Angststoornissen en hypochondrie

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Minimale interventie Christine van Boeijen.
Advertisements

Diagnostiek in de psychiatrie
De vier dimensionale klachtenlijst (4DKL)
Susanne Wolthaar conferentie opleiden in school (V)SO
McDD 3 november 2008 Luna Beukema Yvonne Bijl.
blok 1.6 Normaal of abnormaal?
Angst & Dwang 15 november 2010 Yvonne Bijl.
Angststoornissen Ernst van Dongen
Posttraumatische Stress-stoornis
Verslavingsproblematiek: cannabis
Over Klinische psychologie en ‘abnormaal’ gedrag
Diagnose Eerst: opluchting + duidelijkheid
Siel Claerhout 1BATP B1 Aan autisme verwante contactstoornissen: klinisch beeld en classificatie Serra, M., Mulder, E., Minderaa, R. (2002). Aan autisme.
Angst en angststoornissen
Psychiatrische stoornissen bij patiënten met een lichamelijke aandoening Hanne Claeys.
De invloed van depressie en alcoholverslaving op testresultaten
Angststoornissen bij ouderen
ASS: wanneer zichtbaar?
Gedragsproblemen bij kinderen en jongeren
Hans Grietens Centrum voor Gezins- en Orthopedagogiek
Hans Grietens Centrum voor Gezins- en Orthopedagogiek
Verstandelijke beperking
Angststoornis.
Presentatie Wat is angst (wetenschappelijk?)
Angst in de palliatieve fase
Onbegrepen lichamelijke klachten: Nijmeegse initiatieven
Angststoornissen 19 januari 2009 Yvonne Bijl.
McDD 12 september 2011 Yvonne Bijl.
Kenmerken, oorzaken, behandeling
Angststoornissen bij kinderen met autismespectrumstoornissen
Emilia Dejager, 1BATP B1 Pervasieve ontwikkelingsstoornissen bij kinderen en jeugdigen met een lichte verstandelijke beperking de Bildt, A., Kraijer, D.
Angststoornissen.
Groep 3: Maarten Buiter Mark de Groot
Deel 1: Definitie, geschiedenis en prevalentie
Wat met psychische stoornissen op school?
Anke Snoek Elske Wits, Wim Meulders & Dike van de Mheen
Angststoornissen 1.
PSYCHIATRIE ANGSTSTOORNISSEN
Hoofdstuk 13: Angst en angststoornissen
Opvoedrelaties onder spanning Bijeenkomst 4. Debat passend onderwijs Lees §1.1 Sipman goed door. In de maatschappij lijkt het aantal kinderen met gedragsproblemen.
Pieter Verschueren 1BaOc4
Seksualiteit Het bespreekbaar maken van seksualiteit in het contact met de cliënt als onderdeel van de hulpverlening.
Paulien Verschoren Groep psychische stoornissen 1BaOC4
Omgaan met zelfbeschadiging en suïcidaal gedrag
Stress Mensen met ASS ervaren mogelijk meer stress in bepaalde situaties dan mensen zonder ASS. Stress kan leiden tot meer autistisch gedrag. Hoe zijn.
Drs. Elsa Amsing Psycholoog Arbeid & Gezondheid NIP Registerpsycholoog Arbeid & Organisatie.
Phobosgrafie Over het meten van angst bij kinderen Peter Muris.
Week 3 CAT vragen oefenen Dr. U.M.H. Klumpers (cursuscoördinator, psychiater) Psychisch Functioneren 2016.
SADAN HOOFDOPDRACHT SYNTHESE BASISARTIKEL Cynthia van Acker 1 BaTP B1.
Relevantie van DSM IV en DSM 5 criteria bij classificatie van patiënten met SOLK Nikki Claassen - van Dessel AIOTHO Vumc Amsterdam.
Stoebel Daphne..  Inleiding  Begrip verlegenheid en de kenmerkende aspecten  De verschillende aspecten van verlegenheid 1. Situatie 2. Gedrag 3. Gedachten.
Documentnr, datum Angst in de palliatieve fase. Marjan de Gruijter, specialist ouderengeneeskunde Zorgspectrum Het Zand, Zandhove, Zwolle
Stoornis/beperkingen Stoornissen Thema 10 les 7
Invloeden op het denken en doen van mensen
PODIUMANGST Liesbeth Citroen en Martine van der Loo
Maatschappelijke zorg 2
Stoornis/beperkingen Stoornissen Thema 10 les 5
Vereenvoudiging schema SOLK
Werken met verslavingsproblematiek. Les 1
Michael Groeneweg, kinderarts - MDL
Richtlijn Aanpassingsstoornis bij patiënten met kanker
De DSM-5 komt er aan Psychiatrieweb.nl/presentaties7.html 17-sep-18.
Diagnose en classificatie in de Psychiatrie
De ontwikkelings-psychopathologie van angst
VOOROORDELEN psychiatrie
Interpersoonlijke psychotherapie in een groep
Intensieve begeleiding
Intensieve begeleiding
15 januari 2019 Tineke Vos, psychiater
Psycho-educatie bij angststoornissen
Transcript van de presentatie:

Angststoornissen en hypochondrie Diagnostiek en behandeling

1.1 Wat zijn angststoornissen? Wenden tot (geestelijke) gezondheidszorg) Hulp bieden  Analyse van de problemen Al ≠ pogingen ondernomen om orde te scheppen in naamgeving van verschijnselen => opstellen diagnostische criteria Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders (DSM-IV-TR) ( geen directe afspiegeling van werkelijkheid) Klachten  ≠ assen die verwijzen naar ≠ soorten info = indeling in stoornissen, NIET in personen ○ meer dan 1 as-I- diagnose mogelijk Hoofdstuk 1: Fenomenologie

Angststoornissen: gerekend tot As I + nog onderverdeeld:  NAO = niet anders omschreven; bevat een #  bevat een # angstsymptomen Hypochondrie ; grote overlap met angststoornissen Daarom ook hierin opgenomen Multidisciplinaire richtlijn angststoornissen en de NGH- standaard Angststoornissen Hoofdstuk 1: Fenomenologie

1.2 Paniekstoornis DSM-IV-TR-criteria Centrale kenmerk = paniekaanval (kan ook bij andere stoornissen)  4 symptomen tijdens min. 1 aanval binnen 10’ Piek v/d angst: binnen 10 minuten <4 symptomen = beperkte symptoomaanval paniekstoornis= onverwachte paniekaanvallen, niet in de hand gewerkt door situaties waarin de aandacht van anderen op de persoon is gericht Ernst opgedeeld in ‘mild, matig of ernstig’ 1 aanval/maand of alleen beperkte symptoomaanvallen laatste maand ten minste 8 aanvallen Hoofdstuk 1: Fenomenologie

Onverwachte/spontane aard van paniekaanval Klinisch beeld Onverwachte/spontane aard van paniekaanval Lichamelijke symptomen (zweten, trillen…)  verhoogde arousal Ontsnappingsgedrag: de aanval couperen Angst voor controleverlies: Somatisch: bang dat hun lichaam het laat afweten Psychisch: greep op geestelijke vermogens verliezen Gedragsmatig: controle verliezen over eigen gedrag (beangstigt vooral anderen) Sociaal: last van schaamte Hoofdstuk 1: Fenomenologie

Vermijdingsgedrag  in ernstige soms geen paniekaanvallen meer Fear of fear: meest centrale element bij agorafobie Differentiële diagnostiek Lichamelijk oorzaken van verhoogde arousal uitsluiten Overmatig gebruik/misbruik van bepaalde middelen  paniek gelijkende symptomen ‘Rebound-effect’ van tranquillizers, stoppen hiermee  verhoogde arousal Paniekstoornis ≠ hypochondrie ≠ gegeneraliseerde angststoornis Hoofdstuk 1: Fenomenologie

1.3 Agorafobie DSM-IV-TR-criteria 2 soorten agorafobie: wel of niet samenhangend met paniekstoornis Agorafobie: de angst om zich op plaatsen of in situaties te bevinden waaruit het moeilijk is om te ontsnappen of waarin geen hulp beschikbaar is in het geval van een paniekaanval. Vermijdingsgedrag! Ernst opgedeeld in ‘mild, matig of ernstig’ Vermijding, toch normaal leven Ingeperkte levensstijl Geheel aan huis gebonden, durft niet meer buiten Hoofdstuk 1: Fenomenologie

Centrale thema = eerder ‘niet zomaar weg kunnen’ of ‘vastzitten’ Klinisch beeld Populaire opvatting: ‘agorafobie= straatvrees= pleinvrees= angst voor open ruimten’ Centrale thema = eerder ‘niet zomaar weg kunnen’ of ‘vastzitten’ Agorafobie in de eerste plaat= angst voor angst Agorafobici angstiger al ze alleen zijn  het alleen-zijn vermijden Gezelschap: angstreducerende rol (soms juist tegenovergestelde) Hoofdstuk 1: Fenomenologie

Differentiële diagnostiek vermijding situaties: kan andere redenen hebben dan agorafobie depressief: gebrek aan interesse en initiatief Sociale fobie: niet alleen durven reizen/ zich in openbaar begeven door angst voor omgaan met anderen Body dysmorphic disorder (BDD): extreem onzeker over uiterlijk => vermijden openbaarheid (stelt hen bloot aan de blikken van mensen) Hoofdstuk 1: Fenomenologie