel; fone = stem) betekent dat er meer melodieën tegelijk bezig zijn. Alle stemmen die meedoen zijn gelijkwaardig. We noemen deze polyfone muziek ook wel contrapuntisch. Bijvoorbeeld: in 1568 schreef Claude Goudimel opnieuw een vierstemmige zetting van psalm 143. Maar nu deed hij het anders: hij zorgde voor een contrapuntisch stemmenweefsel: polyfonie:

Unisono Eenstemmig: alle desbetreffende instrumenten spelen tegelijk dezelfde melodie Voorbeeld: Bach - Matthaus Passion Zie afbeelding) (Finale: Presto) 2e pianosonate in bes klein Frédéric Chopin https://www.youtube.com/watch?v=JJEQqcw-830

Cadenzen Twee betekenissen: (1)Vaste volgorde van akkoorden bijv. I - IV - V – I als bevestiging van de toonsoort. vaak subdominant (IV), dominant (V) en tonica (I) (2)Gedeelte in een soloconcert waarbij de solist onbegeleid een vaak virtuoze afsluiting speelt. http://www.youtube.com/watch?v=b2pa9WmJ-78 Vaardigheid 2 (examen): Het aanwijzen van cadenzen

Gebroken drieklank Het na elkaar tot klinken komen van de tonen van een akkoord

Twaalfmatig Blues schema Bluesschema's zijn opgebouwd uit perioden van een vast aantal maten met meestal drie basisakkoorden. Aan de hand van het schema kunnen op de akkoorden improvisaties uitgevoerd worden.

De Albertijnse bas is vernoemd naar de componist Domenico Alberti (1710-1740)- De laagste op 'zwaar' vallende toon fungeert meestal als bastoon en bepaalt dus de ligging. Hierdoor is gemakkelijk af te lezen om welk akkoord het gaat. Alberti: http://www.youtube.com/watch?v=RpkwBVJ6siw Albertijnse bas Een begeleidingsfiguur dat uit gebroken akkoorden bestaat

Bourdon De meest elementaire begeleidingsvorm is wel de bourdon. De bourdon is dus een begeleidingsfiguur bestaande uit lang aangehouden samenklank van een kwint (tonica en dominant) in de bas Een bourdon begeleiding word gemaakt door snaren die in kwint of octaaf gestemd zijn. Ze klinken continue en geven het hele stuk door dezelfde toon aan. Het zit standaard in instrumenten als: doedelzakken, draailieren, hommels en epinetten. Het geluid kan ook gesimuleerd worden door een piano of ander instrument. Het voorbeeld hieronder is een epinette. http://threeships.timerime.com/en/event/392519/Bourdon+begeleiding/ Draailier http://nl.wikipedia.org/wiki/Hommel_(muziekinstrument) Hommel Doedelzak

Orgelpunt een begeleidingsfiguur bestaande uit een lang aangehouden (of steeds herhaalde) toon in de bas

Close harmony Een samenklankopbouw waarbij de tonen zo dicht mogelijk bij elkaar liggen Voorbeeld begeleid: https://www.youtube.com/watch?v=1zNWBHjmKbw Voorbeeld onbegeleid (a capella): https://www.youtube.com/watch?v=jJEcdEgtOiQ

Cluster Een samenklank van een aantal dicht bij elkaar liggende tonen

Akkoordsymbolen: majeur/ mineur/ dominant septiem Vanuit C geredeneerd: C: C-majeur grondtoon + grote terts + reine kwint Cm: C-mineur grondtoon + kleine terts + reine kwint C7: C-majeur (dominant) septiem grondtoon + grote terts + reine kwint +kleine septiem

Klanklaag/dichtheid Klankkleur De soort klank van de instrumenten, dat afhankelijk is van de speelwijze, materiaal en de vorm van het instrument. Klankdichtheid Mate van doorzichtigheid van een orkestklank, in hoeverre zijn de instrumenten ‘versmolten’     Klanklaag Duidelijk te onderscheiden klankgroep binnen een orkestklank

Hoofdstuk 6: Samenklank Luistervaardigheid en voorstellingsvermogen: Herkennen en benoemen van: - eenstemmigheid, tweestemmigheid / intervallen, driestemmigheid. Herkennen van meerstemmigheid Herkennen, benoemen en onderscheiden van: Vormen van eenstemmigheid/meerstemmigheid Spanning en ontspanning Volgen, herkennen en analyseren van een akkoordenschema; Noteren van een aangeboden akkoordenschema met maximaal drie verschillende gegeven akkoorden Interpreteren van veranderingen en contrasten vergelijken en beoordelen van verschillende interpretaties Volgen van een partituur

Hoofdstuk 6: Samenklank begrippen die bij dit item van de stofomschrijving horen Akkoord: grote (majeur) en kleine (mineur) drieklank. Akkoordenschema Akkoordfuncties: I-IV-V en II-V-I Tonica/grondtoon, subdominant en dominant Akkoordsymbolen aanduiding voor majeur (C), mineur (Cm) en dominant septiem (C7). Albertijnse bas. Partituur Twaalfmatig bluessschema Bourdon, orgelpunt. Cadens Close harmony. Cluster. Consonant en dissonant. Gebroken drieklank. Homofonie, polyfonie en unisono. Intervallen: reine prime, kleine terts, grote terts, reine kwart, reine kwint, rein octaaf Klanklaag/dichtheid Tracks Tweeklank,drieklank