Digitale geletterdheid Beschikken over goede digitale kennis en Vaardigheden
Omschrijving Digitale geletterdheid SLO (2014) ■■ Basiskennis ict – De instrumentele vaardigheden (‘knoppendrukken’), zoals omgaan met standaard-software en veilig kunnen internetten. ■■ Computational thinking – Zodanig kunnen denken dat je een probleem kunt oplossen met behulp van ict. ■■ Informatievaardigheden – Het kunnen zoeken, selecteren, verwerken en toepassen van relevante informatie. ■■ Mediawijsheid – Datgene wat nodig is om bewust, kritisch en actief te kunnen functioneren in de huidige – gemedialiseerde – wereld.
Waarom digitale geletterdheid? Hoe digitaal geletterd zijn leerlingen? Minder dan dat we denken Vaak oppervlakkig Niet kritisch Wat betekent de veranderende wereld voor leerlingen? ICT beheerst de werkvloer Het dagelijks leven, sociaal en met ouders
In het leven… Privacy waar kinderen geen invloed op hebben Ouders die foto’s, filmpjes plaatsen Foto’s geplaatst door school. Toestemming van ouders, maar wat vindt het kind er van? Ouders volgen kind d.m.v. locatie (gps), schoolapp etc. Kan een kind thuis nog trots vertellen wat zijn/haar cijfers waren? Kan het nog spijbelen? Uitwisseling Bron, gemeente met bijv. verzuimgegevens
In het leven… Seksualiteit Commercie en online marketing Aandacht Internet, Whatsapp etc. Commercie en online marketing Via apps kinderen bereiken Aandacht Afleiden van schoolwerk door gaming, social media Maar ook: In de belangstelling staan
■■ Basisbegrip ict Het kunnen benoemen van functies van computers en computernetwerken. ■■ Infrastructuur Het kunnen benoemen, aansluiten en bedienen van hardware, het kunnen bedienen van verschillende apparaten en programma’s en het kunnen opslaan en toegankelijk maken van informatie. ■■ Standaardtoepassingen Het kunnen omgaan met standaard kantoortoepassingen en andere softwareprogramma’s voor onder meer internetgebruik, beeldbewerking, samenwerking en betalingsverkeer. ■■ Veiligheid Op de hoogte zijn van (en kunnen omgaan met) beveiligings- en privacyaspecten in het kader van persoonlijke en financiële gegevens.
■■ Informatieprobleem formuleren ■■ Zoekstrategieën ■■ Verwerven en selecteren van informatie ■■ Verwerken van informatie ■■ Presenteren van informatie ■■ Evalueren en beoordelen
■■ Media en beeldvorming Bewust zijn van en inzicht hebben in de manier waarop media de werkelijkheid kleuren ■■ Media, ict-(basis)vaardigheden en informatievaardigheden Om kunnen gaan met apparaten, software en toepassingen, kennis en vaardigheden in toepassingen die privacy en Veiligheid moeten waarborgen, basisvaardigheden die zich richten op het toewijzen van informatie en het bewust en kritisch gebruiken van informatie. ■■ Creëren en publiceren van media Begrijpen hoe media gebruikt worden, zelf media kunnen produceren en creëren en daar doelen mee kunnen realiseren en daarop reflecteren. ■■ Media, participatie en identiteit – doelbewust participeren in sociale netwerken, samen met anderen, en daarop kunnen reflecteren; de veiligheid, privacy en de participatie van zichzelf en anderen bewaken en beschermen.
■■ Gegevens verzamelen ■■ Gegevens analyseren ■■ Gegevens visualiseren ■■ Probleem decompositie = Opdelen van een taak in kleinere, overzichtelijke taken. ■■ Abstractie = Reduceren van de complexiteit van een probleem. ■■ Automatisering Door een computer laten uitvoeren van zichzelf herhalende of eentonige taken totdat een oplossing is bereikt ■■ Simulatie en modellering Etc. etc. Kortom: Kunnen nadenken over de vraag hoe je met een computer (telefoon, tablet, VR-bril) problemen oplost.
Programmeren en coderen zijn een onderdeel van computational thinking ■■ Programmeren is het – stap voor stap – instrueren van een apparaat (zoals een computer of een robot). Dat kán door middel van software maar dat hoeft niet. Je kunt een speelgoedrobotje ook programmeren door het indrukken van knopjes. ■■ Coderen is een specifieke vorm van programmeren, waarbij de instructies worden geformuleerd met behulp van een computertaal (zoals Scratch, Python, PHP, Javascript, et cetera.). Na het coderen ontstaat een computerprogramma.
21e eeuwse vaardigheden 1 Creatief denken 2. Probleem oplossen 3. Computational thinking 4. Informatievaardigheden 5. ICT-basisvaardigheden 6. Mediawijsheid 7. Communiceren 8. Samenwerken 9. Sociale en culturele vaardigheden 10. Zelfregulering (zelfst. werken, plannen, evalueren etc.) 11. Kritisch denken
Doel Gelijke kansen Maatschappij Veiligheid Toekomst Omdat het ook Heel leuk kan zijn!