6. Rassenkeuze Voedergewassen.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Tussengewassen een alternatief voor mais?
Advertisements

Soorten granen Brood wordt gemaakt van graansoorten als  tarwe, rogge, rijst, gerst, maïs, boekweit en spelt. Daarnaast bevat brood altijd water, gist.
GRASDUINEN IN het GRAS Gebruiksdoelstellingen van gras voor landbouw
Inkomen Begrippen 1 t/m 5 Werkboek blz 5
Gras en klaver: soort en rassenkeuze met respect voor natuur en milieu
2.2: Meer kennis, meer voedsel
Donkere materie Door Floor, Josefien, Emma en Roos.
AMV Sociaal maatschappelijke dimensie
Bio-ir. Lieven De Proft Gsm: +32 (0) Italiaanse maïs… DE PROFT Agrotechnie.
Fase 3 Bouwen en verzorgen van artikelpresentaties
Ruwvoer aan de basis. Cees Jan Hollander, deskundige voeding rundvee
Onderzoeksvragen? 8 april april 2014.
Hoe leer je geschiedenis?
Vier rijken vergelijken
Onderzoeksvragen?.
Waaruit bestaat een plantencel
Veevoeding Lesstof blok 2 Sijbren Mulder.
Blok 3: Voedermiddelen en analyse kuil/mais uitslag
Lesstof blok 1 tweede gedeelte
Maïsteelt Wat voor soort plant is maïs? Warmte ? Koude ?
 Geeft balans weer tussen vraag en aanbod van ruwvoer.
Maïs door de ogen van de koe
Aardappelteelt.
Voeding Paard.
LICENTIE 1 VEEHOUDERIJ Herkennen ziekten, plagen, onkruiden en a-
Loopbaan oriëntatie en begeleiding (SLB)
Inhoud les Huiswerk (Wortels af) Biobits : Stengels
Aardappelteelt.
Cursus 1.3 Reis door de tijd Klas 1 KGT Lesweek 3
Les Geit
T – som en grasgroei.
Grasgroei door het jaar heen
Cursus 1.1 Werken met Kaarten Klas 1 KGT Lesweek 4
Cursus 1.1 Werken met Kaarten Klas 1 BK Lesweek 2
Ureum Duurzaam ondernemen V42.
H2 herhaling §1+ §2 Elektriciteit
Ureum Duurzame veehouderij.
Marketing Week 2 Les 1 (maandag 4 december 2017)
H3 §1 Energie uit brandstoffen
NASK leerjaar 3 H6 Schakelingen §3 Het Relais.
NASK leerjaar 3 H6 Schakelingen §Test jezelf.
Leerjaar 3 Nask1 H2 §1 Elektriciteit.
NASK leerjaar 3 H6 Schakelingen §2 NTC & LDR.
Aardappelen.
Leerjaar 3 Nask1 H3 §4 Waterkracht.
7. Veevoeding en beweiding
Deelvraag: Waar hoor ik bij?
Kleine hoeveelheden bemesten onder droge omstandigheden
NASK leerjaar 3 H6 Schakelingen §4 Transistor.
H6 Schakelingen §1 Weerstand
Leerjaar 3 Nask1 H7 Materie §1 Moleculen.
Voerbehoefte melkvee VE31/VE41.
1. Introductie maïs Voedergewassen.
Voeren en Verzorgen Voer en Water behoefte.
Voedergewassen vrijdag 22 februari 2019.
10. Oogst.
9. Ziekten, plagen en beschadegingen
IS EEN WALVIS WEL EENS BANG IN HET DONKER? LES 7 : DIEPSTE PLEK.
Voeding Melkvee.
2. Het gewas Voedergewassen.
Voerbehoefte melkvee VE31/VE41.
VOS, FOS en OEB.
Erosie en Sedimentatie
Persona’s maken, hoe doe je dat?
Voer efficiëntie.
De Kostprijs Why Bother?.
Tarief berekenen LG41 IBS 1.3 – les 2.
Tarief berekenen LG32 IBS 2.3 – les 2.
Vleesproductie rund Les 4, 28 februari.
Transcript van de presentatie:

6. Rassenkeuze Voedergewassen

Rassen: ontstaan na verdeling in Nederland GGO ongewenst (eis zuivel) Eigenschappen: Stevigheid; wortelzwakte of stengelzwakte Stengelrot; fusarium. Tegen de oogst Builenbrand; schimmel op de kolf, vooral na droogte GGO--> Genetisch gemodificeerde rassen (

Rassenlijst: voorbeeld Zie blz. 82-83 handboek: Eerst kiezen: zeer vroeg <-> middenvroeg/laat Toelichting: blz. 84-89 Handboek:

(vervolg) Eigenschappen Helminthosporium; bladschimmel, uit gewasresten Beginontwikkeling; onkruidonderdrukking Plantlengte; legering en verkoop Vroegheid bloei; vochttekort DS-gehalte; inkuilverliezen

(vervolg) Eigenschappen VEM/kgds; kwaliteit van het voer DS-opbrengst; hoeveelheid voer per Ha VEM-opbrengst; energiehoeveelheid per Ha Celwandverteerbaarheid; restplant Zetmeelgehalte; kolfaandeel en rantsoen

Korrelmaïs Later oogsten en moet echt rijp zijn Vroegheid bloei DS-gehalte Korrelopbrengst Oogstbaarheid Dorsbaarheid

Lees H6 Handboek Snijmais Maak vragen H6 werkboek Gebruik handboek én de maiswijzer van wiki voor het maken van de vragen Vraag 90 en 91 wordt vervangen door onderstaande vragen: Waar is het DS% afhankelijk van Waaruit bestaat de kwaliteit van snijmais Leg uit wat er met deze begrippen bedoelt wordt. Leg uit dat als het gebruiksdoel wisselend is, welke onderdelen dan het onderscheid maken en waarom