§1.3 Bouwen en graven In deze paragraaf leer je over: Hunebedden Geloven Leven na de dood Bezit en macht © Noordhoff Uitgevers
Hunebedden Rond 3000 v.C. bouwden boeren in Noord-Nederland grafheuvels van grote, gestapelde stenen, hunebedden. Het bouwen van deze graven hoorde bij de cultuur van de hunebedbouwers. Cultuur: denken en doen van een groep mensen. © Noordhoff Uitgevers
© Noordhoff Uitgevers
Geloven De hunebedbouwers begrepen niet hoe natuurverschijnselen, zoals onweer, ontstonden. Om deze verschijnselen uit te leggen, gingen ze in goden geloven. De boeren geloofden dat achter iedere natuurkracht een god zat. Ze hadden een natuurgodsdienst. Om een god tevreden te houden, gaven (offerden) ze spullen of dieren aan de god. © Noordhoff Uitgevers
Leven na de dood Hunebedbouwers geloofden in een leven na de dood. De doden kregen spullen mee in hun graf om te gebruiken in het hiernamaals. Door het opgraven van grafgiften weten we meer over de hunebedbouwers. Wetenschappers die opgravingen doen, heten archeologen. © Noordhoff Uitgevers
Bezit en macht In de samenleving van jagers-verzamelaars bestond veel gelijkheid tussen mensen. In de landbouwsamenleving waren meer verschillen in bezit en macht. In de boerendorpen waren de sociale verhoudingen anders. Rijke boeren kregen na hun dood meer voorwerpen mee in hun graf. © Noordhoff Uitgevers
Dorp van hunebedbouwers Dorp van hunebedbouwers. links een eenvoudige woning, rechts een groot huis met stevige palen en wanden. © Noordhoff Uitgevers