week 2 Pragmatiek + conversatieanalyse

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Het schrijven van een practicum verslag
Advertisements

Welkom iPad of Laptop uit. Tassen tegen de achterwand s.v.p. Ga rustig zitten en wacht tot de les begint. Tafels staan opgestapeld, blaadje met pen ligt.
Hoe doe je dat? Actief Zendingswerk
First ID project College de Meer Uitleg van het project aan de hand van de volgende vragen: Waarom, Wie, Wat, Hoe, Waar, Wanneer.
Ik hou van Holland spel!.
Ik hou van Holland spel!.
Inleiding taalwetenschap
Luisteren Parafraseren; Reflecteren van gevoel; Herhalen; Ordenen;
Ik ben Bob..
Introductie.
Wat is een webkwestie?. Wat is een webkwestie?
De oudere stagiaire.
Allemaal beestjes Wereldoriëntatie les 2. Planten- en vleeseters.
Samenvatting Havo 5.
Wat doet een magneet?.
Waarom begrijpen we elkaar wel en niet?.  De man sloeg de hond met de stok.
EEN KIJKJE BIJ DE KLEUTERS! Een dagje in onze klas!
Groepsdynamica & Interactief communiceren
Solliciteren: wat wil ik?
Thema 2, week 1.5 Instructiestrategie samenwerkend leren en basisomgangsvormen 29 september 2014 Periode 1 KOP
Pemprl.
Thema 2, week 1.4 Leerdoelen en instructiemodellen 22 september 2014
Les natuur en techniek, maandag en dinsdag groep 5 en 6
Bs.1: onderzoek doen Bs.6: een werkplan maken
Mark Manders. Oriënteren & Categoriseren Consensus Verdelen begrippen Werkgroepen maken Uitleg opdracht Vandaag.
Is ‘t kofschip gezonken…?
Thema 2 Periode 1 KOP
Week 4 Conversatieanalyse - interactie in de klas.
Taalbeschouwing 2 week 5 Pragmatiek.
Trillingen Klik op de pijltjes van je toetsenbord om naar de volgende of vorige dia te gaan. Hallo allemaal, we gaan het hebben over: dubbelklik.
Bijeenkomst 5.  Doelen  Wat hebben jullie bij thema vanmorgen gedaan?  Feedback geven en ontvangen op huiswerkopdracht  Van doelen naar leeractiviteiten.
Leespubliek. Spoorboekje Even opfrissen Oefening leespubliek Bespreken oefening Wat gaan we leren?: Je kunt vertellen wat een leespubliek is en naar welke.
Terreur in de klas. Eerst een minuut stilte. Tips van Klasse: leerlingen-over-terreur-en-geweld/
Bijeenkomst 4: Van lesdoelen naar leeractiviteiten
TAALONDER ZOEK 2.10 SOCIOLECTEN. WAT GAAN WE DEZE LES LEREN? 1.Wat groepstaal is. 2.Hoe sociale groepen zich onderscheiden via groepstaal. 3.Het belang.
SVP op dezelfde plaats zitten als vorige keer s.v.p. Wat gaan wij doen? -De vorige les (ca. 5 min.) -Huiswerk bespreken (ca. 5 min.) -Meegebracht voorwerp.
Week 5 Pragmatiek. 1. Begrippen vorige week kort herhalen 2. Beurtwisseling in de klas: vragen stellen 3. Reacties op antwoorden leerlingen: face + repair.
Collegeweek 2 Conversatieanalyse en pragmatiek. 1. Je kunt het onderzoeksgebied van de conversatieanalyse in een breder kader plaatsen. 2. Je weet wat.
Koffieochtend 3 november 2016 REGELS EN GRENZEN IN DE OPVOEDING
Uitleg bij de vragenlijst Veiligheidsbeleving
1. Wat gaan we vandaag doen ?
Moleculen Mo eculen Les 5 Zoek het uit! deel 1.
Onderhouden met Werktuigen en machines
Werkwoordspelling. Werkwoordspelling Tegenwoordige tijd Als de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd staat, kun je kiezen uit drie vormen: 1 = ik-vorm.
Cursus 1.3 Reis door de tijd Klas 1 KGT Lesweek 3
Houd je aandacht erbij! Trainers: Jan de Groot Henk Torreman.
Reddingsboeien Opdracht: Speel drie op een rij, op de grond!
Week 1, les 8 Ga zitten in de kring.
Nee Zeggen!.
Semantiek week 7.
Doel: De leerling kan, aan het einde van de les, benoemen hoe blootstelling en interpretatie van invloed zijn op het koopproces van de consument. Ook kan.
Pragmatiek.
Vakdidactiek 2 Doelen van het vak
Workshop leerdoelen over druk en ruimte
Uitleg bij de vragenlijst ZIEN. Leerling 5-8 Leer- en leefklimaat ZIEN
Leren van leerlingen en de opbouw van een les
JULLIE WETEN DAT IK HET HEB, MAAR WAT IS HET?
Nee-zeggen Footer Text 12/30/2018.
Excursiedidactiek Radboud Docenten Academie
Hoofdstuk 1 Wie ben je? Wat kun je? Wat wil je?
Het vak maatschappijleer
week 2.8 Pragmatiek + conversatieanalyse
Vandaag De Alpen: wat, waar, waarom daar?
Jongens en meisjes …verschillende rollen
week 3 Pragmatiek + conversatieanalyse
collegeweek 1 Conversatieanalyse en pragmatiek
Feedback Reinier Geurts.
SEL Les 2: normen en waarden.
Communicatie 5e les.
Transcript van de presentatie:

week 2 Pragmatiek + conversatieanalyse Taalbeschouwing 2 week 2 Pragmatiek + conversatieanalyse

De vraag van vandaag: Waarom stellen docenten vragen?

Wat gaan we vandaag doen? 1. Begrippen vorige week herhalen + taalhandelingen uitleggen 2. Beurtwisseling in de klas: vragen stellen

Doelen 1. Je kent de volgende begrippen: locutie, illocutie en perlocutie, directe/indirecte taalhandelingen. 2. Je weet het verschil tussen alledaagse vragen stellen en vragen in de klas. 3. Je kent drie kenmerken die horen bij effectieve vragen door docenten.

1. Taalhandeling (staartje les 1) Met taal doe je dingen: vragen, beloven, dreigen, mededelen, etc.

1. Taalhandeling Jeroen zit bij het raam. Tineke kijkt hem aan en zegt: "Het wordt hier wel een beetje koud". Taalhandeling in deze opmerking? Niet letterlijk: tussen de regels doorlezen. (= implicatuur) Indirecte taalhandeling.

1. Taalhandeling Dus: dezelfde boodschap soms in verschillende verpakkingen. a. "Doe het raam dicht!" b. "Wil je het raam dicht doen?" c. "Ik heb het eigenlijk een beetje koud, het raam mag ook wel dicht." d. "Het wordt hier wel een beetje koud."

1. Taalhandeling 3 lagen in een uiting: 1. letterlijk 2. onderliggende boodschap 3. beoogd effect

1. Taalhandeling Jeroen zit bij het raam. Tineke kijkt hem aan en zegt: "Het wordt hier wel een beetje koud". 1. letterlijk: - locutie - 'Het wordt hier wel een beetje koud.'

1. Taalhandeling Jeroen zit bij het raam. Tineke kijkt hem aan en zegt: "Het wordt hier wel een beetje koud". 2. onderliggende boodschap: - illocutie - 'Wil je het raam dicht doen?'/'Doe het raam dicht.'

1. Taalhandeling Jeroen zit bij het raam. Tineke kijkt hem aan en zegt: "Het wordt hier wel een beetje koud". 3. beoogd effect: - perlocutie - Jeroen heeft het raam voor Tineke dicht gedaan.

1. Taalhandeling Soms doe je iets door het te zeggen: 1. Theo zegt: "Ik beloof dat ik je morgen bel." 2. De ambtenaar van de burgerlijke stand zegt: "En hierbij verklaar ik u tot man en vrouw."

1. Taalhandeling 1. Theo zegt: "Ik beloof dat ik je morgen bel." - Beloven = performatief werkwoord. - Performatieve werkwoorden: je zegt iets en daardoor doe je iets. - Zie verder dossieropdracht.

1. Opdracht hand-out A: ‘Kun je me het zout aangeven?’ B: ‘Ja, ik mankeer toch niets aan mijn handen?!’ (Spreker B blijft verder rustig dooreten.) a. Bedoeling spreker A? 'Geef me het zoutpotje.'

1. Opdracht hand-out A: ‘Kun je me het zout aangeven?’ B: ‘Ja, ik mankeer toch niets aan mijn handen?!’ (Spreker B blijft verder rustig dooreten.) b. Interpretatie door B? Letterlijk: een vraag naar wat iemand kan.

1. Opdracht hand-out A: ‘Kun je me het zout aangeven?’ B: ‘Ja, ik mankeer toch niets aan mijn handen?!’ (Spreker B blijft verder rustig dooreten.) c. Wat past spreker B hier niet toe? - Implicatuur. - Spreker A doet indirecte taalhandeling, spreker B interpreteert het letterlijk.

1. Opdracht hand-out A: ‘Kun je me het zout aangeven?’ B: ‘Ja, ik mankeer toch niets aan mijn handen?!’ (Spreker B blijft verder rustig dooreten.) d. Gevolgen uitblijven implicatuur? - A krijgt geen zout, wat wel de bedoeling was. - Perlocutie van A slaagt niet.

De vraag van vandaag: Waarom stellen docenten vragen?

2. Beurtwisseling in de klas: vragen stellen Waarom stellen mensen vragen? Waarom stellen docenten vragen? Vaak: - om groep erbij te houden - voortgang eigen verhaal

2. Beurtwisseling in de klas: vragen stellen Hoe laat je leerlingen zo veel mogelijk zeggen?

2. Beurtwisseling in de klas: vragen stellen 'Ik heb nu een vraag waarvan ik wil dat jullie er eerst even rustig over nadenken. Daar krijg je even de tijd voor. Noteer wat je denkt in je schrift. Ik vraag zo kriskras wat gedachtes terug. De vraag luidt: hoe laat je leerlingen zo veel mogelijk zeggen?'

2. Beurtwisseling in de klas: vragen stellen Ebbens en Ettekoven Effectief leren:

2. Beurtwisseling in de klas: vragen stellen Effectief leren door Ebbens en Ettekoven: échte vragen: 1. prikkelen tot nieuwsgierigheid; 2. laten leerlingen op zoek gaan naar het goede antwoord; 3. laten leerlingen net aangeboden kennis verwerken.

2. Beurtwisseling in de klas: vragen stellen Hand-out: schema met vragen over Roodkapje. Lees en noteer welke verschillen in de vragen ervoor zorgen dat categorie 1 t/m 4 oplopen in complexiteit.

2. Beurtwisseling in de klas: vragen stellen Beurtwisseling: hoe zorg je ervoor dat niet steeds dezelfde leerlingen praten? Wat is de rol van pauzes in beurtwisseling?

2. Beurtwisseling in de klas: vragen stellen Eigen ervaringen met onderwijsleergesprekken.

De vraag van vandaag: Waarom stellen docenten vragen?

Doelen 1. Je kent de volgende begrippen: locutie, illocutie en perlocutie, directe/indirecte taalhandelingen. 2. Je weet het verschil tussen alledaagse vragen stellen en vragen in de klas. 3. Je kent drie kenmerken die horen bij effectieve vragen door docenten.