Gehele getallen optellen en aftrekken © André Snijers
Optellen van twee gehele getallen Symbool Als er twee tekens op elkaar volgen, gebruik je haakjes om verwarring te vermijden. Rekenregel Twee gehele getallen met hetzelfde teken optellen: behoud het teken; tel de absolute waarden van de termen op. +7 + (+5) = –8 + (–3) = +6 + (–9) = –2 + (+4) = +12 –11 –3 Twee gehele getallen met een verschillend teken optellen: neem het teken van het getal met de grootste absolute waarde; trek de absolute waarden van de termen van elkaar af. +2
Handig rekenen bij het optellen Haakjes waar een plusteken voor staat Staat er een plusteken voor de haakjes, dan mag je het plusteken en de haakjes weglaten. 7 + (+5) = 4 + (–2) = –8 + (+3) = –6 + (–9) = 7 + 5 … + (+ …) … + … … + (– …) … – … 4 – 2 –8 + 3 –6 – 9
Aftrekken van twee gehele getallen Rekenregel 7 – 3 = 4 7 + (–3) = 7 – 3 = 4 Dus: 7 – 3 = 7 + (–3) Een aftrekking wordt een optelling van het eerste getal met het tegengestelde van het tweede getal. Een geheel getal aftrekken van een ander geheel getal is hetzelfde als zijn tegengestelde erbij optellen.
Handig rekenen bij het aftrekken Haakjes waar een minteken voor staat Je mag haakjes waar een minteken voor staat en het minteken weglaten, als je de term tussen de haakjes van teken verandert. 7 – (+5) = 4 – (–2) = –8 – (+3) = –6 – (–9) = 7 – 5 … – (+ …) … – … … – (– …) … + … 4 + 2 –8 – 3 –6 + 9