Les 1: - Schrijven Spreken en gesprekken

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Tips voor een goede PowerPointpresentatie
Advertisements

Het maken van een presentatie
WORKSHOP PRESENTATIEVAARDIGHEDEN
THEORIE LEESVAARDIGHEID IN BEELD
Media en creativiteit module 8 Engagement Jaar 2 Les 8.
PRESENTATIETECHNIEKEN
AMARANTIS EXAMEN Medewerker Marketing Communicatie.
Sectorwerkstuk 4 mavo Handelingsdeel examenjaar
Opstel schrijven.
Onderzoek doen een methodische aanpak
Lezen Nu Nederlands.
Samenvatten Klas 4A de Foorakker.
Presenteren en communiceren
Betogende spreekbeurt
Leesvaardigheid Hoofdstuk 1 t/m 3
Teksten schrijven. Teksten schrijven Teksten schrijven – Waar gaat het over Onderwerp Titel Lead Tussenkopjes Illustraties Woorden vet/cursief.
Hoe vertel je een verhaal? sectorwerkstuk 4 mavo.
Welkom bij de Week van het Succes! Workshop Elevator pitch
Les: Presenteren LBB – Module Groen Ondernemen Coen van Wetering.
SET schrijfvaardigheid H5
Opdracht 26 Uiteenzetting schrijven
Marketing Coen van Wetering
Spreekbeurt in groep 4.
Grammatica leren. Inleiding Ook de grammatica kun je leren. De grammatica zijn eigenlijk de spelregels van de taal. Regel kun je leren en toepassen. Hieronder.
LEZEN 5.2 SOORTEN SAMENVATTINGEN. AAN HET EINDE VAN DEZE LES WEET/KUN JE.. Welke soorten samenvattingen er zijn. Hoe je deze samenvattingen moet maken.
Hoe maak je een presentatie die mensen kan overtuigen van jouw idee.
WELKOM! Workshop … een bok op de haverkist 18 maart 2016
Schrijfvaardigheid en argumentatie
Lezen, schrijven en argumenteren
KRITISCH DENKEN 9 Een Betoog schrijven © Kritisch Denken.
Scrijven 1.6 (vervolg) Een Verslag.
Spreekbeurt in groep 4.
Spreekbeurt in groep 8 Hoe pak je het aan?.
SET schrijfvaardigheid H5
Lezen H1 t/m H3 In deze PowerPoint: Op onderwerp: Op leesstrategie:
Overtuigende tekst/betoog
Een reisverslag schrijven
Essay Een essay is een beschouwende tekst over een literair, maatschappelijk of wetenschappelijk onderwerp, met een duidelijk persoonlijke inslag. Een.
Spreekbeurt in groep 4 en 5
H1, H2, H3 Nieuw nederlands Klas 3
Lezen 1.3 en 2.1 Woordenschat 1.1 en 1.2
Lezen samenvatten.
Deelonderwerpen Hoe herken ik de deelonderwerpen van een tekst?
Studie vaardigheden Thema 5 : Samenvatten.
De indeling van teksten
Titel van presentatie van training
Hoe schrijf je een recensie?
Recensie schrijven Klas 1e , RSFN.
Spreken en gesprekken 2.2 en 2.3 Schrijven 1.5 en 1.6 Grammatica 3.3
Spreekbeurt in groep 4 en 5
Inleiding, slot, functies, samenvattend tekstverband
Nederlands Tekstbegrip Onderwerp, deelonderwerp en hoofdgedachte
Schrijven 1.3 en 1.4 Spreken en gesprekken 1.3 en 2.1 Grammatica 3.2
Training Presenteren Een project van: In opdracht van:
Les 4 Schrijven 3.1 en 3.2 (let op: hoofdstuk 2 komt pas in periode 4 aan bod!) Spreken en gesprekken: 2.4 Grammatica en spelling: 3.4.
De betogende voordracht
Titel van presentatie van training
Betoog.
Schrijven 4.1 en 4.2 Formuleren en stijl 3.2
SPREKEN: HET BETOOG Betoog: een spreekbeurt waarin je een standpunt inneemt ten aanzien van een stelling en dat standpunt verdedigt. Formuleer een duidelijk.
Schrijven 2.1 en 2.2 Formuleren en Stijl 2.1
Project English BOL niveau 4.
4 havo Schrijflijn les 5
INZET VAN DIGITALE MEDIA VOOR PUBLIEKSBEREIK
Een (informatief) Artikel schrijven
voorbeeld volgende bladzijde terug
Interactief presenteren - checklist
Schrijven 2.7 en 2.8 Formuleren en stijl 3.1
Belangrijke begrippen ‘Lezen’
OVERTUIGEN.
Transcript van de presentatie:

Les 1: - Schrijven 1. 1 + 1. 2 - Spreken en gesprekken 1. 1 + 1 Les 1: - Schrijven 1.1 + 1.2 - Spreken en gesprekken 1.1 + 1.2 - Grammatica 3.1

1.1 Memo Leerdoel van deze paragraaf: “Je schrijft een memo” Memo  een klein briefje waarop een boodschap staat. Gele memo’s en memo’s supermarkt Bedoeld om snel iets door te geven aan iemand Post-its of voorbedrukte memokaartjes Informatie moet feitelijk, beknopt en volledig zijn (De 5 W’s en H)

1.2 – Advertentie, affiche en flyer Doel van deze paragraaf: “Je maakt een advertentie, affiche of flyer”

Advertentie en affiche Affiche en advertentie  aankondigen evenement of maken van reclame. - Moet aantrekkelijk zijn! (lay-out en afbeeldingen) - Volledige, maar korte tekst (5 W’s en H) - Gebruik argumenten en enthousiaste woorden

Spreken 1.1 – aantrekkelijk spreken Doel van deze paragraaf: “Je weet hoe je een presentatie aantrekkelijk maakt” https://www.youtube.com/watch?v=OknfjGOwSRg

Aantrekkelijk spreken Periode 4: betoog Prettig om naar te luisteren en een heldere boodschap Voorbereiding is de helft van het werk en zorgt voor een ontspannen, maar overtuigende presentatie Maak contact met het publiek

Tips voor een aantrekkelijke manier van presenteren Open met een prikkelende openingszin (vraag/stelling) of vertel een korte anekdote. Zo maak je het publiek nieuwsgierig Sta rechtop. Geen handen in de zakken, niet frunniken Kijk je publiek aan. Maar wat als je dat eng vindt? Spreek duidelijk, rustig en verstaanbaar Gebruik een videofragment, maar zeker een PowerPoint. Moet wel toegevoegde waarde hebben. Eindig met een uitsmijter: een leuke of opvallende laatste opmerking

1.2 – een duidelijke opbouw Doel van deze paragraaf: “Je weet hoe je door een duidelijke opbouw met inleiding, kern/middenstuk, slot, jouw presentatie moet vormgeven”

De Inleiding Maak het publiek nieuwsgierig en introduceer het onderwerp Stel jezelf voor Vertel hoe de presentatie is opgebouwd Maak duidelijk wanneer het publiek vragen kan stellen

Het middenstuk/De kern Het slot Behandel de deelonderwerpen één voor één in een logische volgorde Zorg ervoor dat het publiek de opbouw kan volgen door te zeggen waar je bent in je presentatie Het slot: Geef een korte samenvatting, conclusie of verwijs naar de introductie Gebruik een uitsmijter Bedank het publiek

Grammatica 3.1 – persoonsvorm TT

Daar gaan we! Persoonsvorm tegenwoordige tijd – enkelvoud: De ik-vorm na ‘ik’ en voor ‘jij/je’. Ook ik-vorm bij gebiedende wijs. In alle andere gevallen: ik-vorm + t Ik vind pizza lekker. Vind je pizza lekker? Jij vindt pizza lekker.

Welke trucs zijn er om geen fouten te maken?

Huiswerk Schrijven 1.1 + 1.2 (vanaf bladzijde 78) Spreken en gesprekken 1.1 + 1.2 (vanaf bladzijde 8) Grammatica 3.1 (vanaf bladzijde 175) Laatste 20 minuten: oefenvel persoonsvorm TT