Reading strategies 2 Meaning of words, fixed expressions, multiple choice questions, open questions, article.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Algemene Weetjes Over Tekst verklaren en het CSE.
Advertisements

HET CSE NEDERLANDS. Je spreekt toch al jaren
De leesstrategie voor begrijpend lezen
Groep Doel bepalen Voorspellen Kennis ophalen Vragen stellen
Leesvaardigheid (ook te vinden op LaPlaza)
tekstbegrip Probleem; hoeveelheid vragen bij tekst.
Bronnen Merle Wissink.
Een lessenserie van drie lessen
Denk aan een getal met 2 cijfers ... ?. Denk aan een getal met 2 cijfers ... ?
Welkom op de informatieavond van groep 7
LEESVAARDIGHEID Tips & Tricks.
Denk aan een getal met 2 cijfers ... ?. Denk aan een getal met 2 cijfers ... ?
She is beautiful/beautifully.
Three steps to success Foutloos zinnen vertalen in drie stappen
MET DANK AAN COLLEGA’S IN DEN LANDE ! vee 2012
Woordenschat en kijk op taal Hoofdstuk 2 en 3
Stijl Extra uitleg 4 havo.
Woordenschat Woordbetekenissen vinden
Deltion College Engels A1 Lezen [Edu/002] thema: Headlines can-do : kan het onderwerp vaststellen van korte berichten in een krant © Anne Beeker Alle rechten.
Deltion College Engels B1 Lezen [no. 001] can-do : 2 products compared.
De dag vóór het examen Schrijf de data en uren waarop je examen moet doen op een groot vel papier en hang het goed zichtbaar op! Leg alles wat je voor.
Deltion College Engels B2 Lezen[Edu/001] /subvaardigheid schrijven korte samenvattingen thema: Exotic news can-do : lezen om informatie op te doen - kan.
Woordraadstrategieën
Woordraadstrategieën
Woordraadstrategieën
Woordraadstrategieën
H4 lezen ‘zoekend lezen’.
Deltion College Engels A1 Lezen/ Schrijven [Edu/001] thema: you’ve got mail can-do : kan korte, eenvoudige berichten begrijpen/ kan een korte mededeling.
inleiding leesvaardigheid Leesstrategieën & schrijfdoel
Deltion College Engels A1 Lezen [Edu/003] thema: simple stories can-do : kan specifieke informatie vinden en begrijpen in eenvoudig, alledaags materiaal.
Hoe gebruik je een woordenboek?
Briant College Cursus woordenschat woordraadstragieën.
NEXT LW 2 Bijv.nw. 3 Zelfst. nw. 4 PV 5 Ond Taal Team 1 Team 2 Team 3 Team 4 Team 5 Team 6.
Kennen en kunnen Wat je moet kennen en kunnen voor de SO Woordenschat H1 t/m H4 1. Woordraadstrategieën: -zoek een synoniem; -zoek een omschrijving of.
leesvaardigheid reading skills
Centraal Examen Nederlands
STAPPENPLAN VOOR HET MAKEN VAN EEN LEESTOETS LEESRONDE 1 - ORIENTEREND: -Lees titel, tussenkopjes etc. -Lees eerste en laatste alinea -Formuleer hoofdgedachte.
EEN MANIER OM DE BETEKENIS VAN ONBEKENDE WOORDEN IN EEN TEKST TE VINDEN Woordraadstrategieën.
Woordenschat Letterlijk en figuurlijk taalgebruik.
Leesvaardigheid Lezen en leestoetsen. ▪ 1. Gouden tip voor leestoetsen ▪ 2. Hoe pak je leestoetsen aan? ▪ 3. Wat doe je bij onbekende woorden? ▪ 4. Hoe.
Groep 4 Begrijpend lezen lezen
Groep 6 Begrijpend lezen
Woordraadstrategieën
De vraag is je beste vriend
Meest voorkomende vragen bij examenteksten.
Woordraadstrategieën
Groep 7 Begrijpend lezen lezen
Teksten zoeken en vinden
Meest voorkomende vragen bij examenteksten.
Groep 5 Begrijpend lezen lezen
Hoofdstuk 1 Grammatica zinsdelen
Ontbinden in factoren Som, product methode
Lezen 1.2 Leesstrategieën, tekstverband/signaalwoorden onderwerp en hoofdgedachte.
Lezen H1 t/m H3 In deze PowerPoint: Op onderwerp: Op leesstrategie:
Dictionary Skills!?.
English listening lesson Christiaan van der Logt
Omschrijvingen en definities
Woordraadstrategieën In klas 1 leer je zes woordraadstrategieën.
Leesvaardigheid (ook te vinden op LaPlaza)
Lezen 1.3 en 2.1 Woordenschat 1.1 en 1.2
Today: Chapter 2 Discuss SO 2 What to study for your test?
Infographics Wat is de functie van infographics en hoe haal ik belangrijke informatie uit ze? NU Nederlands 2F.
GRAMMATICA Unit 3 klas 2 Aanwijzende voornaamwoorden, bezittelijke voornaamwoorden, de voltooide tijd en het lidwoord a/ an.
Examentraining.
Past Simple Wat is de Past Simple? Wanneer gebruik je de Past Simple?
De leesstrategie voor begrijpend lezen
De exegese van de tekst Of te wel, begrijp je wat God door de bijbel tegen je zegt? Lees niet alleen wat er staat. Onderzoekt alles, maar behoud het goede.
Teksten zoeken en vinden
Grammatica: werkwoorden
Leesvaardigheid Woordbetekenis Leesvaardigheid – Woordbetekenis.
Transcript van de presentatie:

Reading strategies 2 Meaning of words, fixed expressions, multiple choice questions, open questions, article

Meaning of words (Betekenis van woorden) Ga door met lezen - kun je de context begrijpen?

Meaning of words (Betekenis van woorden) Ga door met lezen - kun je de context begrijpen? Wordt het woord verderop in de tekst uitgelegd?

Meaning of words (Betekenis van woorden) Ga door met lezen - kun je de context begrijpen? Wordt het woord verderop in de tekst uitgelegd? Zijn er illustraties?

Meaning of words (Betekenis van woorden) Ga door met lezen - kun je de context begrijpen? Wordt het woord verderop in de tekst uitgelegd? Zijn er illustraties? Wat voor soort woord is het (een zelfstanding naamwoord, een werkwoord)?

Meaning of words (Betekenis van woorden) Ga door met lezen - kun je de context begrijpen? Wordt het woord verderop in de tekst uitgelegd? Zijn er illustraties? Wat voor soort woord is het (een zelfstanding naamwoord, een werkwoord)? Ken je een gedeelte van het woord? Ja  Raad de betekenis (bv. unhealthy is de tegenovergestelde van healthy)

Meaning of words (Betekenis van woorden) Ga door met lezen - kun je de context begrijpen? Wordt het woord verderop in de tekst uitgelegd? Zijn er illustraties? Wat voor soort woord is het (een zelfstanding naamwoord, een werkwoord)? Ken je een gedeelte van het woord? Ja  Raad de betekenis (bv. unhealthy is de tegenovergestelde van healthy) Gebruik een woordenboek en kies de betekenis die het best bij de context past.

Meaning of words (Betekenis van woorden) NU Engels Deel A p. 82

Wat betekenen de vetgedrukte woorden? What an unbelievable story! This house is really huge. Mine is much smaller. I wasn’t expecting you so early.

Fixed expressions (uitdrukkingen) Uitdrukkingen bestaan uit meerdere woorden.

Fixed expressions (uitdrukkingen) Uitdrukkingen bestaan uit meerdere woorden. Bepaal het kernwoord (het eerste betekenisvolle woord).

Fixed expressions (uitdrukkingen) Uitdrukkingen bestaan uit meerdere woorden. Bepaal het kernwoord (het eerste betekenisvolle woord). Zoek het op in een woordenboek.

Fixed expressions (uitdrukkingen) Uitdrukkingen bestaan uit meerdere woorden. Bepaal het kernwoord (het eerste betekenisvolle woord). Zoek het op in een woordenboek. Vind de uitdrukking.

Fixed expressions (uitdrukkingen) Uitdrukkingen bestaan uit meerdere woorden. Bepaal het kernwoord (het eerste betekenisvolle woord). Zoek het op in een woordenboek. Vind de uitdrukking. Niet gevonden?  Kies het eerste volgende kernwoord.

Multiple choice questions (meerkeuze vragen) Lees de vraag.

Multiple choice questions (meerkeuze vragen) Lees de vraag. Controleer de kernwoorden.

Multiple choice questions (meerkeuze vragen) Lees de vraag. Controleer de kernwoorden. Zoek een antwoord op (in langere teksten kijk naar topic sentences).

Multiple choice questions (meerkeuze vragen) Lees de vraag. Controleer de kernwoorden. Zoek een antwoord op (in langere teksten kijk naar topic sentences). Kies het beste antwoord.

Multiple choice questions (meerkeuze vragen) Lees de vraag. Controleer de kernwoorden. Zoek een antwoord op (in langere teksten kijk naar topic sentences). Kies het beste antwoord. Streep de antwoorden weg die fout zijn (of als je de informatie niet kan vinden).

Multiple choice questions (meerkeuze vragen) Lees de vraag. Controleer de kernwoorden. Zoek een antwoord op (in langere teksten kijk naar topic sentences). Kies het beste antwoord. Streep de antwoorden weg die fout zijn (of als je de informatie niet kan vinden). Soms moet je beoordelen of interpreteren.

Multiple choice questions (meerkeuze vragen) Lees de vraag. Controleer de kernwoorden. Zoek een antwoord op (in langere teksten kijk naar topic sentences). Kies het beste antwoord. Streep de antwoorden weg die fout zijn (of als je de informatie niet kan vinden). Soms moet je beoordelen of interpreteren. Let op woorden zoals: some people/most people, is/isn’t, according to.

Open questions (Open vragen)

An article (Een artikel)